Ramon Sinkeldam voelt zich sterker dan ooit: “Ik ben minder bang voor de bergen”
foto: Nicolas Götz / Équipe Cycliste Groupama FDJ
Youri IJnsen
donderdag 26 mei 2022 om 19:55

Ramon Sinkeldam voelt zich sterker dan ooit: “Ik ben minder bang voor de bergen”

Interview Ramon Sinkeldam rijdt naar eigen zeggen zijn beste grote ronde ooit, in zijn intussen elfde seizoen als wielerprof. De 33-jarige Noord-Hollander zag zijn sprinter Arnaud Démare al drie keer winnen en zijn sterke optreden is intussen ook andere ploegen opgevallen. Het geheim? “Ik ben voor deze Giro d’Italia voor het eerst in mijn loopbaan op hoogtestage geweest” vertelt hij in gesprek met WielerFlits. Donderdag wacht een nieuwe kans voor Démare op ritwinst.

Neem Ramon Sinkeldam mee naar een grote ronde en succes is welhaast verzekerd. Hij debuteerde in de Vuelta a España van 2013, waar Warren Barguil twee ritten won. Een jaar later was hij in de lead out goed voor vier ritzeges van John Degenkolb. Daarna reed hij vier keer de Tour de France met ritzeges voor Tom Dumoulin (2016, twee keer), Michael Matthews (2017, twee keer en de groene trui), opnieuw Barguil (2017, twee keer en de bolletjestrui) en Démare (een ritzege in de Tour van 2018). Met de Fransman (een rit in 2019 en drie stuks tot Sinkeldam ziek werd in 2020) was hij eveneens succesvol in de Giro d’Italia. Een indrukwekkende lijst.

Je straalt in de sprints ontzettend veel kracht uit. Hoe sterk voel jij jezelf?
“Ik voel me heel goed en dat is wel een heel fijn gevoel (lacht). Voor deze Giro ben ik samen met Arnaud op hoogtestage geweest naar de Etna. Dat was voor ons allebei de eerste keer in ons leven dat we op hoogte waren geweest met daar achteraan een koers. We hebben het eens eerder gedaan in Abu Dhabi begin 2020, maar kort daarna gingen we in lockdown. Het effect hebben we toen niet kunnen meten in koers. Maar ik voel me echt supergoed nu. Vooral ook bergop. Ik moet normaal gesproken echt vechten om in de gruppetto te komen. We zijn nog niet in Verona, maar tot nu voelde ik me zó sterk dat ik me kon laten terugzakken in de gruppetto.”

“Het scheelt gewoon een paar procent. En dat is wel een heel chill gevoel. Ik merk dat ook in de sprints, want ik heb daar meer over. Of ik nu niet denk dat ik dit veel eerder had moeten doen? Ja, maar het is wel vervelend om te concluderen dat ook ik nu hoogtestages moet doen om een koers uit te kunnen rijden. Het wielrennen wordt steeds professioneler. De gruppetto die we een paar jaar terug hadden, die bestaat niet meer. De grote zware mannen zijn of allemaal gestopt, of ze kunnen veel beter klimmen. Ik zit gelukkig niet meer bij de slechtste tien klimmers. Maar dat zat ik al die jaren wel. Ik weet wat voor strijd het is om in een gruppetto te komen.”

foto: Nicolas Götz / Équipe Cycliste Groupama FDJ

Jij staat niet te boek als de allergrootste koersliefhebber. Hoe kijk jij er dan tegenaan dat je voortaan misschien wel meer op hoogtestage moet?
“Voor het thuisfront maakt een extra hoogtestage het ook niet direct leuker. Als ik mijn dagen thuis tel vanaf januari, dan is het best wel extreem weinig geweest tot en met de Giro. Nu krijg ik het hierna wel weer rustiger, maar ik ga zoiets niet een heel jaar kunnen volhouden met kinderen en een vrouw thuis. Dat heb ik er niet voor over, nee.”

“Ik vind mezelf heel professioneel in wat ik doe, want fietsen is mijn beroep. Maar ik heb wel een bepaalde grens in wat ik er voorover heb. Er zijn ook zaken in mijn leven die ik niet voor mijn werk wil opofferen. Mijn gezin is ook belangrijk en dat vind ik voorgaan op veel andere zaken.”

