Jurgen Mettepenningen weet niet of zijn veldritploeg Pauwels Sauzen-Bingoal volgend jaar nog de reis naar de Verenigde Staten maakt voor de wereldbekers aldaar. Ondanks dat Eli Iserbyt afgelopen weekend in Iowa City won, vindt de ploegbaas de trip te duur. “Buiten de sportieve belangen hebben we geen enkel commercieel belang”, zegt hij tegen Sporza.

“Als je het rationeel bekijkt, dan zie je dat dit geen goeie investering is. Het kost heel veel geld om naar de VS af te reizen”, aldus Mettepenningen, die twijfelt om in 2020 weer te gaan. “Je fietst er tegen dezelfde renners die de week voordien in Eeklo ook al aan de start stonden. Dan vraag je je af wat het nut is om nog in Amerika te crossen. Ik vraag me zelfs af of we volgend jaar überhaupt nog zullen afzakken naar de VS.”

Pauwels Sauzen-Bingoal moet voor de reis naar Iowa City en Waterloo zeker 40 duizend euro neertellen. “Het kostenplaatje loopt hoog op en ik vind het niet verantwoord om die kost te laten dragen door een crossteam”, zegt Mettepenningen. “Voor de Wereldbeker zijn er nog mooie landen en locaties om crossen te organiseren. Dat hoeft niet over de plas. Ik begrijp dat de ploeg van Sven Nys dat anders bekijkt, maar bij ons is zo’n commercieel belang minimaal.” Telenet-Baloise heeft met Trek een belangrijke sponsor in Waterloo, Amerika.

“Het concept is niet geslaagd, maar ik wil de UCI niet met de vinger wijzen. Ze hebben geprobeerd om deze sport te mondialiseren, maar daar is weinig sprake van”, concludeert Mettepenningen.