Interview Een verrassende naam in de top tien van de Volta Limburg Classic was Mathijs Paasschens. Hij eindigde als negende en was daarmee de eerste Nederlander in de uitslag. Voor velen is Paasschens een onbekende naam. WielerFlits zocht de 23-jarige neoprof van Wallonie-Bruxelles op voor een kennismaking.

In Nederland klinkt Mathijs Paasschens waarschijnlijk niet bekend in de oren. Niet gek, want op zijn derde verhuisde hij met zijn ouders naar Vlaanderen. Toch voelt hij zich meer Nederlander dan Belg. “Je hoort niet dat ik een Nederlander ben, omdat ik in België opgegroeid ben, maar mijn ouders zijn Nederlanders en dat blijft toch de bovenhand houden. Op het WK voetbal zou ik voor Oranje supporteren”, lacht Paasschens.

Aanvankelijk koos de Nederlander voor een voetbalcarrière. Hij was uitgekeken op de sport dus hij ging met vrienden fietsen door het hinterland van Heverlee. Hij kreeg al snel de smaak te pakken en schreef zich als tweedejaarsnieuweling in bij het regionale wielerteam: Lotto-Olympia Tienen. Bij de Nieuwelingen en Junioren kon hij geen potten breken. “Ik kwam niet uit een wielergezin, dus ik moest overal vanaf nul beginnen. Ik wist niet of er water of sportdrank in mijn bidon moest, ik zat verkeerd op mijn fiets en ik had moeite met me te positioneren in het peloton. Ik reed wel af en toe eens top tien, maar meer zat er toen niet in.”

Zeven overwinningen
Het duurde tot zijn derde jaar bij de beloften tot Paasschens zijn eerste koers won. Hij maakte dat jaar de overstap naar Home Solution-Soenens en nam ook een trainer, Jasper Vaeck, onder de arm. Dat rendeerde meteen, want hij won dat jaar zeven koersen, waaronder het eindklassement in de Ronde van Vlaams-Brabant en het provinciaal kampioenschap in Galmaarden met aankomst op de Bosberg. Dat leverde vooralsnog geen profcontract op. In de UCI 1.2-koersen bleef Paasschens nog onder de radar. Ook in 2018, zijn laatste beloftenjaar, zette hij die lijn door. Hij behaalde acht overwinningen waaronder een rit in de Trois Jours de Cherbourg en een rit in de Ronde van Namen. “Die twee zeges behoren tot mijn mooiste momenten bij de jeugd.”

Belg worden
Naast die zeges presteerde Paasschens dat jaar ook in de UCI 1.2-koersen. Hij behaalde een vijfde plaats in de Flèche Ardennaise, wat zijn klimcapaciteiten nog eens onderstreept. Niet vanzelfsprekend met een lichaamsgewicht van tachtig kilogram. Ook in Parijs-Tours U23 finisht hij als vierde. Dat zette de deur naar het profwielrennen op een kier. Er waren onder andere gesprekken met Sport Vlaanderen-Baloise. “Ik overwoog om de Belgische nationaliteit aan te vragen, maar omdat dat een lange procedure was, koos Sport-Vlaanderen ervoor om een ‘echte’ Belg een contract te geven”, vertelt Paasschens.

De student Sport- en Bewegingswetenschappen had de hoop op een profcontract opgegeven. Toen kwam er een plaatsje vrij bij Wallonie-Bruxelles en kreeg Paasschens het vertrouwen van ploegleider Christophe Brandt. Dankzij het topsportstatuut kan de in Vlaams-Brabant wonende renner zijn studies combineren met zijn leven als profwielrenner. “Ik neem nu minder studiepunten op en ik kan mijn examens spreiden. Ik kan ook niet de heel dag op mijn fiets zitten, dus is dat de ideale afleiding. Ik ben niet het grootste talent en als er iets gebeurt, wil ik een diploma achter de hand houden”, zegt de renner van Wallonie-Bruxelles wijselijk.

Volta Limburg Classic
Dat Mathijs Paasschens de overstap naar de profs goed verteerd heeft, bewees hij onder andere in de Driedaagse Brugge-De Panne, waar hij een hele dag voorop reed. Twee weken geleden liet hij zijn eerste toptienplaats bij de profs optekenen in de Volta Limburg Classic. “Ik anticipeerde op het plaatselijke parcours in Eijsden. Niet veel later kwam er een grote groep van dertig man aansluiten. Omdat onze ploeg sterk vertegenwoordigd was, moest ik het tempo onderhouden. Uiteindelijk reed een groep van drie renners weg met onze snelle man Justin Jules. In de laatste plaatselijke ronde reed ik nog weg met vijf renners en ik kon mij daar verzekeren van een plaats in de top tien”, doet de laatbloeier zijn verhaal.

“Koersen met veel wind en kleine hellingen die elkaar snel opvolgen liggen mij het best.” Wie koersen met korte hellingen zegt, denkt meteen aan de Brabantse Pijl. De start vindt plaats in Leuven, de stad waar Paasschens is opgegroeid en momenteel studeert. Toch gaat hij er niet van start. “Ik vind het jammer dat ik niet start in de Brabantse Pijl, maar ik lig er niet van wakker. De ploeg bepaalt wat ik rijd en ik start de dag ervoor (gisteren, red.) in Paris-Camembert.” Paasschens behaalde een mooie zesde plaats op vijf seconden van winnaar Cosnefroy. “De bedoeling is om dit jaar van alles te proeven en sterker te worden”, aldus een gemotiveerde Mathijs Paasschens.