Mathieu van der Poel leert Tadej Pogacar wijze lessen op de keien
Opinie Het was een spontaan antwoord tijdens zijn persconferentie. Als Tadej Pogacar een kleine jongen zou zijn, dan zou hij dromen om Mathieu van der Poel te zijn. Een groter compliment van de beste wielrenner van deze generatie kon ‘MVDP’ zich niet voorstellen. Al gaf de drievoudig winnaar van Parijs-Roubaix als reactie: “Ik denk dat ik zou dromen om Tadej te zijn.”
Aan het Vélodrome André Pétrieux wordt jaarlijks de eerste balans van het voorjaar opgemaakt. Van Omloop Het Nieuwsblad via de Strade Bianche en Milaan-San Remo naar de kasseienklassiekers van Vlaanderen en Le Nord. Het waren zeven weken van wielrennen op uitzonderlijk niveau.
Het voorjaar van 2025 was meer dan ooit het feest van Mathieu en Tadej. Zelden staken twee renners in het voorjaar zo ver boven de rest uit. Zij hebben meesterlijke gedomineerd in hun klassiekers. Van der Poel won San Remo, Harelbeke en Roubaix en eindigde in Vlaanderen als derde. Pogacar zegevierde in de Strade Bianche en Vlaanderen, terwijl hij in Roubaix op plek twee en in San Remo op de derde plaats bleef steken.
Niet alleen de uitslagen spreken boekdelen, maar ook de cijfers tijdens de wedstrijden. Pogacar zette een nieuw snelheidsrecord in Vlaanderen en verbeterde onderweg liefst 10 KOM’s. En Van der Poel realiseerde in Roubaix de tweede snelste Hel uit de geschiedenis, terwijl hij dat record vorig jaar al pakte.
Iedere week kunnen we nieuwe statistieken toevoegen aan de heerschappij van Mathieu en Tadej. Ze zitten allebei nu op acht gewonnen Monumenten, terwijl hun podiumscore in de Monumenten waar ze aan de start stonden bij beiden 66,6% is: Van der Poel 14 uit 21 en Pogacar 12 uit 18.

foto: Cor Vos
De concurrentie moet zo langzamerhand moedeloos worden om tegen deze twee fenomenen te koersen. Al moet wel gezegd worden dat Mads Pedersen hard op weg was om de kloof te overbruggen. Qua niveau zit de Deen heel dicht tegen ‘MVDP’ en ‘Pogi’ aan. In Gent-Wevelgem demonstreerde hij zonder de ‘Grote Twee’ dat hij ‘the best of the rest’ is met een winnende solo van liefst 56 kilometer. Neem zijn ziekte na Parijs-Nice weg en laat hem in Parijs-Roubaix niet op een cruciaal moment lek rijden, dan hadden we hem nog hoger kunnen inschalen. Zijn tweede plek in Vlaanderen en derde plaats in Roubaix benadrukken zijn status.
De 122e editie van Parijs-Roubaix had alles in zich wat deze tocht over middeleeuwse karrensporen zo mooi en zwaar maakt. Het werd een afvalkoers waar materiaalpech favorieten terugwierp. Een survival of the fittest. Een helletocht voor de artiest met de beste stuurmanskunst. Deze ‘Le Nord’ werd de speeltuin van de drie topfavorieten. Alleen Wout van Aert was niet op het verwachtte appel en was de grote verliezer.
Eerlijk
De Belg van Visma | Lease a Bike kon na het Bos van Wallers niet mee met de besten. “Ik geraakte niet vooruit”, was hij wederom eerlijk. Met vierde plaatsen in Vlaanderen en Roubaix en een ‘gênante’ tweede plek in Dwars door Vlaanderen was zijn voorjaar niet slecht, maar er was op veel meer ingezet. Van Aert heeft niet kunnen aantonen dat hij naar het niveau van Van der Poel, Pogacar en Pedersen kan groeien. “We kunnen niet tevreden zijn”, was sportief directeur Grischa Niermann van de ‘killerbees’ duidelijk.