Voor de Giro kregen jullie veel kritiek omdat jullie met Arnaud nog niet gewonnen hebben. Hoe lekker is het dan om met zo’n goed gevoel rond te rijden?
“Nu valt alles op z’n plek. Vorig jaar was ik in de Vuelta a España ook heel goed, maar toen wonnen we niets. En nu wel en dat is natuurlijk heel leuk. Dat ikzelf beter in de rondte rijd is mooi meegenomen, dat draagt bij aan dat gevoel. Ik ben minder bang voor de bergen dan dat ik andere jaren was. Toen wist ik dat als ik niet 100% in orde was en het koersverloop – zoals bijvoorbeeld hier de tweede week – tegen zat, dan was ik gewoon uit koers. Nu heb ik iets meer marge en ja, dat maakt het werk wel leuker.”

Wat kun je me vertellen over de verstandhouding met Démare?
“Die is heel goed. Wij zijn beiden best rustig. Eigenlijk al sinds mijn komst bij de ploeg in 2018 liggen we bij elkaar op de kamer. Niet omdat we de beste vrienden zijn, maar wel omdat we het goed met elkaar hebben. Er is tussen ons wel een taalbarrière. Ik spreek redelijk goed Frans, maar tot op zekere hoogte. Ik heb namelijk niet echt een talenknobbel. Arnaud spreekt bijna geen Engels.”

“Maar we weten wel wat we van elkaar kunnen verwachten. We voeren niet enorme gesprekken, in ieder geval niet de gehele dag. Dat is prima. Met Nederlanders zou ik dat wel kunnen doen. Maar goed, dat wist ik toen ik bij een Franse ploeg ging tekenen.”

Kamergenoten en kameraden Sinkeldam en Démare – foto: Nicolas Götz / Équipe Cycliste Groupama FDJ

Je werkt nu vijf jaar met Arnaud samen. Tot aan deze Giro hadden jullie nog niet gewonnen. Hoe moeilijk is het om geloof te houden?
“De ploeg heeft ons enorm onder druk gezet. Arnaud gaf vorig jaar op in de Tour de France, om daarna ook geen rit in de Vuelta te winnen. En daar kwam nog een slecht voorjaar in 2022 overheen. Ik word er niet beter van als de ploeg elke keer bij elke meeting blijft herhalen dat ze teleurgesteld zijn. Dat motiveert mij totaal niet.”

“Ook niet als ze zeggen dat we allemaal met een aflopend contract zitten en moeten presteren. Als sprinttein hebben Jacopo Guarnieri, Arnaud en ik al zo veel sprints gedaan én gewonnen ook, dat ik niet twijfel aan onze kwaliteiten. Maar het moet wel op z’n plek vallen. Dat was er dit voorjaar niet.”

Dat jullie nu wel al drie keer winnen, is dat dan puur aan die hoogtestage te danken?
“Onder andere. Ik ben ook van trainer veranderd, nu werk ik samen met Nicolas Boisson. Daar ben ik heel blij mee. Het weer is tot op heden ook heel goed hier, daar kan ik heel goed tegen. Arnaud voelt zich niet per se heel sterk. Hij klimt niet zo goed als andere jaren. Daar moppert hij dan over op de kamer, maar dan zeg ik dat-ie niet moet zeiken met drie ritzeges op zak.”

Waar plaats je deze grote ronde eigenlijk in vergelijking met je andere succesjaren?
“Ik ben erg verwend geweest. De Tour van 2017, zoiets krijg je denk ik nooit meer. Vier ritzeges, de groene trui en de bolletjestrui in één grote ronde én ik was zelf Nederlands kampioen. Dat was heel erg speciaal. Een rit in de Tour winnen is unieker dan twee, drie of soms vier ritten winnen in de Giro of de Vuelta. Dat realiseer ik me wel.”

“Maar het feit dat we voorafgaand aan deze Giro onder druk werden gezet door de ploegleiding en dat we antwoorden met de pedalen, dat is wel heel fijn. En dus staat deze Giro op in van de bovenste plekken in mijn lijstje.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.