Allan Peiper zal als ploegleider bij UAE Emirates te maken krijgen met Fernando Gaviria en Alexander Kristoff, die allebei het kopmanschap ambiëren. De oud-renner verwacht echter geen problemen tussen de twee kemphanen. “Het is alleen maar een voordeel om twee toppers in je ploeg te hebben”, zo laat hij weten aan Cyclingnews.

Kristoff werd eind 2017 met veel tromgeroffel binnengehaald door UAE Emirates, maar wist afgelopen seizoen – ondanks een sprintzege op de Avenue des Champs-Élysées – niet te overtuigen. Mede hierdoor boekte de WorldTour-ploeg slechts twaalf seizoenszeges. Het teammanagement greep dan ook in: het trok de Colombiaanse sprinter Fernando Gaviria aan.

De vraag is nu wat de rol van Kristoff zal worden. In een eerder interview liet de Noor weten dat hij bereid is om een stap opzij te zetten, maar dat hij dit niet van harte zal doen. “Het is niet goed voor je marktwaarde als je er met de pet naar gooit. Ik weet echter nog niet of ik klaar ben om als lead out-man te fungeren”, was hij eerlijk.

Alexander Kristoff won in 2018 vijf wedstrijden – foto: LaPresse

“Je moet meerdere renners hebben in de finale”
Teammanager Joxean Fernandez Matxin gaf onlangs aan dat Kristoff niet hoeft te wanhopen. Peiper komt nu met dezelfde boodschap. “Ik heb deze week met Alexander gesproken, en hij ziet het als een voordeel om twee kopmannen in de finale te hebben. Je moet juist meer renners in de finale hebben, kijk maar naar Quick-Step Floors.”

“Op die manier kun je meerdere pionnen uitspelen. Het is uiteindelijk aan de ploegleider om een keuze te maken tussen beide renners, op basis van hoe ze zich voelen. Ik zie echter geen problemen. In sommige wedstrijden zal de ervaring van Alexander de doorslag geven, in andere koersen de snelheid van Fernando.”

“We hebben veel talent”
Peiper hoopt dat UAE Emirates in 2019 beter zal presteren, nu de ploeg met Gaviria, Sergio Henao en Jasper Philipsen flink wat kwaliteit heeft aangetrokken. “We hebben veel talent, we moeten nu alleen zorgen voor een goede balans. Er is genoeg ruimte voor verbetering.”