Lotto-aanwinst Carl Fredrik Hagen: “Roglic gaf mij hoop om prof te worden”
Foto: ASO
zaterdag 17 november 2018 om 19:00

Lotto-aanwinst Carl Fredrik Hagen: “Roglic gaf mij hoop om prof te worden”

Carl Fredrik Hagen is geen jongen die het normale pad bewandelt. De Noor begon pas vijf jaar geleden met koersen, nadat hij als skiër de eerste stappen in de topsportwereld had gezet. Op zijn 27e tekent Hagen nu zijn eerste profcontract bij WorldTour-ploeg Lotto Soudal. Tijd voor een kennismaking.

Hagen is het schoolvoorbeeld van een laatbloeier. Pas op zijn 24e – in 2015 – zette hij de eerste stappen in het continentale circuit bij het bescheiden Noorse Team Sparebanken Sør. Twee jaar later werd hij opgepikt door dé Noorse opleidingsploeg bij uitstek, Joker-Icopal. Een tweede plek en een ritzege in Ronde van de Elzas, voor toptalenten als Brandon McNulty en James Knox, zette hem vorig jaar al op de radar van de profploegen. Maar dit seizoen bevestigde de Noor met winst in de Tour du Jura en een vierde plaats in de altijd sterk bezette Tour of Norway.

“Ik ben nochtans pas drieënhalf jaar geleden voor het eerst op de koersfiets gekropen”, doet de sympathieke Hagen zijn verhaal aan WielerFlits. “Ik weet het, dat is vrij laat, maar het is wel een droom die ik al lang daarvoor koesterde. Het was gewoon nooit gemakkelijk om een ploeg te vinden die in je gelooft. Mijn niveau ging sinds ik begon met koersen ieder jaar omhoog en dat zag je ook duidelijk aan mijn resultaten. Het is nu afwachten waar mijn limieten liggen, maar ik weet dat ik het potentieel heb om een degelijke renner te worden. Ik wist ook dat het mijn laatste kans zou zijn om prof te worden, dat het een jaar zou worden met het mes op de keel. Ik moest mijn resultaten nog meer omhoog krikken en voor dat contract gaan. Want eens je de 27 gepasseerd bent, wordt het nog eens te moeilijker.”

Hagen is – wat sport op hoog niveau betreft – niet aan zijn proefstuk toe. Voorafgaand aan zijn wielercarrière, maakte hij immers naam als cross-country skiër. “En daarvoor was ik zelfs nog langeafstandsloper”, vult Hagen aan. “Ik ben met atletiek begonnen op mijn zestiende, maar ik kreeg daarbij vaak te maken met blessures en zo was het niet gemakkelijk om veel te trainen. Daarom ben ik met skiën begonnen, want daarbij kon ik het wel opbrengen om veel te trainen. Ik heb er altijd van gehouden om te trainen, en doe het heel veel. Ik hou ervan om in de natuur te zijn. Dat is hoe het allemaal begon, daarna is het jaar na jaar serieuzer geworden. In 2013 kroop ik voor het eerst op de mountainbike, en reed ik ook enkele wedstrijdjes op de weg. Sommige jongens wezen mij op mijn potentieel, ze zeiden: ‘Jij moet van sport veranderen.’ Ik vond het zelf ook heel plezierig om te doen, dus wilde ik het wieleravontuur wel een kans geven.”

Wie het verhaal van Hagen leest, merkt wellicht de gelijkenissen met LottoNL-Jumbo-speerpunt Primož Roglič op, die ook vanuit het wintersportcircuit overwaaide en pas op latere leeftijd prof werd. “Hij is degene die mij hoop heeft gegeven”, geeft Hagen toe. “In de voorbije twee jaar is het voor mij niet altijd rozengeur en maneschijn geweest, ik heb veel zware periodes gekend. Op die zware dagen zat Roglič vaak in mijn achterhoofd, omdat ik wist dat het hem toch gelukt was om prof te worden na een carrière in de wintersport. Ook veel andere Noorse renners, zoals Lars Petter Nordhaug en Gabriël Rasch, zijn pas prof geworden op hun 26e en 31e. Niet iedereen kan zoals Edvald Boasson Hagen zijn, die nog voor zijn twintigste zijn contract beethad. Toen ik 20 was, wist ik niet eens van deze sport af.”

Primož Roglič – foto: Sirotti

Sowieso is het voor een Noor niet gemakkelijk om prof te worden, vindt Hagen, ondanks de vele opleidingsploegen als Joker-Icopal, Team Coop en Uno-X. “De meeste WorldTour-ploegen komen uit traditionele wielerlanden als België, Spanje en Groot-Brittannië. Zij gaan natuurlijk eerst uitkijken naar talenten uit hun eigen land. Als ze dan toch op zoek gaan naar buitenlanders, komen ze eerst bij jongere renners uit. Ik heb gemerkt dat je aan een bepaald profiel moet voldoen, waarmee andere renners kunnen matchen, om op de radar te komen bij die ploegen. Anderzijds is het door de jaren heen wel gemakkelijker geworden dan dat het destijds voor Rasch en Kurt-Asle Arvesen was. Zeker dankzij die continentale ploegen. Maar ik hoop dat we die de komende jaren kunnen omzetten in één goede, talentvolle Procontinentale ploeg.”

