Lotte Kopecky hecht niet veel waarde aan record en foto’s, maar wel aan Tadej Pogacar
Interview Lotte Kopecky is met een derde zege (in vier jaar tijd) nu recordhoudster wat betreft het aantal zeges in de Ronde van Vlaanderen voor vrouwen. Maar eigenlijk liet haar dat wat koud. Ze wilde vooral graag winnen in de regenboogtrui, na eerdere zeges in de normale outfit van SD Worx-Protime en de Belgische tricolore. Toch is er één aspect wat haar wel enorm aanspreekt. Dat vertelt ze na de Ronde van Vlaanderen tijdens de gebruikelijke persconferentie voor winnaars. WielerFlits was erbij.
Je sprak nog nooit zo veel over de radio als tijdens de Ronde van Vlaanderen 2025. Wat moest Danny Stam allemaal aan je vertellen?
“Ik was op zich wel zelfzeker. Ik weet dat Lianne Lippert best snel is, Kasia Niewiadoma op zich de minst snelle van de vier. Maar ik had een beetje moeite om Pauline Ferrand-Prévot in te schatten (lacht, red.). Ik vroeg een paar keer hoe snel ze is, maar ik denk dat het niet tot in de auto kwam. Dus ik denk dat ik de vraag een keer of drie gesteld had. En ook gewoon communiceren om te vragen hoe groot de achterstand met de groep achter ons was. Om te weten of we gewoon moest doorrijden of dat er een beetje ruimte was om de benen te laten ademen, om het zo maar te zeggen.”
Was je verbaasd door hoe je gereden werd in de finale na de Patenberg, dat niemand een poging ondernam om aan te vallen?
“Ja en nee. De wind was niet zo gunstig. Uiteindelijk kun je wel aanvallen, of een poging doen tot. Maar als je dan met drie erachter zit en de samenwerking op zich goed, dan is dat niet de allerbeste move. Al had ik nog wel een late uitval van verwacht van Niewiadoma. Die kwam er dan ook.”
Maar wel lekker, wetende dat je snel bent en ze gewoon met je doorrijden naar de streep.
“Ja, inderdaad. Nadat we de Kwaremont overkwamen met dat groepje van vier dacht ik: ‘Voor mij is dit prima zo’. Dus ja, het was een leuk finale!” (lacht)
Was het zodoende ook een relatief simpele overwinning voor je? Tactisch was er niet veel op te lossen of iets dergelijks.
“Goh ja, simpel is veel gezegd. Ik denk dat de move van Mischa Bredewold na de Taaienberg wel een heel goede was. Waardoor Anna van der Breggen en ik best op ons gemak zaten daarachter. En dan was het voor mezelf best wel duidelijk dat de benen wel goed zaten. Toen had ik even een kort gesprek met Anna en zei ze dat ik de sterkste was van wat er hier nog rondrijdt. En dat gaf me ook wel vertrouwen. En dan was het gewoon zaak om die Kwaremont goed over te komen en de Paterberg te overleven.”
Heb je die woorden van Anna dan nog nodig?
“Nee, want het gevoel was goed. Maar als Anna dat dan ook nog eens bevestigt, dan geeft dat wel extra veel vertrouwen.”
Hoe diep moet je fysiek gaan om deze overwinning te halen in vergelijking met je eerdere twee zeges bijvoorbeeld?
“In die eerste had ik een heel mooi lead out van een kilometer of twaalf, dankzij Chantal van den Broek-Blaak. Dus die was misschien nog het makkelijkst, tussen haakjes. Die tweede was solo, dus dat was best lastig. En deze was gewoon weer helemaal anders. Maar in deze trui des te specialer.”
Zijn er twijfels geweest in de week vooraf, meer bepaald na Dwars Door Vlaanderen?
“Ja, ik denk dat het logisch is dat er twijfels zijn. Al is de vraag, wat doe je met die twijfels? En uiteindelijk heb ik al wel op bepaalde vlakken genoeg ervaring om het gevoel van woensdag op een bepaalde manier niet te veel te laten meespelen richting de Ronde van Vlaanderen. Het beste voorbeeld daarvan is vorig jaar nog. Of dan niet in de Ronde van Vlaanderen, maar wel Parijs-Roubaix winnen. Ik had na woensdag heel hard kunnen beginnen te twijfelen of panikeren van: ‘Ah shit, wat is er hier aan de hand?’, maar dat had me naar vandaag toe totaal niet geholpen. Dan is dat gewoon accepteren van: oké, dit is misschien nog niet helemaal hersteld van al het voorgaande werk. En dan is die offday ook niet onlogisch en dat is gewoon vertrouwen op extra rust inlassen en zo fris mogelijk proberen te zijn voor deze zondag.”
Hoe is het om als Belgische in de trui van wereldkampioen de Ronde van Vlaanderen te winnen?
“Dat is wel iets waar ik min of meer van droomde. Het is er niet velen gegeven. Het is een beetje het doel dat ik voor mezelf afgelopen week heb gesteld. Een beetje afwachten van hoe de vorm op dit moment zou zijn. Hoe dichter we bij dit moment kwamen, hoe harder ik begon te hopen en te dromen van dit moment.”

