Vandaag en morgen staan in Meulebeke en Ronse twee Belgische Brico-crossen op de agenda. Mathieu van der Poel begint er na een break van drie weken aan zijn veldritseizoen. “Mijn topniveau haal ik nog niet. Maar ik veronderstel wel goed genoeg te zijn om mee te doen voor winst.”

Op 16 september startte ‘de winter’ op de Muur van Geraardsbergen. Zonder Mathieu van der Poel. Na een intensieve zomerperiode op zowel de wegfiets als de mountainbike, besloot VDP om het nog even rustig aan te doen. Ook het Amerikaanse tweeluik sloeg hij over. “Eigenlijk was dat niet echt mijn beslissing”, corrigeert Mathieu. “Had ik die break nodig? Ik denk het niet. Zowel fysiek als mentaal voelde ik me nog fris genoeg. Maar mijn entourage, met teammanagers Christoph en Philip Roodhooft voorop, wilde toch dat ik die pauze nam. Uit voorzorg. Niet meer dan dat.”

“Ik snap hen wel, hoor”, gaat de in België wonende Noord-Brabander voort. “Het wordt een lange winter. Ik ben niet zinnens veel wedstrijden links te laten liggen. En dan brei ik er nog wat voorjaarswedstrijden aan op de weg. En eens je in een dip terechtkomt, is het moeilijk om op dat moment nog te anticiperen. Daarom dus die latere seizoensstart.”

De speeltuin van Meulebeke
Van der Poel bleef een volle week van de fiets en begon daarna rustig weer op te bouwen richting dit weekend. “Waar ik mijn dagen mee heb gevuld? Met dingen te doen die ik tijdens het seizoen niet kan doen. Motorcrossen, bijvoorbeeld. Ik ben onder meer naar de MXGP in Assen gaan kijken. Eigenlijk heb ik me drie weken lang kunnen ontspannen. De honger is groot om er dit weekend aan te beginnen.”

Daar is de Brico Cross in Meulebeke voor Van der Poel ideaal voor. Een uur lang – letterlijk – in een speeltuin dartelen. “Dat is echt mijn ding. Ik ben nog niet top, maar ik vermoed dat ik er zeker kan meedoen voor de zege. Ronse (morgen, red) ligt me minder. Eigenlijk heb ik me daar op de Hotondberg nog nooit echt super gevoeld. Maar dat had ik tot vorig jaar ook op de Koppenberg. En plots lukte het wel. Misschien gebeurt nu hetzelfde in Ronse. Graag wat mij betreft.”

Van der Poel volgde van op afstand hoe zijn concurrenten het er de voorbije weken van afbrachten. “Ik zag een sterke Toon Aerts. Oké, Van Aert was in de VS niet op zijn best, maar ik vergelijk vooral de voorsprong van Aerts op de nummers drie en vier. Dan kan je toch niet anders dan vaststellen dat hij een stap vooruit heeft gezet en deze winter misschien wel een echte concurrent wordt van Wout en mezelf. Super verrassend was het nu ook weer niet. Vorig jaar op de Koppenberg deed hij ook mee tot op de streep. Laat ons nog maar even afwachten of hij het nu een seizoen lang volhoudt.”

“Voorlopig rijd ik ‘alles'”
“Hoe ik Wout van Aert inschat?” Van der Poel zucht even. “Ik wil me vooral behoeden van te snel conclusies te trekken. Ik vond hem in Geraardsbergen heel rap fietsen. Echt straf. In Amerika werd hij twee keer tweede, ondanks de perikelen met zijn team. Ik kan moeilijk inschatten hoe belastend dit mentaal was, want ik heb zelf nog nooit zoiets meegemaakt. Maar dat de situatie niet ideaal was om te presteren, lijkt me logisch. Na Ronse zullen we wellicht al beter de waardeverhoudingen kunnen inschatten.”

De regerende Nederlandse en Europese kampioen is dus niet zinnens om – in tegenstelling tot Van Aert – nog een of meerdere rustperiodes in te lassen. “Voorlopig rijd ik zowat alles”, klinkt het. “Het is ook niet evident om nog veel stages in te lassen. De Wereldbeker zal ik in normale omstandigheden niet meer kunnen winnen, dus wil ik wel in de Superprestige en de DVV Verzekeringen Trofee meedoen voor de eindzege. Dan moet je niet te veel passen. Hoe ik dat ga combineren met mijn eerste voorjaar op de weg? Misschien dat ik het na het WK in Bogense wat rustiger aan doe. Tegen die periode (begin februari, red.) zullen we ook al wijzer zijn wat de tussenstanden in de klassementen betreft… We zien wel.”

“Kreeg inspraak in transferbeleid”
Van der Poel is overigens bijzonder tevreden met de versterkingen binnen zijn Corendon-Circusteam richting dat voorjaar op de weg. “Absoluut. Leuk is dat ik ook inspraak kreeg van de ploeg. En er is naar mij geluisterd. De jongens die ondertussen getekend hebben, zijn stuk voor stuk aanwinsten. Ik wil zelfs niemand specifiek noemen, maar er zijn jongens bij die WorldTour-waardig zijn. Waar je een eind mee op pad kan. Ik zal gewoon met een heel degelijke ploeg aan mijn eerste voorjaar op de weg beginnen”, besluit Van der Poel.