Jakobsen over concurrentie tussen sprinttreinen: “Het is een apenwereld”
foto: Cor Vos
vrijdag 5 juni 2020 om 08:42

Jakobsen over concurrentie tussen sprinttreinen: “Het is een apenwereld”

Fabio Jakobsen heeft zijn plek op de rots bij Deceuninck-Quick-Step moeten verdienen. De 23-jarige Nederlander heeft in zijn nu drie jaar bij de ploeg van Patrick Lefevere met diverse concurrenten te maken gehad, binnen de ploeg. “Het is een apenwereld. We trokken op trainingskampen de stoelen bij elkaar vandaan. En dat waren geen geintjes, hé.”

Iljo Keisse en Fernando Gaviria haalden continu “rotgeintjes” uit met Fabio Sabatini en Elia Viviani, en vice versa. “Het zijn wel concurrenten van elkaar”, is Jakobsen openhartig in Podcast De Polder. “Ze zitten elkaar gewoon te pesten. Dan weer pieste iemand in de waszak van een ander of deed iemand er een garnaal in.”

Concurrentie met Viviani en Sabatini
Jakobsen had zelf de grootste concurrentiestrijd met Viviani en Sabatini. Het kwam voort uit een van de eerste trainingskampen van de Nederlander bij de Deceuninck-Quick-Step, waarin hij Viviani regelmatig de baas was. “Ik klopte hem gewoon met een halve fiets”, vertelt hij. “Ik had zelf niet door dat ik een concurrent was omdat ik dacht dat Viviani niet fit was, maar later kwam Yves Lampaert naar me toe met de vraag of ik het gezicht van Viviani al gezien had, haha.”

“Vanaf dat moment was ik dus zijn concurrent. Ik had nooit veel contact met hem, maar ze zeiden sowieso niet zoveel omdat ze Italiaans waren. Ik had met Viviani nooit echt problemen, maar met zijn lead-out Sabatini wel. Omdat Sabatini niet goed was, had ik voorgesteld om Sabatini eens met Michael Mørkøv te wisselen. Ik heb dat met goede intenties gedaan, maar ik kan het niemand aanbevelen. Sabatini heeft toen een half jaar geen woord tegen mij gezegd. Uiteindelijk heb ik hem toen maar een berichtje gestuurd.”

“Ploeg met hanen”
Dat dit soort taferelen zich uitgerekend bij Deceuninck-Quick-Step voordoen, is niet heel gek volgens Jakobsen. “We zijn een ploeg vol hanen”, lacht hij. “En zelfs de knechten willen af en toe testen of ze ook de kophaan kunnen zijn. Het is echt een mannenwereld. Ik zelf ben niet echt een haan, denk ik. Maar ik wil het wel graag zijn.”

“Ik zal een voorbeeldje geven”, zo sluit hij af. “Op trainingskamp deden we wedstrijdjes en werd ik ingedeeld in een groepje met João Almeida, Remco Evenepoel en Bob Jungels. Dan weet ik al dat Evenepoel en Jungels achter elkaar aan gaan rijden omdat ze dezelfde type coureur zijn. Almeida laten ze ook niet gaan omdat hij eerstejaars is. En dan ga ik als lachende vierde met de zege aan de haal.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.