Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Milan Fretin, grootste Belgische kanshebber op Giro-ritwinst? “Als dat lukt, verandert er héél veel”
Interview Milan Fretin klopte eerder dit seizoen al namen als Wout van Aert, Jordi Meeus, Biniam Girmay en Filippo Ganna in een massasprint en kende op die manier zijn absolute doorbraak bij de profrenners. In de Giro d’Italia wil de 24-jarige sprinter van Cofidis daar een vervolg aan breien. In een interview met WielerFlits heeft Fretin het over zijn kansen.
Als Fretin in de eerste echte sprintersrit op dinsdag meteen zo sterk uit de startblokken schiet als zijn laatste koersdag – hij won vier weken terug de Ronde van Limburg – dan zit het voor de Cofidis-man wel snor. “Dat heeft me in ieder geval veel zelfvertrouwen gegeven. In de Ronde van Limburg heb ik het eerste deel van mijn seizoen heel goed afgesloten, al was dat sowieso al geslaagd. Maar ik ben wel met een extra gevoel op stage kunnen vertrekken. Dat was een droomscenario, waar ik in Spanje op heb kunnen voortbouwen.”
Fysiek staat Fretin er dan ook goed voor, ondanks dat hij drie maanden geleden een stevige schouderblessure opliep. De conclusie was niet min: indeukingsfractuur van de kop van de bovenarm, de pan van het schoudergewricht was gescheurd/gebarsten en ook de bicepspees was voor vijftig procent gescheurd. “En dan ben ik in de Classic Brugge-De Panne nog op mijn schouder gevallen ook.”
“Gelukkig heb ik de blessure niet erger gemaakt. Meer zelfs, door veel oefeningen te doen, heb ik geen enkele last meer. Op de fiets was de hinder sowieso al zeer beperkt, in het dagelijkse leven was het soms toch goed opletten bij bepaalde bewegingen als ik er geen aandacht aan gaf. Maar dat is allemaal voorbij. Ik kan perfect trainen op de fiets, maar ook krachttraining en gewichtjes heffen lukken dus prima. Dat is heel bijzonder, want ik moet eigenlijk nog altijd geopereerd worden. Dat is nu uitgesteld naar na het seizoen.”
Fretin weet al wat winnen is dit seizoen – foto: Cor Vos
Mogen we dan de beste Milan Fretin verwachten in Italië?
“Ik verwacht van wel. Alles stond dit voorjaar toch een beetje in het teken van de Giro d’Italia. Ik heb met opzet niet superveel gekoerst, met de bedoeling om nu nog fris te zijn. Misschien kan ik doorheen de Giro zelfs nog een beetje verbeteren. Ik weet uit het verleden dat ik altijd sterker word naargelang de dagen vorderen. Maar wat dat over drie weken geeft, kan ik nu nog lastig zeggen.”
Is dat spannend?
“Toch wel. Ik weet eigenlijk niet direct wat ik moet verwachten. Het langste wat ik tot nu toe heb gekoerst, was de Tour of Britain. Dat was tien dagen koers, nu is dat bijna het dubbele. Maar pas op, ik zie het wel zitten. Hier heb ik lang naar uitgekeken.”
Ben jij het type persoon die zich zo intensief voorbereidt dat je nu al kunt zeggen waar je grootste kansen liggen?
“Natuurlijk. Ik heb alle ritten waar mogelijk kansen liggen, wel goed doorgespeeld met mijn trainer. Ik moet zeggen: van de sprintersritten ligt elke finale me wel. Het is altijd wat draaien en keren, of een rondpunt of 90 graden-bocht aan het einde. Dat heb ik graag. Dan komt het peloton meer op een lint en kan je goed positie kiezen. Normaal gezien zijn etappe vier en zes de eerste zekere sprints.”
In de Algarve klopte je alle grote namen. Waar sta je ten opzichte van Olav Kooij?
“Ik heb nog niet vaak tegen hem gesprint. Enfin, in het verleden is dat wel eens gebeurd, maar ik ben de afgelopen maanden toch echt een andere renner geworden. Ik kan me niet meer vergelijken met de renner die ik bij Flanders-Baloise was. Maar er zijn best veel namen waar ik nog niet tegen heb gekoerst, wat deze Giro nog meer iets om naar uit te kijken maakt. Het zal erop aankomen om in mezelf te geloven en mijn sprints aan te gaan zoals ik altijd doe.”
Ook in de Ronde van Limburg was Fretin succesvol – foto: Cor Vos
“Los daarvan is Kooij favoriet. Hij krijgt een sterke Wout van Aert voor zich. Kaden Groves is altijd goed in de grote rondes, en Alpecin-Deceuninck pakt vaak uit met een goede lead-out. Van Mads Pedersen (die al twee ritten wist te winnen, red.) weet ik niet of we hem bij de sprinters moeten zetten. Hij is altijd sterk in zwaar weer, maar in de snelle sprints moeten we het nog zien. Ik verwacht een heel hoog niveau, maar ook niet per sé anders heel dan in de Algarve. Daar zag ik ook een stevige top-10, ook al was dat op papier ‘maar’ ProSeries-niveau.”
Hoe hoog legt de ploeg de lat?
“Ze nemen mij als enige sprinter mee. Alleen hebben we niet echt een lead out-man voor in de finales. Ik zal mijn plan moeten trekken, maar ik heb bewezen dat ik het kan. Zelf leg ik de lat sowieso hoog. In Giro-ritten telt er maar één plek, en dat is de ritzege. Tweede of derde is mooi, maar dan ga je na de rit toch meteen naar de bus en vervolgens snel naar het hotel. Er is geen podiumceremonie, wat zo’n ereplaats anders maakt dan in een eendagskoers.”
Tot slot: zie je die eerste grote ronde als een mijlpaal in je loopbaan?
“Ja, ik vind dat ik daar trots op mag zijn. Als kind droom je ervan om een grote ronde te kunnen rijden, maar als prof sta je daar niet zo bij stil. Nu lijkt dat weer allemaal heel normaal, alles went snel. Ik heb wel gezonde stress, zoals op een eerste schooldag. Toch probeer ik rustig te blijven en het te beschouwen als een koers als elke andere. Maar als je een etappe wint, gaat er weer héél veel veranderen. Het is mijn doel, maar ik probeer er ook zo weinig mogelijk aan te denken.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.