Kan Thibau Nys ook meedoen voor de zege in Luik-Bastenaken-Luik? “In Luik kan het zeker anders zijn”
Thibau Nys maakt zondag zijn debuut in Luik-Bastenaken-Luik. De jonge renner is samen met Mattias Skjelmose kopman van Lidl-Trek, maar trekt nog met een hoop vraagtekens naar het vierde monument van het seizoen. In een dubbelinterview met José De Cauwer in Het Nieuwsblad legt Nys uit waarom dat zo is. “De Roche-aux-faucons is toch al een langere klim, dat wordt een graadmeter.”
Afgelopen woensdag werd Nys nog achtste in de Waalse Pijl. Een mooie prestatie voor de debutant, ook al werd hij naar eigen zeggen bevangen door de kou. De Cauwer is onder de indruk door de prestaties van de jonge Nys en vraagt zich af of hij zich ook in Luik-Bastenaken-Luik zal meten met de beste renners van de wereld. “We gaan het zien. Van de Waalse Pijl heb ik altijd gedacht: dit is een koers die ik ooit kan winnen. En na woensdag denk ik dat nog altijd, toch zeker in andere weersomstandigheden”, aldus Nys.
“De Amstel heeft me ook vertrouwen gegeven. Daar ben ik ook afgestapt met het gevoel: oké hier kom ik volgend jaar terug en het jaar daarna en het jaar daarna… Maar Luik kan zeker anders zijn. Dat is de koers waar het tegen de Pogacars en de Evenepoels het meest gaat om motor of hardheid, noem het zoals je wilt. In de voorbije wedstrijden – zelfs in de Amstel – kon ik veel ‘wegwerken’ op die explosieve hellingen. En er zijn in die wedstrijden ook nog recuperatiemomenten. In Luik verwacht ik dat allemaal veel minder. De Roche-aux-faucons is toch al een langere klim, dat wordt een graadmeter.”
San Remo en Strade Bianche
Nys heeft dus nog een aantal vraagtekens voor zondag. De Cauwer verwacht wel degelijk iets van Nys zondag én wil hem de komende jaren ook in andere klassiekers zien. De oud-renner noemt Milaan-San Remo en Strade Bianche. “Ja, snap ik”, reageert Nys daarop. “Een type renner als ik kan op veel koersen mikken: alles met klimmetjes van max vijf, zes minuten. Als die niet te diep in de finale liggen mag het zelfs iets langer zijn.”
“Maar dit is wel het tijdperk van Evenepoel en Pogacar”, is Nys ook realistisch. “Die kunnen de morfologie van elke koers veranderen. Ik bedoel: zoals Wout van Aert of Zdenek Stybar Strade gewonnen hebben, daar kan ik ook van denken: ‘Wie weet, ooit’. Maar niet als Pogacar en Evenepoel tekeergaan.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.