De gevaarlijke finale van de Giro-rit naar Pesaro was vandaag het gesprek van de dag. Vanuit het peloton kwam het verzoek om de laatste zes kilometer te neutraliseren, maar de jury ging daar niet in mee. Jos van Emden is van mening dat dit verzoek wat teveel van het goede was.

“Ik vond het een beetje een overtrokken discussie”, vertelde de renner van Jumbo-Visma na afloop voor de camera van Eurosport. “Ik vind dat dit er gewoon bij hoort. Wanneer jij een grote ronde wil winnen, dan moet je ook zo’n finale aankunnen. We moeten ervoor waken dat we niet opeens allemaal watjes worden die alleen maar bergop willen rijden en dat degene die met de meeste watts naar boven rijdt de beste wielrenner is. Dat is natuurlijk onzin. Ik vind het schitterend om dit te doen voor een kopman”, geeft hij aan.

Desalniettemin denkt Van Emden dat het anders kan. “Natuurlijk is het gevaarlijk en moet je er vraagtekens bij zetten waarom de finale niet iets lastiger gemaakt is. Wanneer je hier met twintig man naar beneden gaat, is het anders dan met een massasprint. Dat is natuurlijk een puntje van kritiek. Maar we moeten niet elk gevaar gaan neutraliseren.”

De lengte van deze overgangsrit was voor hem iets te veel van het goede. “Dat hoeft natuurlijk niet. Aan de ene kant hoort dat er ook bij. We moeten ook weer niet naar ritten gaan van alleen maar 160 kilometer. Maar dit voegt in mijn ogen niets toe. Wanneer je honderd kilometer zonder obstakels langs de kust rijdt, dan kan je net zo goed honderd kilometer verderop starten.”

Morgen wacht de tijdrit. “Dat wordt een lastige dag voor mij”, voorspelt Van Emden. “Ik moet een balans vinden tussen hard gaan en niet te zacht gaan”, lacht hij.