‘Jumbo-Visma mist de oranje juichcape tijdens deze Tour de France’
foto: Cor Vos
Kerckhoffs Raymond
woensdag 14 juli 2021 om 06:00

‘Jumbo-Visma mist de oranje juichcape tijdens deze Tour de France’

Opinie Bij de Jumbo-supermarkten waren de oranje juichcapes de vorige maand niet aan te slepen. Met de strijdkreet ‘Naaarrr links, Naaarrr rechts’ van de Snollebollekes wakkerde de supermarktketen deze sportzomer bij alle superfans het oranjegevoel aan. Dat nationale gevoel dat het EK-voetbal oproept, laat de door Jumbo gesponsorde wielerploeg in deze Tour de France enigszins in de steek. Al kan niemand in deze ronde ook maar enige kritiek op geel-zwart hebben, want qua mentale veerkracht zetten ze misschien wel een nieuwe norm in de topsport.

Ondanks de opgave van hun kopman Primoz Roglic en het letterlijk wegvallen van Robert Gesink en Tony Martin weten de overgebleven vijf Jumbo’s hun huid héél duur te verkopen. De ritzege van Wout van Aert over de Mont Ventoux was heroïsch, terwijl Sepp Kuss zich met een etappesucces onsterfelijk maakte in zijn Europese domicilie Andorra. Daarnaast staat debutant Jonas Vingegaard nog altijd knap en sterk op de derde plaats in het klassement.

Er valt niks af te dingen op de koerswijze en de successen van Jumbo-Visma in de afgelopen jaren. Van het lelijke eendje in de WorldTour in 2015 heeft het zich ontwikkeld tot een van de dominante topploegen die op vrijwel alle terreinen succesvol is.

foto: Cor Vos

In de weg naar boven is het Nederlandse vlaggenschip echter steeds meer hun oranje-dna kwijtgeraakt. Het moederbedrijf waaronder de WorldTour-formatie valt heet Team Oranje. En op het fantastisch nieuw te bouwen kantoor/home van de schaats- en wielerploeg tussen Veghel en Den Bosch zal die naam ook op de gevel pronken.

Nederlandse vlag

De Jumbo-Visma-wielerploeg kleurt steeds minder oranje en de Nederlandse inbreng lijkt steeds kleiner te worden. Van de 22 overwinningen die er dit seizoen tot dusver behaald werden, staan achter welgeteld twee de Nederlandse vlag. Dat zijn de zeges van Tom Dumoulin en Timo Roosen vorige maand op respectievelijk het Nederlands kampioenschap tijdrijden en op de weg.

De andere twintig zeges waren voor een Belg (Wout van Aert, zes), Sloveen (Primoz Roglic, vijf), Deen (Jonas Vingegaard, vier), Noor (Tobias Foss, twee), Amerikaan (Sepp Kuss, een), Nieuw-Zeelander (George Bennett, een) en Duitser (Tony Martin, een).

En ook in het transferbeleid richting 2022 wordt er vooral naar versterkingen gekeken en niet naar de nationaliteit. De Fransman Christophe Laporte moet de klassieke kern rond Wout van Aert gaan versterken, en de Australische hardrijder pur sang Rohan Dennis hoopt de ploeg in te zetten in het rondewerk in dienst van Roglic.

foto: Raymond Kerckhoffs

Tijdens de eerste rustdag in Tignes gaf teammanager Richard Plugge aan dat er juist in de leeftijdsgroep tussen 25 en 30 jaar weinig Nederlandse renners te vinden zijn die aan de kwaliteiten voldoen waar de ploeg naar op zoek is. Hij wijt dit deels aan het wegvallen van de Rabobank-opleidingsploeg na 2016. Zelf is Jumbo-Visma sinds vorig jaar weer een beloftenploeg gestart. Het blijft immers het streven, zo geeft Plugge aan, dat de helft van de renners in de WorldTour-formatie de Nederlandse nationaliteit heeft.

Oranje armoede
De huidige oranje armoede bij Jumbo-Visma staat echter in schril contrast bij de successen die het Nederlandse wielrennen momenteel, en zeker ook de laatste jaren, viert. Mathieu van der Poel is een van de grootste fenomenen in het hedendaagse peloton. Dylan van Baarle hoort bij de wereldtop in de Vlaamse eendagswedstrijden. Wilco Kelderman stevent na een derde plek in de Giro d’Italia in 2020 naar een top-5-klassering in de huidige Tour de France. Bauke Mollema heeft zich ontwikkeld tot een van de meest succesvolle aanvallers in het peloton.

Het bewijst dat het voor Jumbo-Visma belangrijk zal zijn om hun Nederlandse sterren Tom Dumoulin en Dylan Groenewegen tevreden en binnen hun gelederen te houden. Dumoulin neemt over het verdere verloop van zijn loopbaan pas een beslissing na de tijdrit op de Olympische Spelen in Tokio, terwijl Groenewegen zeker na de spectaculaire herrijzenis van Mark Cavendish in de massasprints in deze ronde, de wens zal koesteren om volgend jaar zijn snelheid op het belangrijkste strijdtoneel van het wielrennen te tonen.

En ook Mike Teunissen zal na anderhalf jaar vol blessureleed weer de kans willen grijpen om zijn mogelijkheden te demonstreren, want de klasse die hij in 2019 liet zien met onder meer de ritzege en gele trui in de eerste Tourrit in Brussel, zal nog steeds zijn ambities kleuren. Andere belangrijke versterkingen van Nederlandse bodem lijken er niet te komen.

Steven Kruijswijk – foto: Cor Vos

Dertigers
Het verbaasde mij dat Jumbo-Visma reeds in maart de contracten met de dertigers Steven Kruijswijk, Robert Gesink en Jos van Emden had opengebroken en verlengd tot eind 2023. De betreffende renners zijn dan respectievelijk 36, 37 en 38 jaar oud. Het is een investering in cultuurbewakers, waarvan je je moet afvragen of het niet beter is om hun ontwikkeling van jaar tot jaar te bekijken. Patrick Lefevere, teammanager van Deceuninck-Quick-Step, gaf me ooit aan dat het samenstellen van een sterke ploeg niet alleen neerkomt op het vinden van de juiste talenten, maar ook het op tijd afscheid nemen van bepalende renners in je team.

Juist met een hoofdsponsor die voor 97% alleen maar belangen in Nederland (een marktaandeel van liefst 21,5%) heeft, gaat het voor de wielerploeg niet alleen een uitdaging worden om een topwielerploeg te blijven, maar ook om het Nederlandse wielervaandel te blijven dragen.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.