Peter Van den Abeele (UCI): “Saai? Van der Poel geeft veldrijden meer aanzien”
foto: Photopress.be
maandag 26 november 2018 om 19:30

Peter Van den Abeele (UCI): “Saai? Van der Poel geeft veldrijden meer aanzien”

Interview Het veldrijden is saai. Het boeit niet meer. Het zijn de meest gehoorde uitspraken van de doorsnee veldritfan over de hegemonie van Mathieu van der Poel. Peter Van den Abeele (Deputy Sports Directeur, Head of Off-Road bij de UCI) ziet het anders: “Bekijk dit dan toch in het grotere plaatje”, klinkt het. “Dankzij Mathieu – en ook Wout van Aert – wordt nu op hoog internationaal niveau over het veldrijden gepraat.”

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Zegt Van den Abeele over de waardeverhoudingen in het veldrijden anno 2018: “Van Aert is een supertalent. Van der Poel is een super-supertalent. En inderdaad, vandaag domineert Mathieu. Maar ik herinner me dat ook Roland Liboton ooit eens een winter kende waarin hij maar één wedstrijd verloor. Dat moet een quasi identiek verhaal geweest zijn en het veldrijden is ook blijven bestaan. Dus nee, ik maak me geen zorgen.”

De UCI-directeur ziet er zelfs het positieve van in. “Het feit dat Mathieu drie verschillende disciplines op topniveau combineert, zorgt voor een nieuwe, andere ‘storytelling’. En daar draagt ook Van Aert, die dit jaar op de weg top was, zijn steentje toe bij. Dat duo zorgt ervoor dat vandaag ook op hoog internationaal niveau over het veldrijden gepraat wordt.”

Ongezien
“En hierbij wil ik het nog eens specifiek over Van der Poel hebben: wat die heeft laten zien op de mountainbike, is ongezien. Zo lopen er niet te veel rond op onze planeet. Geen veldrijder heeft het hem ooit voorgedaan. En als hij in 2020 in Tokio voor een medaille gaat, zal dat ook weer verhalen opleveren. Geloof me, zo slecht is dat niet voor de veldritsport. En in het veldrijden benadert Van der Poel trouwens de absolute perfectie. Analyseer zijn techniek, zijn bochtenwerk. Beter kan niet. En het is ook dankzij het mountainbiken dat Mathieu zijn techniek nog meer heeft aangescherpt.”

Over de toekomst van het veldrijden berichtten we zaterdag al. De kalender zal volgend seizoen amper wijzigen. De klassementen blijven bestaan en de Wereldbeker zal in het seizoen 2019-2020 niet uitbreiden. Dat de overeenkomst tussen Telenet (dat zowel de rechtstreeks tv-uitzendingen verzorgt én naamsponsor van de Wereldbeker is) nog tot februari 2020 loopt, is daar ongetwijfeld een belangrijke factor in. Verwacht wordt wel dat een jaar later de UCI Wereldbeker een drietal manches rijker zal worden. De Internationale Wielerunie richt daarvoor zijn pijlen op Groot-Brittannië, Spanje en Duitsland.

Inspanningen van de UCI
Van den Abeele houdt vol dat de UCI meer dan zijn best doet om het veldrijden populair te houden. “De UCI krijgt vaak kritiek. Maar wat goed is, mag ook wel eens vernoemd worden. De EKZ Cross Tour (het Zwitserse regelmatigheidscriterium, red.) doet het geweldig. Trouwens, de UCI organiseert al enkele jaren een cyclocross trainingskamp in Aigle de week voor de EKZ-manche daar. Sven Vanthourenhout en Rudy De Bie dragen er die week hun kennis over aan jonge renners. Dat zorgt er mee voor dat de populariteit in Zwitserland blijft stijgen.”

“Dat is dit jaar uitgemond in de Wereldbeker in Bern. Maar dan komt er weer commentaar over het parcours, omdat dat niet typisch Zwitsers is. Je moet wel de mogelijkheden hebben, hé. Veel sites waar vroeger gecrosst werd, zijn in de loop der jaren volgebouwd. En het financiële plaatje moet kloppen. Voor ons was Bern in elk geval een succes. Daarnaast zijn we er opnieuw in geslaagd naar Tsjechië terug te keren, ook al hebben ze daar op dit moment geen wereldtopper meer.”

Centen zijn goed besteed
Wat dat financiële plaatje voor de organisatie van een Wereldbeker betreft, vindt Van den Abeele dat het best meevalt. “Die centen vloeien echt niet naar de UCI. Die worden aangewend om de services die we aanbieden, te bekostigen. Een aantal vrachtwagens maken telkens weer de verplaatsing met LED-screens, een finishboog, startlichten, het materiaal voor de timing en registratie, enzovoort. Ook de commissarissen moeten betaald worden, de commentator, noem maar op. En dan mag er ook wel eens bij verteld worden dat de tv-productie gratis is dankzij onze overeenkomst met Telenet. Ook op die manier gaat het veldrijden er op vooruit.”

Morgen volgt het tweede deel van het interview met Van den Abeele. Daarin geeft hij zijn visie en de inspanningen van de UCI over de opmars van het damesveldrijden… “Die is – en terecht ook – niet meer te stoppen. Alle nationale federaties zijn ondertussen voorbereid op het feit dat er in 2020 in Zwitserland ook een WK dames junioren zal zijn. Voor het eerst in de geschiedenis van het veldrijden zal er een volledig evenwicht zijn: alle categorieën hebben hun eigen WK. De volgende stap zetten we in het seizoen 2020-21, dan zal er ook in de Wereldbeker een extra dameswedstrijd zijn en mogen de meisjes junioren apart crossen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.