Mathew Hayman: “Michael Matthews is een winnaar, die druk gaat hij niet uit de weg”
foto: Cor Vos
Nick Doup
zaterdag 20 maart 2021 om 07:00

Mathew Hayman: “Michael Matthews is een winnaar, die druk gaat hij niet uit de weg”

Interview Michael Matthews start zaterdag voor de negende keer in Milaan-San Remo. La Primavera is een koers die Matthews op het lijf geschreven is, maar winnen deed hij nog niet. Wel eindigde hij al twee keer als derde. Nu ‘Bling’ is teruggekeerd bij BikeExchange mikt hij op het hoogste podium. “We doen er alles aan om hem zijn koersen te laten winnen”, vertelt zijn ploegleider Mathew Hayman in een interview met WielerFlits.

“Ik hoop dat Michael voor ons kan winnen. Hij is een winnaar en een winnaarstype. Dat is hij altijd al geweest. En hij wil graag winnen, die druk wil hij niet uit de weg gaan”, vertelt Hayman, die sinds 2019 ploegleider is. Waar Matthews bij Team Sunweb vorig jaar uit de Tour de France-selectie gelaten werd en zijn geliefde klassiekers moest missen, krijgt hij bij BikeExchange duidelijk het kopmanschap.

“Of het nu de klassiekers zijn of etappes in de Tour de France, wij gaan er alles aan doen om hem zijn koersen te laten winnen. Het is voor onze ploeg ook leuk om weer een Australiër in de positie van kopman te hebben. Nadat Simon Gerrans was vertrokken, hebben we nog wel veel gewonnen, maar het geeft iets extra’s voor sponsoren en de ploeg qua uitstraling in Australië als we de beste renners uit ons land in de ploeg hebben”, geeft de ploegleider aan.

Het programma van Matthews is heel divers, met onder meer Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen, de Brabantse Pijl, Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. “Hij moet wel keuzes maken”, zegt Hayman. “Vooral de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race doet hij graag. Luik-Bastenaken-Luik is zwaar, maar met de nieuwe aankomst kan hij het wel aan.”

De verwachtingen liggen hoog. “Er is geen reden waarom Michael er niet kan winnen. Hij heeft in al die koersen al voorin gereden. Er is niemand die zegt dat hij die wedstrijden niet aan kan. Al is het soms wel een nadeel dat hij alles best goed kan, want hij kan redelijk klimmen en is best wel rap”, erkent Hayman. “En dan wordt hij overal heen gestuurd en overal kopman gemaakt. Dat kan een nadeel zijn. Maar je kan niet zeggen dat San Remo, Vlaanderen en de Amstel hem niet liggen.”

Michael Matthews (rechts) wordt derde in Biot – foto: Cor Vos

‘Nu is het tijd om resultaten te behalen’
“Er zijn renners die er alles aan moeten doen om over die twee klimmetjes te geraken in Milaan-San Remo, om nog te kunnen sprinten. Michael komt daar altijd overheen. Alleen is het erg moeilijk voor hem om te winnen, of zelfs om naar een podiumplek te rijden. Maar het belangrijkste is dat er een plan moet zijn om te winnen. We stellen hem bij BikeExchange niet op omdat we hopen op een plek in de top-5”, vertelt de oud-prof. “Het kan zijn dat Michael daar op de dag zelf tevreden mee is als hij geklopt is, maar dat moet zeker niet de instelling zijn.”

Vorige week begon de 30-jarige Matthews zijn seizoen in Parijs-Nice. In Amilly en Biot sprintte hij naar een derde plek, en door een slim spel met de bonificatieseconden mocht hij na de tweede rit de gele trui aantrekken. In de daaropvolgende tijdrit verloor ‘Bling’ de trui aan ritwinnaar Stefan Bissegger.

“We hadden graag een etappe gewonnen in Parijs-Nice”, blikt Hayman terug. “Michael heeft veel energie gestopt in die strijd om de bonificaties om de leiderstrui te pakken. We focusten ons daarna op de oplopende aankomst in etappe zes, maar daar botste hij op een super goede Primož Roglič. Maar met de vorm van Michael zit het goed. Hij heeft extreem hard gewerkt om in topvorm te geraken, en nu is het tijd om resultaten te behalen.”

Amund Grøndahl Jansen en Luke Durbridge
Afgelopen winter versterkte BikeExchange de voorjaarskern met Amund Grøndahl Jansen, die de laatste jaren meer dan regelmatig een helpersrol vervulde bij Jumbo-Visma. “Ik weet wat hij waard is geweest als knecht en sterke man bij Jumbo-Visma”, zegt Hayman. “Door de verandering van zijn ploeg kan hij zichzelf ook verbazen. Ik wil graag zien hoe ver hij kan komen in het voorjaar, want als je in een ploeg zit met Wout van Aert kan je niet echt naar uitslagen kijken. Dan moet je ook naar het koersverloop kijken.”

“We gaan Amund zeker kansen geven in het voorjaar. Michael Matthews kan, en gaat, niet alle klassiekers rijden. Er zijn genoeg wedstrijden om voor eigen kansen te gaan bij ons. De sterksten komen in het voorjaar altijd naar voren. Je hoeft dan niet eens de kans te krijgen van de ploegleider, want als je goed bent, rijd je van voren”, vertelt Hayman vanuit zijn jarenlange ervaring.

Naast Matthews en Grøndahl Jansen ziet Hayman nog een belangrijke schakel in de voorjaarskern van BikeExchange. “We hebben Luke Durbridge ook nog. Hij reed een ijzersterk Australisch voorseizoen en won daar de kleine versie van de Tour Down Under. Ook was hij heel sterk op het nationale kampioenschap, die uiteindelijk gewonnen werd door Cameron Meyer. Hij heeft verschillende jaren pech gehad, maar ook vaak sterk gereden in de klassiekers. Alleen haalde hij niet de uitslagen die hij verdiende. Stiekem hoop ik dat hij dit jaar regelmatig bij de eersten rijdt en zo de kans krijgt om te laten zien wat hij kan.”

Klassiekerkern
Hayman, die samen met Lorenzo Lapage (54, veertien jaar prof geweest) de vaste ploegleider is in het voorjaar, is het oneens met de stelling dat de klassiekerploeg van BikeExchange niet breed genoeg is. “Toen Fabian Cancellara won, werd hij gesteund door zijn ploegmaten, maar had hij op papier niet de sterkste ploeg. Je hoeft maar een kopman te hebben. En stel dat Matthews, Durbridge of Amund heel goed rijdt, dan gaan die andere mannen er ook staan. Dat is net als in een rittenkoers”, countert hij.

“We hebben ook nog Jack Bauer, Alex Edmondson, Alexander Konychev, Robert Stannard en Luka Mezgec dit voorjaar”, somt Hayman op. “Als het nodig is, zijn ze waar ze moeten zijn. En ze kunnen die andere mannen steunen. Wij hebben bij BikeExchange niet tien renners die vechten om zeven plekken elke week. Dat zou leuk zijn, maar we zijn geen Deceuninck-Quick-Step. De mannen die het voorjaar rijden, houden van deze koersen. Daar ben ik niet bang voor.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.