Vijf slechte minuten op de Passo di Ganda kostten Remco Evenepoel een goede uitslag in de Ronde van Lombardije, vertelt de renner van Deceuninck-Quick-Step na afloop van de wedstrijd. Evenepoel eindigde uiteindelijk als negentiende. “Het ging even te snel, waarna ik mijn eigen tempo koos. Ik zag de groep rijden, maar ze reden gewoon sneller.”

“Ik ben blij dat ik nog bij de eerste twintig eindig, dus nee, ik ben niet te ontgoocheld. Alles draait om de benen. Als je die niet hebt, dan moet je dat aanvaarden. Het is niet erg om te zeggen dat ik de benen niet had. Of ik daar een uitleg voor heb? Neen”, gaat hij verder.

Tegen het einde van de lange klim kwam Evenepoel er toch nog doorheen, maar toen was het kwaad al geschied. “In Bergamo voelde ik me zelfs weer zeer goed. Misschien dat mijn benen wat waren afgekoeld na de lange afdaling. Maar als je wil winnen, moet je de hele dag honderd procent zijn en dat was ik enkele minuten niet.”

Jaar na val
De renner van Deceuninck-Quick-Step werd door de Engelse pers tot slot gevraagd of de val in de Ronde van Lombardije vorig jaar zaterdag nog speelde in zijn hoofd tijdens de koers. “Het voelde wat vreemd in het begin. Mijn lichaam trilde een beetje, maar het ging beter en beter. In de afdalingen voelde ik me eerste niet comfortabel, maar daarna ging het beter”, eindigt hij.