Interview Louis Blouwe is voor een uitstekend seizoen als belofte bij Bingoal Pauwels Sauces WB vorige week beloond met een profcontract. De 21-jarige renner won dit jaar zelf al verschillende wedstrijden, maar wil tijdens zijn eerste profseizoen in 2022 vooral de kopmannen helpen. “We zullen zien hoe dat evolueert”, vertelt hij aan WielerFlits.

De naam van Blouwe duikt dit jaar heel vaak op in de uitslagenlijstjes van beloftekoersen. Zo won hij al het berg- en puntenklassement in L’Etoile d’Or, de GP Stad Sint-Niklaas en de GP Rik Van Looy, werd hij na Arnaud De Lie tweede in Bassenge en reed hij top tien in de Tour de la Mirabelle. Na drie seizoenen als belofte bij EFC-L&R-Vulsteke maakte Blouwe begin 2021 al de overstap naar het Development Team van Bingoal Pauwels Sauces WB.

Een overstap die rendeert, aangezien hij er afgelopen week een profcontract mocht tekenen. “In het begin van het seizoen wist ik natuurlijk nog niet dat ik hier prof zou worden, ik had gewoon getekend voor een jaar als belofte”, zegt Blouwe. “Toen ik goede uitslagen begon te rijden wilde de ploeg me een profcontract geven. Daar was al even sprake van, maar ik mocht het nog niet meteen bekendmaken.”

Professionele beloftenploeg
“Door de grote link met het profteam kwam ik bij de beloftenploeg in een erg professionele omgeving terecht. Bij EFC had ik helemaal niet te klagen, maar bij Bingoal is de hele staf bijvoorbeeld hetzelfde voor de beloften als voor de profs. En of we nu belofte of prof waren, de staf behandelde ons even goed. Dat is dus toch een trapje hoger. Ook begon ik hier te werken met een trainer van de ploeg, Christophe Prémont, die zelf ook prof is geweest. Hij laat me redelijk harde trainingen doen, waardoor ik veel verbeterd ben. Ook door in het begin van het seizoen op stage te gaan met de profs ben ik dit jaar sterker geworden”, zegt Blouwe.

Blouwe kan op veel terreinen uit de voeten bij de beloftes. Maar wat ligt hem nu het beste? “Ik doe het liefst van al kleine rondes met wat hoogteverschil, die ook niet té lastig zijn. Het parcours van de Tour de Mirabelle lag me bijvoorbeeld goed. Volgend jaar ga ik vooral beginnen met in dienst te rijden. Als je kopman wil zijn, dan moet je in dienst kunnen rijden en toch nog iets presteren in de finale. We zullen koers per koers bekijken hoe dat evolueert en wie de beteren van de ploeg zijn.”

Wedijveren met Arnaud De Lie
In die Tour de Mirabelle in mei deed Blouwe veel zelfvertrouwen op voor de rest van zijn seizoen. Daar werd hij vijfde en achtste in etappes, en negende in het eindklassement. Ook al is hij eigenlijk geen klimmer, won hij de sprint om de achtste plaats in de koninginnenrit. “Met het vertrouwen dat ik opdeed in de Mirabelle ging ik naar de volgende koersen. Bassenge en de GP Rik Van Looy en GP Stad Sint-Niklaas lagen me heel goed. Aangezien ik ook goed in vorm was, reed ik goede resultaten.”

Blouwe moest in de heuvelkoers van Bassenge af proberen te rekenen met een van de grootste Belgische talenten, Arnaud De Lie. De eerstejaarsbelofte die volgend jaar prof wordt bij Lotto Soudal. “Daar was het parcours redelijk lastig. Er waren plaatselijke rondes waarbij in elk rondje twee klimmetjes van een kilometer zaten. Op het allerlaatste klimmetje die dag, op twee kilometer van de finish, waren we nog met vijftien man overgebleven. Daar heeft De Lie gedemarreerd en er niemand kon reageren. Hij had meteen twintig meter voorsprong. Iedereen zat toen echt à bloc. Daarachter heb ik de sprint voor de tweede plaats gewonnen. Ik heb gegokt op mijn sprint en zo verloren.”

‘Ik leer ook veel van de oudere kopmannen zoals Timothy Dupont (foto) en Sean De Bie’ – foto: Cor Vos

Behulpzame Dupont en De Bie
Ook heeft Blouwe dit seizoen al een aantal keer deel uit mogen maken van de profselectie van Bingoal. In onder meer de Ronde van Hongarije, Dwars door het Hageland en de Heistse Pijl verscheen hij aan de start. “Zo’n profkoersen rijden is echt superchic”, zegt Blouwe.

“Ik leer ook veel van de oudere kopmannen van de ploeg zoals Timothy Dupont en Sean De Bie. Zij geven me veel tips. Ik had eigenlijk niet verwacht dat ze zo behulpzaam zouden zijn naar een belofte toe, maar ze zijn supervriendelijk. Zo leren ze me bijvoorbeeld wat ik moet doen om een sprinter van de ploeg vooraan te houden met treintjes. Bij de beloften leer je dat niet, omdat iedereen daar in één chaos door elkaar rijdt.”

Bij de profploeg komt Blouwe twee renners tegen die net als hij in 1999 werden geboren: Laurenz Rex en Tom Paquot, die ook bestempeld worden als talentvolle renners. “Laurenz is heel vaak de loods van de sprinter van de ploeg, hij is echt een supergoeie renner. Hij is een renner die uitslagen kan rijden. Tom is ook heel sterk. Samen met Laurenz is hij begin dit jaar overgekomen van de beloften.”

“Wij zijn alle drie van hetzelfde jaar, maar zij konden een jaar vroeger prof worden omdat ze vorig jaar al in het Development Team zaten. Of ik wat met hen kan communiceren? Rex kan goed Nederlands, Paquot niet echt, maar het lukt om me in het Frans verstaanbaar te maken. Ondanks de Vlamingen in de ploeg proberen we sowieso om zo veel mogelijk Frans te spreken. Ik kijk ernaar uit om aan mijn Frans te werken”, besluit Blouwe.