“Ik denk dat we met de ploeg de perfecte koers hebben gereden”, zei Lotte Kopecky na het BK wielrennen in Anzegem, net nadat ze Jolien D’hoore had verslagen in de strijd om de Belgische driekleur. Van start tot finish vertolkte Lotto Soudal een hoofdrol.

“We hebben vanaf het begin de koers in handen gepakt”, blikte Kopecky terug. “Uiteindelijk kwam ik samen met Jolien voorop en dat was een ideale situatie, omdat ik wist dat ik Jolien haar snelle benen een beetje moest afmatten. En dat is gelukt.” De nieuwe kampioene trok al op 50 kilometer van de streep ten aanval met D’hoore, die ze door en door kent uit het baanwielrennen. “Ik had zeker geen schrik om van ver aan te gaan. Uiteindelijk was dat het best mogelijke scenario.”

In eerste instantie was de samenwerking tussen Kopecky en D’hoore goed en liepen zij vlotjes uit richting de minuut. Tot Kopecky begon te demarreren en hun voorsprong snel terugliep. “Jolien had schrik natuurlijk dat ik van achteruit kwam. En terecht. Ik zou ook niet meer willen overpakken als je weet dat ze van achter u demarreren. Maar we hebben dan toch de samenwerking er terug kunnen inkrijgen en werd het een geweldige finale.”

Ultieme demarrage
Vervolgens plaatste Kopecky op de laatste passage van de Tiegemberg haar ultieme demarrage, maar D’hoore wilde niet kraken. “Ik wilde eigenlijk van beneden gaan, maar ik denk dat Jolien er ook wel op voorbereid was. En ik vond het wel een beetje het juiste moment. Ik ben er echt vol gegaan, maar ik kreeg ze er niet af.” Uit de achtergrond kwam dan Shari Bossuyt sterk opzetten en omdat voorin werd getwijfeld, kon de NXTG-renster aansluiten.

Uiteindelijk moest een sprint met drie de beslissing brengen in deze wedstrijd. Zeker dat ze D’hoore zou kloppen, was Kopecky nooit. “Maar ik voelde me goed en ik wist dat ik niet te lang moest wachten om aan te zetten en dat ik van ver kon aangaan. En dat was achteraf gezien wel de juiste beslissing. Ik denk dat we vandaag het vrouwenwielrennen in België een heel mooie koers hebben gegeven. Ik ben blij dat ik het heb kunnen afmaken.”