Het duurde precies 844 dagen sinds zijn laatste overwinning in de Ster ZLM Toer, maar woensdag was het eindelijk opnieuw raak voor Moreno Hofland. De 26-jarige sprinter van Lotto Soudal sloeg toe in de Famenne Ardenne Classic, een nieuwe eendagskoers in het gelijknamige gebied. “Dit is een heel mooie overwinning, omdat ik er lang op moest wachten”, vertelt de Roosendaler aan WielerFlits.

Ploegwerk afgemaakt
Hofland wist zich in een lastige koers knap staande te houden. “Het was best een lastig parcours met een hoop klimmetjes. De omgeving kende ik al, omdat ik met de opleidingsploeg van Rabobank daar in 2010 en 2011 op trainingskamp ben geweest. We waren wel de enige WorldTour-ploeg aan de start, dus iedereen keek naar ons. Vanaf het begin af aan hebben we de koers gecontroleerd, totdat we op het plaatselijk rondje kwamen. Daar heeft Roompot-Nederlandse Loterij de koers opengebroken.”

“Toen was het peloton al snel uitgedund”, blikt Hofland terug. “Er reden daarna een paar mannen weg, maar met de ploeg hebben we die teruggehaald. Daarna controleerde we de eerste groep en wist ik dat ik een van de snelsten ging zijn. Ik ging in het wiel van Tosh Van der Sande de laatste bocht in. Ik wist dat het wind tegen was, dus ik wilde eigenlijk niet te vroeg aan gaan. Maar dat moest wel en ik kon het op een licht oplopende finish afmaken. Dat is iets wat me goed ligt, dus ik ben er erg blij mee.”

Zelfreflectie
De overwinning voor Hofland smaakt des te zoeter, omdat hij er vorig jaar ook al een paar keer dichtbij was. “Om dit nu op het einde van het jaar te doen, doet extra veel deugd. Er is de laatste jaren veel kritiek op mij geweest. Ik ben als belofte snel opgekomen en op het begin heb ik gelijk een aantal mooie wedstrijden gewonnen. Dan verwachten mensen al snel veel van je, door de ploeg, door de fans, maar ook door mezelf. Kijk, als je dan een aantal moeilijke jaren doormaakt, door zoals nu twee jaar niet te winnen… Ja, natuurlijk komt er dan kritiek over je heen.”

Omdat het de in 2016 niet wilde vlotten, besloot de sprinter het vertrouwde nest te verlaten. Afgelopen winter wisselde Hofland LottoNL-Jumbo in voor Lotto Soudal. “De verandering van ploeg heeft me goed gedaan. Ik heb veel geleerd dit jaar. Niet alleen in de trein, maar ook dat de kansen die je zelf krijgt kostbaar zijn en je die altijd moet pakken. Maar ook een nieuwe omgeving, een nieuwe aanpak van het seizoen. Nu weer mijn eerste koers gewonnen. Ik hoop de stijgende lijn terug te pakken te hebben en mijn koersen te winnen. Maar vergeet niet dat ik niet dé massasprinter ben, die een Dylan Groenewegen bijvoorbeeld wel is. Ik moet het hebben van lastigere koersen en het aankomen in een kleinere groep.”

‘Wil me graag ontwikkelen als iemand die lastige koersen kan afmaken’
De Lotto Soudal-renner maakte de afgelopen twee seizoenen niet de beste periode mee. En dat terwijl hij in 2014 definitief leek door te breken met een zege in Parijs-Nice. “Daar viel het toen allemaal perfect op z’n plaats. Als dat in de toekomst opnieuw gebeurt, kan ik heus nog wel eens een mooie massasprint winnen in een dikke koers. Maar ik heb gewoon iets lastiger terrein nodig. Dat is wel iets waarop ik me wil ontwikkelen. Lastige finales, lastige koersen. En de afgelopen twee jaren is dat allemaal net niet helemaal goed gevallen en dan verandert het beeld dat mensen van je hebben al snel. Dan moet je hard knokken om terug te komen.”

Hofland is in ieder geval vastberaden om zichzelf te bewijzen. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de buitenwereld. “Het enige dat ik wil, is laten zien wat ik écht kan. En dat gaat vanaf nu weer gebeuren. Al ben ik ook realistisch. Deze koers is natuurlijk niet te vergelijken met Parijs-Nice. Maar je moet ergens beginnen. Het was een mooie koers en een lastige wedstrijd. Dat is goed voor het zelfvertrouwen. En ik hoop de komende tijd in de Tacx Pro Classic en de Tour of Guangxi weer lekker mee te doen. Volgend jaar wil ik een mooi programma uitstippelen waarin ik toch een aantal keer voor mijn eigen kansen mag gaan, zodat ik kan laten zien wat ik waard ben.”