Wereldbeker veldrijden moet snoeien in aantal Belgische manches
foto: Cor Vos
Nico Dick
woensdag 26 januari 2022 om 07:45

Wereldbeker veldrijden moet snoeien in aantal Belgische manches

Opinie De eerste échte editie van de vernieuwde Wereldbeker veldrijden zit erop. De vuurdoop van het meest prestigieuze regelmatigheidscriterium mag voor zeventig procent geslaagd genoemd worden. Wat betekent dat er nog ruimte is voor verbetering. Dat 16 manches te veel van het goede is, is voor iedereen duidelijk. Daarnaast mag best ook gesnoeid worden in het aantal Belgische proeven.

Nadat Flanders Classics het voorbije decennium haar stempel drukte op het Vlaamse voorjaar op de weg, stapte het bedrijf in 2018 ook in het veldrijden. In eerste instantie als eigenaar van de Superprestige, vanaf vorig seizoen is het – samen met de Internationale Wielerunie UCI – verantwoordelijk voor de organisatie en de uitwerking van de Wereldbeker.

Na een noodeditie (veroorzaakt door Covid-19) vorige winter, vond dit seizoen de eerste echte versie van die vernieuwde Wereldbeker plaats. Zestien manches, verdeeld over zes landen, hoofdzakelijk afgewerkt op zondagen. Dat laatste met als doel de herkenning en de uniformiteit te vergroten. Geen discussie over, daar is Flanders Classics nu al grotendeels in geslaagd. Op zondag is het Wereldbeker en die is in Nederland te zien op Eurosport (Player). In Vlaanderen blijft dat nog wat zoeken. De ene keer moet je op Eén afstemmen, de andere keer op Telenet en Proximus. Wel telkens met dezelfde vertrouwde stemmen.

Minpunt: dat alle andere crossen die geen deel uitmaken van de Wereldbeker moeten wijken, voelt niet goed. Voor wie op zaterdag kan organiseren in combinatie met een Wereldbeker op zondag in de buurt, is de schade beperkt. Maar dat bijvoorbeeld Gavere, een van de oudste klassiekers die het veldrijden rijk is, naar februari moet verhuizen, is een brug te ver.

Zondag werd de Wereldbeker afgesloten in Hoogerheide – foto: Cor Vos

De grootste kritiek gaat echter over het aantal manches. ‘Zestien is té veel. Het versmacht de rest van de kalender’, foeterde Sven Nys vorig jaar al. Het is gebleken dat Nys daar een punt had. Bij Flanders Classics beseffen ze het probleem. CEO Tomas Van den Spiegel liet al uitschijnen dat dat aantal volgende winter naar veertien wordt herleid. Minder kan voorlopig niet, omdat dat zo in het contract met de UCI staat. En wellicht omdat dat ook een rem zet op de inkomsten van Flanders Classics.

Minder wedstrijden betekent immers minder fee. Terwijl Flanders Classics deze winter alleen al zwaar heeft geïnvesteerd om deze editie tot een goed einde te brengen. Denk maar aan het redden van de wedstrijd in Zonhoven, die concurrent Golazo plots niet meer wilde organiseren wegens niet rendabel. Voorts werd een aantal manches zonder publiek afgewerkt. Daar zal in overleg ook andere honoraria aan Flanders Classics betaald zijn.

Veertien dus, volgende winter. Het zou voor minstens één extra vrij weekend kunnen zorgen, zodat de teams die dat willen een tussentijdse stage kunnen inlassen. Tenminste, als de Belgische federatie dat weekend niet meteen opvult met andere wedstrijden. Voorts werkt Flanders Classics volgens onze bronnen naarstig verder aan het internationale karakter. Er wordt een manche in Londen toegevoegd en we keren ook terug naar Spanje. De naam Benidorm is de voorbije weken al een paar keer gevallen. Met de VS, Tsjechië, Italië, Frankrijk, Nederland en België zouden we dan spreken over acht landen.

Een van de mooiste decors dit jaar, in het Franse Flamanville – foto: Cor Vos

Komen we bij een volgend heikel punt. Zes van de zestien – volgende winter vijf van de veertien? – wedstrijden die in België worden verreden, dat is en blijft veel als je de naam WorldCup wil gebruiken. Maak je daarmee indruk op het Olympisch Comité? Misschien moet drie het streefdoel worden. Dat geeft ruimte om de kalender nog verder te internationaliseren. Ook opvallend: met Koksijde, Zonhoven en Antwerpen (dat nu weliswaar werd afgelast) telt de Wereldbeker drie zandcrossen. Beter focus je op meer internationale parcoursen, die meer spankracht garanderen en waar ook niet-Belgen en – Nederlanders hun gading vinden.

Flanders Classics geeft zichzelf een aantal jaar tijd om naar een optimale kalender te streven. Dat krediet verdienen eigenaar Wouter Vandenhaute en co. Al is het maar omdat ze met de hervorming van het voorjaar op de weg bewezen hebben dat ze in staat zijn kwaliteit neer te zetten. Ook dat ging niet zonder slag of stoot. Dat Vandenhaute en Van den Spiegel bereid zijn te luisteren naar de meningen van de diverse stakeholders, pleit in hun voordeel. Nu nog hopen dat elke partij mee zijn schouders wil zetten onder de toekomst van de cross. Dan komt dat wel goed. Met of zonder Van Aert en Van der Poel.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.