Interview Dé revelatie van het Critérium du Dauphiné moeten we zonder meer in de hoek van ProTeam Israel-Premier Tech zoeken. Canadees Derek Gee had op zijn 26e al best wat adelbrieven afgeleverd, maar op het podium staan in een van de best bezette klimrondes van het seizoen? Dat hadden we niet in de aanvalslustige Gee gezien. Ploegleider Eric Van Lancker was bijna net zo verbaasd, vertelt hij aan WielerFlits.

Natuurlijk herinneren we ons Gee nog van zijn waanzinnige Giro van 2023. De Canadees schoof er zeven keer mee in de vroege vlucht, en bleef vier (!) keer steken op de dichtste ereplaats. “We dachten toen: hij zit in de vorm van zijn leven, hij presteert wat boven zijn stand. Eigenlijk ging hij toen de verwachtingen die we van hem hadden al te boven. Daarna heeft hij een heel goede winter gehad, recent is hij op hoogtestage vertrokken. En dat komt nu allemaal tot uiting.”

“We zijn nog volop aan het kijken hoe ver hij kan komen in een klassement”, zegt Van Lancker. “Ik was persoonlijk heel verrast. Zijn ritzege in de Dauphiné was al heel mooi, maar de beste klimmers van de wereld volgen, is toch een prestatie om u tegen te zeggen. Het leuke is dat we zelf ook niet weten waar hij kan uitkomen. Derek zat in onze opleidingsploeg en was nooit het grootste talent. Niemand had verwacht wat hij nu laat zien. En zelf zal hij ook nooit grote verwachtingen uitspreken. Derek is een heel rustige en kalme jongen. Altijd beleefd. Hij zal nooit de eerste zijn om grote verhalen te vertellen.”

Laatbloeier
Het duurde dan ook tot zijn 25e vooraleer Gee aan de oppervlakte kwam. “Typisch voor renners van de overkant van de plas”, vindt Van Lancker. “Derek had en heeft nog weinig ervaring. Ze koersen daar weinig op heel jonge leeftijd. Als je uit Europa komt, doe je jaar na jaar die grote wedstrijden bij de jeugd. Hij heeft die kans nooit gehad en daarom zit er misschien nog wat meer rek op dan bij zijn leeftijdsgenoten. We weten bij de ploeg wel hoe we zo iemand moeten aanpakken. Onze bazen, denk aan Sylvan Adams, zijn Canadees. We hebben Canadese roots. Misschien dat Derek zich daarom zo snel thuis voelde.”

Een extra kwaliteit die Gee een aangename renner om naar te kijken maakt, is zijn zin voor initiatief. In de Giro d’Italia van vorig jaar viel zijn aanvalslust al op, terwijl hij in de Dauphiné – zelfs tegen de beste klimmers van het peloton – het niet naliet om het initiatief te nemen en eigenhandig kloofjes te dichten. Je kan dat tactisch een blunder noemen, maar Van Lancker ziet het graag gebeuren. “Dat is het mooie aan hem. Hij zit niet constant te rekenen of op zijn wattagemeter te kijken. Hij durft zelf de koers gewoon te maken.”

Gee werd zelfs even leider in de Dauphiné – foto: Cor Vos

“Laat hem maar met zijn hoofd tegen de muur botsen. Hij heeft de mentaliteit van: we gaan ervoor, en dan zien we wel waar we uitkomen. Als je altijd ‘rekenen, rekenen, rekenen’ denkt, dan rijd je soms ook wel een mooie uitslag, maar dan mist misschien die ene uitschieter. Hij loopt af en toe een blauwtje, dat is waar. Maar hij wordt er ook sterker van. Daar is zijn Dauphiné misschien nog het beste bewijs van.”

Klassementsplannen
Van Lancker beseft wel dat hij goud in handen heeft. “Het is een doel om hem in de toekomst vaker voor het klassement te laten gaan in rondes. Ik spreek dan niet over de Tour of de Giro. Eerder rondjes van een week. Hij heeft ook een goede tijdrit, rijdt goed bergop. Als je die twee combineert, dan weet je dat hij ver kan komen. Maar zoals gezegd, we zijn nog wat aan het zoeken. In het begin dacht hij zelf vooral aan het tijdrijden. Hij is Canadees kampioen geworden tegen de klok, maar dat is nu niet de sterkst bezette koers. Maar nu doet hij het dus goed in de bergen. We hebben het met hem ook in de klassiekers geprobeerd, hij heeft daar misschien ook toekomst.”

“Maar hij zal keuzes moeten maken. Er kan nog een beetje gewicht af, als hij voor een klassement in een grote ronde zou gaan. Dat gaat dan ten koste van eendagskoersen. Volgens mij is zijn grootste kwaliteit zijn grote motor. Hij zal nooit een echte klimmer worden, maar ik zie wel een type zoals Geraint Thomas in hem. Niet dat hij hetzelfde palmares gaat halen, maar zijn kwaliteiten lijken er wel op. Hij is niet genoeg klimmer om mee te gaan in het hooggebergte, maar kan wel het verschil maken door zijn sterkte. Mits minder gewicht en progressie qua voeding en training, kan hij daar zeker nog stappen in zetten.”

Mogen we Gee dan in de Tour de France ook al op het voorplan verwachten. “Hij is een van de kandidaten om mee te gaan. Maar voor een klassement is het sowieso te vroeg. Als hij naar de Tour gaat, is het met het doel om een rit te winnen. Wij gaan sowieso zonder klassementsman naar de Tour. Het zou onverstandig zijn om nu meteen de druk erop te leggen. Het is beter dat hij een paar dagen tijd verliest en zich richt op lange ontsnappingen, dan dat hij zich kapot rijdt voor een vijftiende plaats. Een rit winnen is veel belangrijker. Als hij daarin zou slagen, dan blijft dat voor de rest van zijn carrière bij.”