Overleven op de Paterberg was het devies – foto: Cor Vos
Op het podium wisselde je wat woorden met Tadej Pogačar. Wat zegt hij dan tegen jou?
“Niet superveel. Het is een heel respectvolle man. Ik vroeg een beetje hoe zijn koers was. Ik had geen idee hoe hij was binnengekomen. Was het sprint of solo? Maar dat bleek dus echt solo. Daar heb ik hem proficiat mee gewenst.”
Is het wel extra bijzonder omdat jullie daar allebei in de regenboogtrui staan?
“Ja, dat was heel speciaal. Sowieso om het podium te delen met Tadej en om dan allebei in die trui te staan… Wederom, dat is niet iedereen gegeven.”
Hecht je daar waarde aan? Ben jij bijvoorbeeld die zo’n foto ergens op een mooie plek in je huis hangt?
“Ik ben niet iemand die zo starstruck is van iets of iemand. Maar ja, ik ga maandag toch eens rustig door de foto’s gaan en misschien dat er wel een leuke foto tussen zit (lacht, red.). Want nogmaals, het is wel een speciaal moment natuurlijk.”
Die finishfoto, van die biceps, waarom verwijs je daar naar?
“Ja, kijk, dat was een soort van grapje. Maar het zijn eigenlijk twee dingen. Deze winter waren we op teambuilding en dan gingen we met de sneeuwscooter. Er waren een paar tekens en dit (een gebogen arm die je op en neer moest laten gaan, red.) was ook een daarvan. Als we gas moesten geven, zouden we zo doen. Maar het was ook een verwijzing naar de biceps. Ze gaan niet groeien, maar het was een soort van grapje.”
De laatste weken is er best wat kritiek op de koerswijze bij de vrouwen. Voel jij je daarvoor als wereldkampioene in die discipline ook verantwoordelijk? En vind je dat je daar ook iets aan moet doen of iets over moet zeggen?
“Ja, op de een of andere manier wel. Uiteindelijk wil ik ook gewoon de mooiste mogelijke koers leveren, maar ik ga ook geen acties ondernemen om de koers mooier te maken en mezelf in het verlies te rijden. Dus ja, het is een beetje dubbel natuurlijk.”
Ben je het eens met de kritiek?
“Ja, ik bedoel, Omloop Het Nieuwsblad was… Dan ben ik het er absoluut mee eens. Dat was ik aan het kijken en toen dacht ik ook van: ‘wat is hier aan de hand?’. Maar ja, ik denk dat we in het verleden ook al heel mooie wedstrijden gezien hebben bij de dames. En oké, misschien was Milaan-San Remo onder weg saai, maar het was wel een mooie finale. We zullen dit jaar nog wel heel mooie wedstrijden gaan krijgen.”
Is het wachten op Demi Vollering om weer echt een strijd tussen de groten te krijgen?
“Demi is zeker een bepalende factor in wedstrijden. Maar dat geldt ook voor Elisa Longo Borghini. Die valt dan hier letterlijk weg; ik hoop dat het goed met haar gaat.”

De finishfoto – foto: Cor Vos

Om te reageren moet je ingelogd zijn.