Greg Van Avermaet en Oliver Naesen met bescheiden ambitie: “Vooral seizoen goed afsluiten”
foto: Cor Vos
Nico Dick
zondag 3 oktober 2021 om 10:06

Greg Van Avermaet en Oliver Naesen met bescheiden ambitie: “Vooral seizoen goed afsluiten”

Interview Realisme troef bij Greg Van Avermaet en Oliver Naesen, de kopmannen van AG2R-Citroën. “We leggen de lat vooraf niet te hoog”, zegt Naesen. “Ik wil mijn seizoen gewoon goed afsluiten.” Ook Van Avermaet voelt zich niet meer dan een underdog. “Winnen? Nee, daarvoor ben ik niet goed genoeg.”

Het verhaal van Oliver Naesen las u eerder al op onze site. Teveel getraind in de aanloop naar het seizoen en bijgevolg kampend met een gebrek aan frisheid. Ook in het laatste deel van zijn wielerjaar 2020 kwam er weinig beterschap. Zo miste Naesen ook de WK-selectie. “Een opgeblazen motor breng je niet zomaar van de ene dag op de andere opnieuw in orde”, zegt de Oost-Vlaming.

“Ik ga dan ook de lat voor Parijs-Roubaix niet te hoog leggen. Het is mijn laatste wedstrijd van het seizoen, daarna neem ik een lange break van minstens vijf weken, om daarna met verse moed de winter in te gaan om in 2022 opnieuw mijn oude niveau te behalen. Dus ik wil in deze Parijs-Roubaix vooral mijn seizoen goed afsluiten.”

Een beperkte ambitie, maar Naesen wil ook niet doelloos meefietsen. “De vroege vlucht lijkt me dit jaar zeker een optie. Ik besef dat zelfs dat niet eenvoudig zal zijn. In Roubaix is er sowieso strijd voor die vlucht, bij de laatste editie duurde het zelfs meer dan honderd kilometer voor die vertrok en na drie kasseistroken werd ze weer ingerekend. Maar voor hetzelfde geld haalt die vlucht het einde. Je weet nooit.”

“Beterschap”
Greg Van Avermaet weet het al zeker. Hij gaat vandaag, vier jaar na zijn overwinning op de Vélodrôme, niet opnieuw Parijs-Roubaix op zijn erelijst schrijven. “Ik moet realistisch blijven”, grijnst de Waaslander. “Het gaat de goede kant op met de vorm. In de Benelux Tour voelde ik me wat beter en in Paris-Chauny kon ik afgelopen weekend zelfs al eens demarreren. Daarvoor was het gewoon aanklampen en wachten tot ik loste.”

“Maar winnen, dat gaat niet”, zegt hij. “Ik blijf gewoon nog even doorgaan omdat ik beterschap voel. Ik rijd na Roubaix ook nog Binche en Parijs-Tours, een koers die me ligt. Om net zoals Oli met een goed gevoel de winter in te gaan. Wat ik dan wel ambieer in Parijs-Roubaix? Afgaande op de signalen van mijn lichaam en op de uitslagen die ik tot dusver heb gereden, zou een top tien ideaal zijn. Daarvoor moet ik rekenen op een goede dag en koersen op mijn ervaring.”

Foto: Cor Vos 

Van Avermaet zijn mindere zomer en najaar is een gevolg van zijn tweede vaccinatie. Uit onderzoeken bleek dat zijn immuunsysteem is aangetast. “In de Dauphiné had ik plots moeite om het peloton te volgen. Ik kan niet zwart op wit zeggen dat het door de vaccinatie komt. De wetenschap daarover staat nog in zijn kinderschoenen. Mocht ik geen topsporter zijn, had ik me wellicht wel kiplekker gevoeld.”

Dat hij volgend jaar helemaal terug hoopt te zijn, zegt Van Avermaet nog. “Ik wil vooral mijn regelmaat terugvinden. En ik ben op goede weg. Trainingsprikkels worden opnieuw opgepikt. Als ik vroeger harder werkte op training, dan merkte ik dat snel aan de resultaten. Nu reageerde mijn lichaam er gewoon niet op.”

“WK-tactiek? Gemakkelijk voor TV”
Van Avermaet miste dus ook het WK, maar volgde het wel. Uiteraard werd hij – als ervaringsdeskundige – om zijn mening gevraagd over de Belgische tactiek in Leuven. “Veel fouten zijn er niet gemaakt. Remco is helaas wel veel te vroeg op kop beginnen te rijden. Ik zag hem elke keer inschuiven in derde positie en dat was totaal niet nodig. Er waren mannen genoeg om die groep draaiende te houden.”

“Remco moet je altijd opsparen naar de finale toe”, vindt Van Avermaet. “Misschien was dat ook de tactiek, maar heeft hij er niet honderd procent naar geluisterd. Dat weet ik niet. “Voor de rest: als Wout top is, springt hij mee met Alaphilippe en wint hij de sprint. Dan spreken we van een geslaagd WK. Maar dat was het grootste probleem. Wout was niet honderd procent.”

Van Avermaet wilde trouwens benadrukken dat het tactisch allemaal niet zo eenvoudig is op een kampioenschap zonder oortjes. “Ik heb nu gemerkt dat het heel gemakkelijk is als je naar tv kijkt. Dan zie je: nu moet dat gebeuren, nu dat. Terwijl je in koers gewoon van niks weet. De bordjesman komt te laat of te weinig. Als bondscoach geef je de dag voordien een meeting. Daarna moet je zeggen: ik hoop dat ze het begrepen hebben, maar dat ze ook het verstand hebben om bij te sturen als het nodig is. In koers kan je ernaast rijden en nog drie woorden zeggen, maar meestal is het kalf dan al verdronken.”

Dat Van Aert te laat aangaf dat hij zich niet top voelde, dat begreep Van Avermaet ook. “Je bent leider van de ploeg, dan zeg je niet meteen: ‘jongens, ik ben hier slecht.’ Want je kan nog altijd de koers winnen. Ik heb ook al momenten gehad waarop ik niet honderd procent was, waarna ik toch opnieuw in de koers kwam. Misschien had hij het iets sneller moeten zeggen, maar dan nog: aan Alaphilippe was er weinig te doen. Zondag heeft de beste gewonnen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.