Piet Allegaert sprintkopman bij Cofidis in de Vuelta: “Hopelijk niet à bloc vóór de spurt”
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
vrijdag 13 augustus 2021 om 19:30

Piet Allegaert sprintkopman bij Cofidis in de Vuelta: “Hopelijk niet à bloc vóór de spurt”

Interview Naast Jasper Philipsen en Jordi Meeus is het in de Vuelta-sprints ook uitkijken naar een derde Belg: Piet Allegaert. De 26-jarige Cofidis-renner rijgt dit najaar de ereplaatsen aan elkaar en hoopt zich een aantal keer te kunnen smijten. “Maar dan moet mijn plaatsing wel beter dan in de voorbije wedstrijden”, zegt Allegaert aan WielerFlits.

De eerste echte klasseflits van Allegaert dit seizoen zagen we in de Tro Bro Léon, half mei. Sindsdien is de West-Vlaming niet meer uit de eerste tien renners weg te slaan, want onder andere de Boucles de la Mayenne, de Tour de Wallonie, het BK en Dwars door het Hageland brachten de bevestiging. Een Vueltaselectie is het logische gevolg.

“Maar eigenlijk staat de Vuelta al sinds het begin van het jaar op de planning”, vertelt de Moorsledenaar. “Ook vorig jaar was ik voorzien om mee te doen, maar door de vernieuwde najaarskalender van de UCI na de coronapauze viel de Vuelta ineens heel laat. Het was kiezen tussen de klassiekers en de Vuelta. De ploeg dacht dat ik meer waarde zou hebben in de koersen van bij ons, maar gelukkig krijg ik nu toch mijn kans in een grote ronde. Op mijn 26e werd dat wel eens tijd.”

Hoe komt het eigenlijk dat we Allegaert pas sinds de Tro Bro Léon zo vaak op het voorplan zien? “In de klassiekers was het knechten voor Christophe Laporte, wat logisch is. Zelf uitslagen rijden was op die manier onmogelijk. Maar ik steek ook de hand in eigen boezem: ik heb altijd wel goed mijn werk kunnen doen, maar het had iets meer mogen zijn. Sinds mei krijg ik vaker mijn kans.”

Geluk zelf afdwingen
Al moet je die vrije rol volgens de Moorsledenaar soms ook zelf afdwingen. “Het beste voorbeeld is de Tro Bro Léon. Ik zat samen met Laporte in de finale, als de enige twee renners van de ploeg. Op een gegeven moment sprongen er een paar jongens van de grote ploegen weg. Ik dacht: ‘ik zou beter volgen, anders ga ik subiet moeten achtervolgen’. Vervolgens blijven we voorop, win ik zelfs op een haar na en heb ik mijn eerste topuitslag beet. Sindsdien ben ik vertrokken.”

Net niet in de Tro Bro Léon – foto: Cor Vos

Die tweede plaats bracht een pak leuke gevolgen mee voor Allegaert. “Plots merk je dat je meer vertrouwen krijgt van de ploeg. Na de Tro Bro Léon moest ik normaal de Ronde van Zwitserland rijden in dienst van Laporte. Maar plots zeiden ze: ‘ga maar je eigen kans in Dwars door het Hageland. Daar kan je zelf prijs rijden.’ Mijn programma werd omgegooid, omdat ik het vertrouwen had gewonnen.”

“En ook met mijn contract is het toen redelijk snel gegaan. Ik kreeg te horen dat ze mij heel graag wilden houden en dat ik twee jaar mocht bijtekenen. Ze deden mij een mooi voorstel, maar ik moest snel beslissen. Ik heb niet lang getwijfeld en gewoon bijgetekend. Zo zie je maar wat één mooie prestatie kan doen. Dat zag je ook twee jaar geleden. Begin oktober was er nog niets concreet, tot ik de Tour de l’Eurométropole won. Diezelfde avond nog hing Cofidis aan de lijn.”

Vueltakansen
Voor de Cofidis-ploeg – die een van de hoofdsponsors van de Spaanse ronde is – geldt de Vuelta a España ieder jaar als een hoofddoel. Allegaert is een belangrijk onderdeel van de plannen. “Ik mag mijn kans gaan in de sprints, ik wil me daar heel graag in mengen. Dat lijkt me een heel mooie ambitie. Verder hebben we bij Cofidis Guillaume Martin voor het klassement, en Jesús Herrada die een ritzege ambieert. De doelstelling is om elke dag in beeld te rijden met de ploeg.”

Toch ziet Allegaert zichzelf niet als een pure sprinter. “Als je mij zelf een aankomst zou laten uittekenen, dan zou ik kiezen voor een kilometer bergop aan een vijftal procent, zodat iedereen à bloc zit tegen dat de sprint begint. Helaas zijn er in deze Vuelta maar weinig zulke aankomsten. In de pure massasprints wordt het zeker niet gemakkelijk. Winnen is altijd moeilijk, maar als alles eens zou samenvallen, kan het misschien.”

Vooral zijn plaatsing blijkt nog een heikel punt voor de West-Vlaming. “Vaak zit ik al à bloc nog voor de sprint begint, omdat ik te veel met mijn neus in de wind rijd. Ik ben er al in verbeterd, maar niet voldoende. Vroeger maakte ik altijd de foute keuzes in de sprint, nu kan er al eens een juiste keuze tussen zitten (lacht). Kenneth Vanbilsen had op dat vlak een grote meerwaarde kunnen zijn voor mij, maar hij is net geopereerd aan zijn knie. Nu gaat Emmanuel Morin mij helpen, maar we hebben nog nooit samen een lead out gedaan. Dat wordt dus wat zoeken.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.