Ondanks een mooie overwinning in Dwars door het Hageland was 2019 toch een pechseizoen voor Cofidis-renner Kenneth Vanbilsen. Twee keer lag hij in de lappenmand. In 2020 hoopt Vanbilsen alvast wat minder pech te hebben en zijn diensten te bewijzen aan zijn nieuwe kopman, topsprinter Elia Viviani. WielerFlits voelde hem aan de tand in aanloop naar de Tour Down Under.

Het antwoord van Vanbilsen op de vraag hoe hij op vorig seizoen terugkijkt, is duidelijk: “Met gemengde gevoelens.” Het eerste deel van het seizoen was best goed voor Vanbilsen met een bekroning in de Bingoal Cycling Cup-manche Dwars door het Hageland. Daarna volgde er een kleine rustperiode, gevolgd door veel pech. In de derde etappe van de Ronde van Wallonië kwam de neef van Eric Vanderaerden ten val en blesseerde hij zich aan de knie. Een operatie aan zijn meniscus drong zich op. Twee maanden na zijn valpartij kwam Vanbilsen terug in actie maar amper een week later kwam hij alweer ten val.

“In de Franse 1.1-koers Paris-Chauny kwamen in een afdaling een paar renners voor mij ten val. Ik kon ze niet meer ontwijken en viel ook. Een breuk in mijn vinger en schouder was het gevolg en zo kwam mijn seizoen vroegtijdig ten einde.” Ondanks die blessure laat op het seizoen, heeft Vanbilsen naar eigen zeggen een degelijke winter achter de rug. “Ik ben met een beetje achterstand de winter ingegaan, waardoor ik in november ietsje harder moest trainen dan de vorige jaren. Maar nu zit ik zeker op schema. Op stage met de ploeg in december merkte ik dat ik al hetzelfde niveau als normaal te pakken had”, zegt de Limburger.

Lead-out voor Viviani
Een van de grote toptransfers van de afgelopen winter is de overgang van Elia Viviani van Deceuninck-Quick-Step naar Cofidis. De snelle Italiaan neemt zijn vaste lead-out Fabio Sabatini mee, en met Attilio Viviani en Simone Consonni vervoegen nog twee snelle Italianen de Cofidis-rangen. “Een topsprinter als Elia Viviani is zeker een ideale transfer voor een ploeg als Cofidis. Hij is een garantie op succes, zeg maar. Elk jaar weet hij wel een bepaald aantal overwinningen te behalen.” Vanbilsen vertelt dat het inderdaad de bedoeling is dat hij zijn plaatsje in de Viviani-trein vindt. “Al zal ik in het voorjaar ook nog dikwijls in dienst van Christophe Laporte rijden”, benadrukt Vanbilsen. “In een wedstrijd voor sprinters als Gent-Wevelgem is Viviani kopman, terwijl bijvoorbeeld Dwars door Vlaanderen meer voor Laporte is weggelegd.”

Kenneth Vanbilsen wint Dwars door het Hageland 2019  – foto: Cor Vos

In een sprinttrein van een man of vier voor een topsprinter moet een renner als Vanbilsen zeker een plaats hebben. “De samenstelling van de trein wisselt uiteraard wel van koers tot koers. Niet iedereen rijdt namelijk volledig hetzelfde programma. Al is het wel de bedoeling dat ik tot de vaste crew van Viviani ga behoren.” Of dat dan ook op het grootste toneel in de Tour de France het geval zal zijn, laat de Cofidis-renner voorlopig in het midden. “Er kan nog zoveel gebeuren tegen dan. Het hangt er ook van af wie dan in vorm is en wie niet. Voorlopig heb ik daar nog geen zicht op.”

Debuut in Tour Down Under
Na de ploegenpresentatie van vrijdag vertrekt Vanbilsen al naar Australië voor zijn eerste Tour Down Under. Hij rijdt er ook nog de Cadel Evans Great Ocean Road Race. Daarna volgen enkele Franse koersen in de maand februari en dan komt het openingsweekend in België er al snel aan. Vervolgens wordt Vanbilsen ook ingezet in Parijs-Nice.

“Veel renners zeggen dat je de Tour Down Under zeker eens moet meegemaakt hebben. Ik trek met een duidelijke missie naar Australië: de sprint aantrekken voor Elia Viviani. Uiteraard hebben we op stage al uitgebreid geoefend op de lead-out, maar je weet pas echt hoe een trein fungeert in wedstrijdverband. In koers moet je knokken voor je plaats, word je de pas afgesneden door andere renners en moet je handig gebruik maken van andere treinen. Dat zijn omstandigheden die je op stage onmogelijk kan simuleren”, verklaart Vanbilsen.

“Hopelijk kunnen we al meteen mooie resultaten boeken en die lijn het ganse seizoen doortrekken met wat minder pech dan in 2019.”