Jordi Meeus hervat in De Panne: “Kleine ziektes mogen nu wel stoppen”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
dinsdag 22 maart 2022 om 14:30

Jordi Meeus hervat in De Panne: “Kleine ziektes mogen nu wel stoppen”

Interview Net op het moment dat hij zich mocht bewijzen in Nokere Koerse, de GP Denain en de Bredene-Koksijde Classic, werd sprinter Jordi Meeus (23) vorige week ziek. “Jammer, want ik had dit jaar echt een doel gemaakt van die klassiekers”, zegt Meeus aan de microfoon van WielerFlits.

Zijn eerste profjaar draaide om sterker worden en een grotere motor krijgen, vanaf 2022 zou Meeus meer resultaatgericht mogen koersen. Voorlopig is daar echter nog weinig van te merken. Het zit de Limburger niet mee in zijn eerste koersen van het seizoen, waarbij de ziekte van vorige week hopelijk de eindhalte is. De Minerva Classic Brugge-De Panne is voor Meeus de eerste nieuwe kans.

Al hersteld intussen, Jordi?
“Nog niet honderd procent. Ik heb nog een klein kuchje en verstopte neus, maar het ergste is achter de rug. Vorige week was het echt erg. Geen koorts, maar verder wel alle griepsymptomen: moeheid, spierpijn, heel de dag hoesten. Een beetje wat je overal in het peloton ziet. Gelukkig had ik net de Tirreno-Adriatico in de benen. Daar heb ik wat vorm kunnen opdoen, veel kilometers gemaakt. Ik denk niet dat die vorm na vijf dagen niet fietsen plots weg is.”

Als we naar je resultaten kijken, leek de Tirreno nochtans niet helemaal top…
“De eerste twee dagen had ik de benen niet. Ik weet niet wat er scheelde, maar ik begon met een heel slecht gevoel. Misschien nog de terugslag van een coronabesmetting na de Saudi Tour, want mijn benen liepen direct vol. En in de laatste rit ontbrak het mij alleen aan goede positionering. Gelukkig ging het in die laatste dagen weer veel beter. Eindelijk kon ik weer de vermogens trappen die ik wilde.”

Maar voor een sprinter tellen alleen de resultaten, toch?
“Absoluut. Het is jammer dat de resultaten nog niet volgen. In een sprint moet alles op z’n plek vallen. Als jij het niet doet, staan er al snel tien anderen klaar die jouw plek willen innemen. Maar ik zie gelukkig ook goede zaken. Ik voel dat ik veel sterker ben dan vorig jaar. Ik zit met overschot en ga frisser de finales in. Dan weet je dat de resultaten niet lang meer kunnen uitblijven, als ik eens gespaard blijf van die kleine ziektes.”

Meeus tijdens Tirreno-Adriatico – foto: Cor Vos

Hoe groot zijn de verschillen met vorig jaar, naar jouw gevoel?
“Als je kijkt naar Parijs-Nice van vorig jaar… Mijn conditie was toen pakken beter, maar ik kon simpelweg het niveau nog niet aan. Nu kan ik dat wel, maar heb ik gewoon de topconditie nog niet te pakken. In de Tirreno-Adriatico werd ik vorige week elke dag beter, terwijl ik in Parijs-Nice van vorig jaar juist elke dag minder frisheid in de benen voelde. Dat wil toch iets zeggen.”

In de rittenkoersen die je met BORA-hansgrohe hebt gereden, zat je vaak als enige snelle man in de selectie. Word je tijdens je sprints wel voldoende ondersteund?
“Dat klopt, het was vaak meer met de klimploeg dat we van start gingen. En ja, dat merk je tijdens de finales. Soms kun je net niet het juiste moment kiezen, omdat je meer afwachtend moét rijden als je met minder renners voorin zit. Dan is de kans ook groter dat je ingesloten geraakt. Maar ik merk wel dat de ploeg het vertrouwen in mij behoudt. Ook belangrijk.”

Mis je die extra steun dan niet?
“Dat valt wel mee. Ik zie mezelf op dit moment ook niet per sé als een echte sprinter. Het echte doel voor deze eerste maanden waren de Vlaamse klassiekers tot Roubaix. Op trainingskamp zat ik ook in de groep van de klassieke renners met Nils Pollitt, terwijl ik vorig jaar in de sprintgroep zat. De klassiekers waren het eerste doel, later op het jaar kan ik weer wat meer op mijn sprint werken.”

Zit een mooi resultaat in een klassieker er nog in?
“Moeilijk in te schatten. Ik heb geen flauw idee hoe ik ervoor sta na die ziekte. Feit is wel dat met Nokere, Denain en Bredene-Koksijde Classic er al drie koersen zijn gepasseerd, waar ik echt mijn zinnen op had gezet. In de grote klassiekers moet ik mij geen illusies maken. Toch hoop ik mij de komende koersen nog een paar keer te tonen en wie weet nog een mooie uitslag te versieren. Brugge-De Panne, samen met Sam Bennett, lijkt me in ieder geval een ideale koers om te hervatten.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.