Ploegleider Wilfried Peeters: “Me nog nooit zo geamuseerd als met Magnier en Lamperti”
Interview Soudal Quick-Step verzwakt? Niets van! Jonge talenten Paul Magnier (19) en Luke Lamperti (21) vangen het vertrek van vaste waarden als Fabio Jakobsen en Andrea Bagioli op dit moment voorbeeldig op. Magnier blinkt uit met zijn kattenrappe sprintersbenen, terwijl Lamperti vooral op lastige aankomsten en in de lead-outs sterk standhoudt. Ploegleider Wilfried Peeters ziet het graag gebeuren, zo vertelt hij na het één-tweetje in de Tour of Oman aan WielerFlits.
“De bedoeling was om in de derde etappe voor Lamperti te gaan. Hij stond nog goed in het klassement, en je weet maar nooit hoe het weer de komende dagen gaat huishouden. Als het opeens begint te stormen en de laatste etappe gaat niet door, dan heb je maar beter de leiderstrui in handen. Dus redeneerde ik: elke seconde die je kunt pakken, is mooi meegenomen. Dankzij de boniseconden hebben we de trui ook overgenomen. En dan wacht er morgen alweer een goede aankomst voor Luke.”
Zo konden zowel leider Lamperti als de winnende Magnier na afloop opgelucht ademhalen. “Magnier kon er pas vrij laat uitkomen, ik denk op zo’n 150 meter van de aankomststreep. Natuurlijk dat hij dan gewoon vol doorgaat tot op de finish. Het speelt voor de ploeg eigenlijk geen rol wie van de twee wint. Het is vooral belangrijk dát we winnen”, aldus een genietende Peeters.
“Ik heb gisteren nog met Patrick Lefevere gebeld. Ik heb hem gezegd: Patrick, ik heb me nog nooit zo geamuseerd als met deze jongens. En dan vooral doordat ze zo respectvol zijn. Hoe ze tegen elkaar en met iedereen omgaan, is fantastisch. ’s Morgens aan tafel zitten ze al te genieten, ze panikeren nooit. Lamperti moet ik prijzen voor zijn duidelijke communicatie in de radio. Daarom heb ik vandaag ook een renner op kop gezet om de rit mee te controleren. Uit respect voor Lamperti, die voor zijn eigen kansen mocht gaan en die eerste zege ook verdient. Maar anderzijds, dat komt nog wel.”
Sprintwonder Magnier
Magnier beschikt over de snelste sprint van de twee, zo bewees hij in de derde etappe van de Tour of Oman opnieuw. Zitten ze in de ploeg met een nieuw supertalent? “Qua sprint is dat heel speciaal. Oké, je zit niet op WorldTour-niveau. Hij gaat nog een paar keer weggedrukt worden dit seizoen. Maar als je hem goed afzet, iets wat Lamperti voorbeeldig kan, dan is hij geweldig. De één minuutwaardes zijn subliem. Ook op de lastige aankomst van gisteren had hij gerust iets kunnen doen.”
Dat Magnier op training enkele malen sprintbom Tim Merlier klopte, deed natuurlijk al het beste vermoeden. “Eigenlijk trek ik uit die sprintjes op training liever niet te veel conclusies. Ik heb ook al junioren gehad die sommige profs kloppen, maar dan wel op training. Maar bij hem is het ook in koers al gebeurd. Je moet ook nog goed kunnen positioneren, bij een massasprint komt zoveel meer kijken. De puzzel moet in elkaar vallen. Maar dat hij heel explosief is voor zijn leeftijd, staat vast.”
Nochtans gaf de jonge Magnier zelf eerder aan dat zijn positionering te wensen overlaat. Peeters schiet in de lacht, wanneer we hem die stelling voorleggen. “Dat valt best mee. Die mannen laten zich niet wegdrummen hé. Als je ziet hoe Jakobsen hem een kwak geeft: dat is een blok beton. Elke ervaring die hij opdoet, daar doet hij iets goed mee. Die jongens zijn het gewend om op een amateurniveau rond te rijden. Dan zijn dat ongecontroleerde koersen waarin iedereen zijn eigen weg gaat. Dat is nu wel anders, met een hele sterke sprinttrein die we rond hem kunnen laten draaien.”
Mooie ervaringen
En zo lijkt de Soudal Quick-Stepploeg tegen alle verwachtingen in, toch niet verzwakt. “Journalisten zeggen dat, hé. Niet wijzelf. We hebben een heel jonge ploeg en in de WorldTour-koersen wordt het misschien nog wat anders. Daar hebben die jongens wat ervaring te kort. En dat missen we hier ook. Heel veel jonge mannen zijn erbij. Gil Gelders, Antoine Huby en voor het klassement met Mauri Vansevenant, Jan Hirt en Fausto Masnada. Een mix, maar geen Lampaert of een Moscon die die mannen kunnen brengen. Want als we dat kunnen, dan staan we er nog beter voor.”
Toch mag het allemaal ook niet té snel gaan. “Ik heb het zojuist ook in de auto al gezegd tegen Jan Hirt: we hebben gedacht, misschien moeten we hem in Kuurne zetten. Maar we moeten oppassen met die mannen. Eigenlijk, Remco Evenepoel en Tadej Pogacar zijn slechte voorbeelden. 19-jarigen die meteen aan de top staan, dat is uitzonderlijk. Daarom gingen we Magnier nog veel beloftekoersen laten rijden. Maar daar kan van afgeweken worden. Als je voelt dat je niets meer te leren hebt bij de beloften of je rijdt daar onder je niveau, dan blijf je beter bij de profs. Maar we mogen ook geen stappen overslaan.”
Peeters geniet duidelijk van zijn goudhaantjes. “In de auto zeggen die mannen achteraf tegen mij: de vorige jaren ging ik nog zwemmen, skiën of basketten in de winter, dat heb ik dit jaar niet kunnen doen. Ik ben nu prof, en kijk, ik heb voor de eerste keer een loon op de rekening gekregen. Dat zeggen ze dan vol verwondering. Ik krijg kippenvel van dat soort praatjes. Ik heb het geluk dat ik veel ervaring heb in deze ronde. Ik weet wat er morgen kan gebeuren, of de dag erna. Maar zij staan met hun mond open, ze zijn leergierig. Dat is heel plezant om mee te werken.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.