Woensdagmiddag werd in Antwerpen de veldritkern van Corendon-Circus voorgesteld. Al is kopman Mathieu van der Poel absoluut nog niet aan crossen toe. Die zit met zijn gedachten uiteraard bij het WK op de weg in Yorkshire. Pas op 22 oktober rijdt hij zijn eerste competitiewedstrijd in het veld.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

“Eerlijk? Ik schrok toen ik hoorde dat dit weekend het veldritseizoen van start gaat”, vertelt Mathieu van der Poel op de druk bijgewoonde presentatie van Corendon-Circus. “Ik heb geen crossfiets meer aangeraakt sinds mijn laatste wedstrijd vorige winter. En mij hoofd staat ook nu absoluut nog niet naar crossen. Via de Tour of Britain en nog twee Belgische semi-klassiekers werk ik naar het WK in Yorkshire toe. Daarna doe ik nog het test-event MTB in Tokio. Pas dan hervat ik de crosstrainingen.”

Hij geeft toe dat hij toch wel anders naar het veldrijden kijkt dan in het verleden. “Logisch denk ik, na mijn goede zomer. Het is niet meer zo mijn hoofdding als vroeger. Ik doe het nog heel graag, hoor. Maar nu is het toch meer pure fun.” Niets moet, alles mag. “Klopt. Ik heb zowat alles al gewonnen. Eigenlijk is alleen het WK een echt doel. Daarin wil ik uiteraard wel scoren.”

Programma voor deze winter
Van der Poel heeft ook zijn programma voor deze winter nog niet rond. “Ik herbegin op 22 oktober in Woerden. Daarna volgen de Koppenbergcross en het Europees kampioenschap in Italië. De rest moet ik nog bekijken. De DVV Verzekeringen Trofee rijd ik normaal volledig. Wat de Superprestige in de resterende wereldbekerwedstrijden betreft, moet ik het nog bekijken. Maar klassementsambities ambieer ik in beide regelmatigheidscriteria zeker niet.”

foto: Cor Vos

Maar eerst dus het WK op de weg in Yorkshire. Van der Poel lijkt er bijzonder rustig naar toe te leven. Een hoogstetage in de Sierra Nevada sloeg hij over om thuis in zijn vertrouwde omgeving in een hoogtetent te slapen. “Ik ben dit jaar al voldoende onderweg geweest. Thuis deed ik hetzelfde als wat ik in de Sierra Nevada zou hebben gedaan. Ik mis alleen de klimkilometers, maar dat lijkt me voor Yorkshire geen noodzaak. Ik heb overigens nog de Tour of Britain, wat volgens mij redelijk vergelijkbaar is.”

Van der Poel zal in Yorkshire bij de absolute topfavorieten gerekend worden. Maar ook daar zit hij niet mee. “Ik kan me er wel in vinden dat ze mij bij de grotere kanshebbers rekenen. Maar er zijn er nog, hé. Julian Alaphilippe bijvoorbeeld. Alexey Lutsenko, als die meedoet. Er zijn er veel die dat aankunnen.”

Op dezelfde lijn als Moerenhout
Van der Poel wordt straks kopman van de Nederlandse ploeg. Wekelijks heeft hij contact met bondscoach Koos Moerenhout. “We zitten op dezelfde lijn. De namen die Koos me voorstelde, leken me allemaal evident. Al is dat best relatief. Een goede ploeg rondom jou is leuk, maar je moet vooral zelf de benen hebben en honderd procent zijn. Anders lukt het ook niet om wereldkampioen te worden. Ik vraag trouwens niet dat iedereen zich van meet af aan voor mij gaat opofferen, hé.”

foto: Cor Vos

Wat als hij door de koersomstandigheden plots in een dienende rol zou worden geduwd? “Oei. Daar heb ik nog niet aan gedacht. Ik kan het me ook niet meteen voorstellen. Ik reis in elk geval niet naar Yorkshire af om in dienst te rijden. Aan mij om ervoor te zorgen dat ik op de belangrijke momenten mee ben. Anderzijds ben ik ook slim genoeg om te beseffen wat ik wel en niet moet doen. Als een groep met drie landgenoten wegrijdt en ik ben niet mee, dan zal ik het gat niet dichten.”

Van stress zal hij geen last hebben, vertelde hij er bij. “Nee. Op een WK veldrijden is dat anders. Dat duurt maar een uur en alles moet meteen goed gaan. Op de weg heb ik meer dan voldoende tijd om er in te komen. Ook niet in de finale, nee. Dat ik een verantwoordelijkheid draag om het af te maken als een ploeg een hele koers in mijn dienst rijdt? Die had ik het voorbije voorjaar ook. Daar ben je op dat moment niet mee bezig…”