Klimmersbenen
Vanaf volgend jaar koerst Hagen in het truitje van WorldTour-ploeg Lotto Soudal. Er was nochtans ook interesse vanuit het Corendon-Circus-kamp van Christoph Roodhooft en kopman Mathieu van der Poel. “Het was geen moeilijke keuze voor mij. Ik heb nooit torenhoge ambities gehad, heb nooit gedroomd om wereldkampioen te worden of zo. Nee, ik wilde altijd een goede renner op WorldTour-niveau in een grote ronde worden en meedoen op het hoogste niveau. Om mijn vaardigheden maximaal te benutten, heb ik die ervaring bij een ploeg als Lotto Soudal gewoon nodig. Ze hebben binnen de ploeg veel ervaren mannen die mij de kneepjes van het vak kunnen leren. Zeker de goede klimmers als Tim Wellens, Tiesj Benoot en Jelle Vanendert, die wil ik graag helpen en ik hoop wel dat ik van die jongens nog veel zal kunnen opsteken.”

Ook het wedstrijdprogramma speelde een rol. “Ze hebben een goed programma met allemaal grote etappekoersen. Ik wil al een tijdje meer etappekoersen rijden, om zo meer koershardheid op te doen en vooruitgang te boeken. Dat was soms een probleem bij Joker, maar eigenlijk zie je dat terug bij alle continentale ploegen. Goede, zware eendagswedstrijden vinden is niet gemakkelijk. De Tour d’Alsace, de Tour du Jura, en wedstrijden als Normandië en Bretagne, dat zijn wel zwaardere koersen, maar nog steeds niet met voldoende lange beklimmingen. Het is gemakkelijker als belofte, want in de U23-categorie zijn die koersen er wel veel. Het lijkt erop dat de koersen, waarin ik mij moest meten, altijd inzetten op het explosieve type. Veel aankomsten op korte klimmetjes bergop, of saaie sprints.”

Hagen wil zich dus vooral ontwikkelen als klimmer, een type renner dat bij Lotto Soudal allesbehalve dik bezaaid is. “Ten minste, zo denk ik er nu over. Ik heb nog nooit echt lange hellingen opgereden. Normaal zou ik dat goed moeten kunnen, dat bleek zo in bijvoorbeeld de Ronde van de Jura. Probleem is dat ik in Noorwegen ook vooral korte klimmetjes terugvind om te trainen, hellingen van drie tot zes minuten. Volgend jaar zal ik mijn trainingen wellicht een beetje moeten aanpassen, maar ik weet nog niet hoe. Normaal gezien bouwt de ploeg meer trainingen in op hoogte, sowieso tijdens de winter. En tijdens het seizoen zullen er wellicht ook nog enkele hoogtestages volgen. Veel ervaring heb ik daar niet mee, maar in mijn periode als skiër deed ik wel hoogtestages. Toen pakte dat in ieder geval goed uit.”

Vlaams leren
Het enthousiasme van de 27-jarige Noor is mooi om zien. Hagen kan amper wachten tot hij volgend seizoen voor het eerst met de grote jongens mee mag rijden. “En dan vooral die etappekoersen, daar heb ik zin in. Ik ben ook blij dat ik mijn seizoen eens wat vroeger kan beginnen dan gewoonlijk, want ik ben wel een type renner dat veel competitie nodig heeft om in vorm te geraken. Al besef ik dat ik vooral in dienst van de ploeg zal zijn. Misschien is dat ook niet slecht, in mijn eerste jaar als prof. Omdat ik pas zo laat met koersen ben begonnen, heb ik nog ontzettend veel bij te leren. Geef mij vooral de tijd om dat leerproces ten volle te doorlopen en geen stappen over te slaan. Dat is het beste voor het verloop van mijn wielercarrière.”

In tussentijd bereidt Hagen zich voor door…. Nederlands te leren. “Ik hoop dat ik snel door de groep bij Lotto Soudal aanvaard word, en dan lijkt het mij niet slecht om een beetje Vlaams te leren. Oké, de staff en renners spreken natuurlijk ook Engels, maar het is nooit verkeerd om de lokale taal te leren. Dat zal mijn inburgering ten goede komen. Ik hou er sowieso wel van om sociaal te zijn en te praten, anderen te leren kennen. Het belangrijkste in het eerste jaar is om deel van de familie te worden en vrienden te maken, dan wordt het sowieso gemakkelijker om goede resultaten neer te zetten. Noors lijkt trouwens een beetje op Nederlands en het Duits. Sommige woorden verschillen niet eens zo veel.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.