Misschien moet Van Aert richting zijn twee geliefkoosde Monumenten toch kijken naar de aanpak van Van der Poel. Er is binnen het kader van Alpecin-Deceuninck geconstateerd dat hij dankzij zijn deelname aan de Tirreno-Adriatico net die laatste procentjes qua scherpte opdeed in vergelijking met twaalf maanden eerder. Dat hij daardoor een ietwat hoger niveau kon halen.
Er zijn de laatste jaren al velen die een hoogtestage richting het Vlaamse voorjaar hebben geprobeerd, maar nog altijd lijkt de weg via Tirreno of Parijs-Nice en vervolgens Milaan-San Remo de beste manier om de topvorm in deze weken aan te tikken. Daarbij is Milaan – San Remo een klassieker die op het lijf van Van Aert is geschreven. Zo’n Monument mag hij niet links laten liggen…
De finale van Parijs-Roubaix bracht de wielersport het gedroomde duel. De acrobaat versus de alleskunner. De specialist tegen de veelvraat. Het zwaargewicht contra het lichtgewicht. Mathieu van der Poel versus Tadej Pogacar.

foto: Cor Vos
Voor de tweede keer dit voorjaar liep Pogacar tegen zijn onstuimigheid aan. Net als in de Strade Bianche schatte hij ook nu een bocht verkeerd in. Op 38 kilometer van de streep op de gemene kasseien van Ennevelin draaide hij te snel naar binnen. “Ik had de wind in de rug en ging voluit. Remmen hielp niet meer”, concludeerde hij voorbij de finish. Wetende dat je nooit te wild mag zijn op deze keien.
Vervolgens kregen we kilometerslang een secondespel op het scherpst van de snee tussen de twee grote tenoren. Waarin uiteindelijk Pogacar het hoofd moest buigen voor Van der Poel. Na een solo van liefst 38 kilometer kon hij zijn derde kei op rij ophalen. Een uitzonderlijke prestatie waar in de 130-jarige geschiedenis van L’Enfer alleen Octave Lapize en Franceso Moser in slaagden.
De glimlach waarmee Pogacar het Vélodrome naar binnen reed, alsof hij net een volkoren brood bij de bakker had gehaald, verraadde veel. Iemand anders zou woest op zichzelf zijn dat hij in zo’n bocht misschien wel de overwinning had laten liggen. Pogacar is daarentegen de relaxedheid zelve. Als debutant na zo’n geweldige koers als tweede eindigen ziet hij als een overwinning. Een bevestiging dat dit Monument ook binnen zijn handbereik ligt.
Behendigheid
Al moet er eerlijk geconcludeerd worden dat Van der Poel niet alleen op basis van zijn behendigheid op dit terrein duidelijk een streepje voor heeft op de Sloveen. Het wordt moeilijk voor de drievoudig Tour de France-winnaar om als lichtgewicht van 66 kilogram op dit vlakke terrein weg te rijden bij de Nederlander. Zijn versnellingen waren voor ‘MVDP’ speldenprikken, die hem nooit in problemen brachten. Met zijn rappere sprint op de wielerbaan heeft de Nederlander vervolgens in deze koers altijd een extra wapen.
Je weet het echter nooit. Van der Poel moest immers op het Carrefour de l’Arbre ook nog afrekenen met een lekke band. In de Hel moet je ook Vrouwe Fortuna kunnen beminnen. Laat Pogacar alsjeblieft de komende jaren terugkomen naar Parijs-Roubaix. En laat de grap van Adrie van der Poel waarheid worden. Hij grapte dat Mathieu misschien streeft om tien Monumenten te winnen. Laten we het hopen. Want de wielersport is momenteel getuige van een unieke titanenstrijd die nooit lang genoeg kan duren…
