Mettepenningen ziet kopman Iserbyt week na week scoren: “Beste bewijs dat onze aanpak werkt”
Interview Ploegmanager Jurgen Mettepenningen kan tevreden achteroverleunen. Terwijl de meeste veldrittoppers hun dagen lijken uit te kiezen en toe zijn aan rust, blijft Eli Iserbyt de overwinningen voor Pauwels Sauzen-Bingoal maar aan elkaar rijgen.
Telkens wanneer we denken: nu zit Iserbyt écht op zijn tandvlees, dan staat de West-Vlaming er het weekend nadien toch weer opnieuw. De 26-jarige crosser maakt er een punt van om dit seizoen geen enkele klassementscross links te laten liggen. In al die grote afspraken viel hij bovendien nog geen enkele keer door de mand, waardoor hij de leiding heeft in twee van de drie regelmatigheidsklassementen. “Of Eli me verbaast? Al lang niet meer. Hij blijft jaar na jaar grote progressie maken”, zegt Mettepenningen in gesprek met WielerFlits.
Ook na twee maanden crossen lijkt er nog geen sleet op Eli Iserbyt te komen.
“We zijn nog maar begin december, maar het is een feit dat Eli veel competitie nodig heeft. Hij is een crosser pur sang, dus wil hij liefst van het veldritseizoen gebruikmaken om zo veel mogelijk crossen te rijden. Volgens mij heeft Eli zijn grootste progressie geboekt in zijn wilskracht. Hij vecht voor elke meter, wat fantastisch is om te zien.”
Wat is zijn geheim om elk weekend toch weer fris aan zijn wedstrijden te kunnen beginnen?
“Zijn professionaliteit tijdens de weekdagen. Qua training, qua voeding, qua verzorging: alles doet hij op het hoogste niveau. Eli blijft hard trainen en zijn schema’s heel nauwgezet volgen, met maar één doel: er elk weekend terug staan. Thuis wordt hij goed omringd door zijn vrouw Fien, met zijn familie en de ploeg zit het super. Ik kan niet anders dan zeggen: het plaatje klopt helemaal.”
Iserbyt koerst ook steeds verstandiger. Als de overwinning weg is, zoals zaterdag in Boom, denkt hij meteen vooruit.
“Dat moet ook, hé. Als je elke cross helemaal tot het gaatje gaat, dan zal het vat veel sneller leeglopen. Het is een bewuste keuze om af en toe een beetje rust in te bouwen tijdens de cross zelf, van zodra je voelt dat je de wedstrijd niet meer kan winnen. Eli moet zijn momenten goed uitkiezen en zijn verstand blijven gebruiken. Dat kost soms een kans op de dagzege, maar voor ons zijn de klassementen belangrijker.”
Is het een statement van een honderd procent crossploeg zoals die van jullie om geen enkele klassementscross links te laten liggen?
“Er is goed nagedacht en gepraat over onze planning, en we waren het snel eens dat we alle klassementscrossen zouden rijden met Eli en Michael. Andere ploegen doen het inderdaad anders, maar we volgen onze eigen weg en kopiëren van niemand iets. We vinden het heel belangrijk om ons eigen ding te blijven doen, en we geloven rotsvast in onze aanpak. We blijven alles evalueren richting de drukke kerstperiode, maar voorlopig moeten we nergens bijsturen.”
Ook in jullie beperkter wegprogramma blijven jullie tegen de stroom invaren. Bewijzen jullie met de zeges van Eli dat die aanpak loont?
“Uiteraard. Onze corebusiness is de cross, dat is het enige wat voor ons telt. Iemand die zich tijdens het zomerprogramma helemaal leegrijdt, zal daarna toch rust moeten inbouwen. Wij zien de weg puur als voorbereiding en daar voelen we ons nog altijd het beste bij. Zolang we het veldrijden mee kunnen domineren, zijn we heel gelukkig.”
Dus jullie hebben sowieso geen interesse in een samenwerkingsverband met een wegploeg, zoals Sven Nys die met Lidl-Trek heeft?
“Niet direct, tenzij… Mocht er een WorldTeam zijn dat op fietsen van Ridley rijdt, dan kunnen we in de toekomst misschien praten. Voor mij is het belangrijkste dat onze renners het hele jaar op Ridley blijven fietsen, want we zijn superblij met hun materiaal. Lotto Dstny is intussen overgeschakeld op Orbéa, dus is er geen grote wegploeg meer die op Ridley koerst. Maar dat is niet erg. Zoals ik zei: we zijn heel blij met onze manier van werken.”
Binnenkort zullen de toppers van de weg, zoals Wout van Aert en Mathieu van der Poel, het crosswereldje wel weer even helemaal op zijn kop zetten.
“We hebben drie à vier jaar gehoopt dat de dag zou komen dat we hen zouden kunnen kloppen, maar nu bekijken we het heel realistisch. Van Aert en Van der Poel zijn toch de besten. Ze zijn echte fenomenen, waar we ons niet meer aan moeten spiegelen. Eli heeft dat intussen ook goed begrepen.”
Hoe gaan jullie de kerstperiode dan aanpakken?
“Het doel is punten pakken voor de klassementen, die we liefst al vóór het WK veilig willen stellen. Zeker de Superprestige en Wereldbeker. Eli heeft traditioneel een dipje eind december, maar de laatste jaren was dat al minder. Hij kan dus vol voor die derde plaatsen blijven gaan, na de Grote Twee.”
Geldt dat ook voor jullie andere kopman, Europees kampioen Michael Vanthourenhout?
“Hem blijven we opvolgen na zijn blessure. De ligamenten rond het sleutelbeen blijven nog wat opspelen, maar hopelijk is hij door de trainingen en wedstrijden die hij moest missen juist frisser naar de kampioenschappen toe.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.