Kasper Asgreen: “Ook in de volgwagen vroegen ze me op mijn sprint te vertrouwen”
foto: Cor Vos
Nico Dick
maandag 5 april 2021 om 14:21

Kasper Asgreen: “Ook in de volgwagen vroegen ze me op mijn sprint te vertrouwen”

Interview Niet Van der Poel, Van Aert of Alaphilippe is dé man van de kasseiklassiekers geworden. Wel de ranke (1m92 voor 75 kilogram) Kasper Asgreen. De 26-jarige Deen won zowel de E3 Saxo Bank Classic als de Ronde van Vlaanderen. “Een jongensdroom die uitkomt. Dit is de kers op de taart.”

Drie jaar geleden werd Kasper Asgreen door Patrick Lefevere aan boord gehaald toen door een trainingsongeval in Zuid-Afrika zowel Bob Jungels, Petr Vakoc als Laurens De Plus voor lange tijd out waren.

We lieten ons vertellen dat je andere aanbiedingen afsloeg omdat je absoluut voor Deceuninck-Quick-Step wilde rijden.
“Dat klopt. Deze ploeg heeft doorheen de jaren zoveel goede renners ontwikkeld. Patrick Lefevere heeft meermaals bewezen dat hij in zijn team jonge talenten kan laten doorgroeien. Daar wil je zelf deel van uitmaken als je de kans krijgt. Ik was bijzonder verheugd bij de Wolfpack te mogen aansluiten.”

Je bent eind dit jaar wel einde contract?
“Patrick werkt er hard aan om contracten met sponsors voor de komende jaren af te sluiten. Eenmaal hij daarin geslaagd is, hoop ik dat hij ook even met mij wil praten over de toekomst.”

Je bent dit voorjaar dé koning van de kasseiklassiekers. Terwijl iedereen het vooraf had over Van Aert, Van der Poel en Alaphilippe. Hoe voelde je je daarbij?
“Oh, maar het is meer dan terecht dat ze het over die drie hadden. Dat zijn momenteel wellicht ook de drie beste renners ter wereld in dit werk. Zij behaalden al de mooiste zeges, dus verdienen ze die status. Vandaag ben ik erin geslaagd hen te kloppen, maar het was al veel meer net andersom.”

Neem ons eens mee door de wedstrijd. Net na de Kanarieberg was je betrokken bij een val…
“Eigenlijk gebeurde de valpartij voor mij. Ik slaagde er nog net op tijd in te remmen, maar omdat ik achteraan werd aangereden, lag ik er toch nog bovenop. Die dingen gebeuren in koers. Zeker als het er zo nerveus aan toegaat. Iedereen wilde naar voor. Het heeft wat tijd gekost, maar na een fietswissel ben ik toch weer naar voor kunnen rijden zonder te forceren. Die val heeft uiteindelijk weinig impact op mijn wedstrijd gehad.”

Ook op de Koppenberg zat je pas in een tweede of derde groep, merkten we.
“Even voordien had ik wat geprobeerd op de Paterberg. Ik moest even op adem komen. Maar de Koppenberg is precies niet mijn klim: iets langer en steiler en dat past het minst bij mijn karakteristieken. Gelukkig heb ik nadien de situatie snel kunnen rechtzetten.”

Van der Poel en Asgreen op de Paterberg – foto: Cor Vos

In de finale heb je veel kenners verbaasd door vol mee te draaien met Mathieu van der Poel.
“We hadden elkaar nodig. Er kwam een sterke groep achter ons aan. En op een gegeven moment kwamen ze ook dichter. Dus was het logisch dat we samenwerkten. Verder vertrouwde ik op mijn sprint. Die is na een lange, harde wedstrijd helemaal niet zo slecht, hoor. Dat weet ik intussen uit ervaring.”

“Stel dat we werden ingelopen, hadden we ook niets in handen. Een sprint met twee is minder risicovol dan een spurt met een groep.”

Je had met Sénéchal nog een ploegmaat in de achtervolgende groep. Werd je vanuit de volgwagen niet aangeraden om het rustig aan te doen?
“Nee. Ook Tom en Wilfried (Steels en Peeters, red) vertelden me mee te rijden en op mijn benen en sprint te vertrouwen. Alleen in de laatste kilometer kreeg ik van Tom de opdracht niet meer over te nemen. Achter de rug van Van der Poel kon ik gemakkelijker het overzicht bewaren en zelf beslissen wanneer ik mijn sprint zou beginnen…”

Twee jaar geleden werd je hier al eens tweede. Hoeveel sterker ben je intussen geworden?
“Ik mag zeggen dat ik een veel betere renner ben geworden. Twee jaar geleden maakte ik mijn debuut in de kasseiklassiekers. Sindsdien heb ik veel meer finales in meerdere wedstrijden gereden. Daarin doe je ervaring op en die ervaring heeft me vandaag prima geholpen. Het is een lange dag op de fiets. Je moet op tijd de juiste dingen doen.”

foto: Cor Vos

Wat was trouwens je eerste herinnering aan de Ronde van Vlaanderen?
“Het bewuste duel tussen Fabian Cancellara en Tom Boonen op de Muur van Geraardsbergen in 2010. Sindsdien keek ik altijd naar de kasseiklassiekers. Door de actie, de dynamiek van dit soort koersen zijn ze voor mij altijd speciaal geweest. De Ronde is voor mij de mooiste koers van het jaar.”

Wie was jouw idool?
“Ik weet niet of ik echt een idool had. Ik keek wel op naar Cancellara. Ik herkende mezelf een beetje in hem. Ook ik kan een stukje tijdrijden. Maar ik hield gewoon van het wielrennen, vooral van de klassiekers.”

Met deze benen had je volgende zondag ook in Parijs-Roubaix kunnen schitteren.
“Zeer jammer dat die is uitgesteld. Met mijn huidig vormpeil was het inderdaad een mooie kans geweest, maar de wereldgezondheid heeft voorrang. Ik ben er van overtuigd dat de autoriteiten gedaan hebben wat ze konden. Maar als het niet kan, kan het niet.”

Wat zijn je volgende doelen nog dit seizoen?
“Nu neem ik een break, waarna de voorbereiding start richting de Ronde van Frankrijk en de Olympische Spelen in Tokio. Ik hoop dat ik voor beide wedstrijden word geselecteerd. En in de herfst staat ons nog een prachtig WK en – hopelijk – Parijs-Roubaix te wachten.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.