Jordi Meeus had zich de eerste sprintetappe van de Vuelta a España anders voorgesteld. Op vier kilometer van de streep was de Belgische renner betrokken bij een grote val en daardoor kon hij zich niet mengen in de strijd om de dagzege.

Behalve Meeus waren ook zijn ploeggenoten bij BORA-hansgrohe Maximilian Schachmann en Patrick Gamper betrokken bij de val. Meeus en Schachmann konden zonder blessures hun weg vervolgen; Gamper had een wonde aan zijn vinger en moest naderhand naar het ziekenhuis om zich te laten behandelen. “Het was pech. We waren echt gemotiveerd om te sprinten in Burgos, maar met nog zo’n vier kilometer te rijden gingen enkele renners voor mij tegen de grond en ik kon een val niet voorkomen. Ik voel me oké en ik ben opgelucht dat de val niet erger was.”

Met Martin Laas op de zevende plek in de daguitslag hield Meeus’ ploeg toch nog een top 10-klassering over aan de etappe. Deze keer mocht de Estse renner dus voor zijn kans rijden in de sprint, maar normaal krijgt ook de Belg zijn kansen op de snelle aankomsten vertelde hij onlangs in een interview met deze website. “Ik denk dat ik ambitieus mag zijn en in de sprintritten op een top-5 mag mikken. Het doel is sowieso om zo dicht mogelijk te eindigen in de vlakke etappes”, vertelde hij daarin.

Ook Steffen Radochla, namens BORA-hansgrohe een van de ploegleiders in de Vuelta, baalde van de ontknoping van de tweede etappe. “We hadden volledig op de sprint ingezet met Jordi, met Martin als zijn laatste leadout, toen de valpartij gebeurde. Een renner ging recht voor Patrick Gamper neer en die ging toen samen met Jordi en Maximilian tegen de grond. Het had niet dichter bij de finish kunnen gebeuren. We proberen de moraal hoog te houden in de ploeg en zulke dingen kun je helaas niet veranderen, dat is sport.”