Moreno Moser leek voorbestemd om een grote wielrenner te worden, toen hij in 2012 zijn debuut maakte voor Liquigas-Cannondale. De Italiaan wist de verwachtingen echter niet in te lossen. Nu hoopt hij bij het ProContinentale Nippo-Vini Fantini-Europa Ovini vooral het plezier weer terug te vinden. “Koersen werd echt een nachtmerrie”, is Moser openhartig in gesprek met Tuttobici.

De 27-jarige puncheur – neef van voormalig kampioen Francesco Moser – begon zijn profcarrière stormachtig. Zo won hij in zijn debuutseizoen onder meer de Ronde van Polen en Rund um den Finanzplatz. Het jaar daarop was hij zelfs de beste in Strade Bianche. Dit is ruim vijf jaar later nog altijd zijn laatste grote zege.

Moser wist niet aan de verwachtingen te voldoen, waardoor hij de laatste jaren vooral in dienst reed. Dit seizoen won hij nog wel de Trofeo Laigueglia, maar blij met zijn jaar is hij niet. “Hoe kan ik tevreden zijn? Het is geen leuk gevoel als je in elke wedstrijd wordt gelost, hoe hard je ook traint.”

Moreno Moser won dit jaar nog de Trofeo Laigueglia – foto: Sirotti

Gevoelig voor kritiek
“Ik hou ervan om te trainen en om af te zien, maar als het uiteindelijk niks oplevert. Dan is het een nachtmerrie om naar wedstrijden te gaan.” Moser geeft toe dat hij gevoelig is voor kritiek. “Ik probeer me nu volledig af te sluiten, maar kritiek deed me altijd veel. Het deed me geloven dat ik iets verkeerd deed, dat ik niet hard genoeg trainde.”

De Italiaan hoopt bij zijn nieuwe werkgever weer op te bloeien. “Na mijn debuut waren de verwachtingen hooggespannen, maar je bent als wielrenner afhankelijk van zoveel factoren. Ik probeer nu te begrijpen waarom het altijd mis gaat. Waarom ik telkens tegen een muur bots. Het is niet alleen iets mentaals.”