Remco Evenepoel: “Nog nooit wedstrijd zo goed voorbereid als Ronde van Lombardije”
foto: Cor Vos
zaterdag 15 augustus 2020 om 08:30

Remco Evenepoel: “Nog nooit wedstrijd zo goed voorbereid als Ronde van Lombardije”

Interview Remco Evenepoel (20) wil geschiedenis schrijven. Zaterdag rijdt hij met Il Lombardia zijn eerste monument en hij heeft maar één doel: winnen! “Dit is mijn eerste piekmoment en ik ben er klaar voor. Ik ben in topvorm én nooit eerder bereidde ik een wedstrijd zo goed voor.” Hieronder de neerslag van wat hij te vertellen had tijdens de online persconferentie.

Je hebt het parcours verkend, Remco. Wat heb je geleerd?
“Dat deze wedstrijd me op het lijf geschreven is. Lastiger dan de Clásica San Sebastián. Vooral de finale is immens zwaar, zeker de laatste 18 kilometer. Maar het begint eigenlijk al vanaf Madonna del Ghisallo, acht kilometer klimmen met tussendoor een stukje bergaf. Vanaf dan is het niet meer vlak.”

Maar zonder finish bergop…
“Klopt, vanaf de San Fermo gaat het bergaf tot de aankomst. Maar dan zal het al beslist zijn, als je het mij vraagt. In een ideale situatie heb ik nog drie ploegmaats bij mij op de top van de Muro di Sormano, op vijftig kilometer van de finish. Dan kunnen we nog controleren tot het ingaan van de finale. Daar moeten de favorieten het onder elkaar uitmaken.”

Hoeveel keer heb je de finale in je hoofd al gereden?
“In het hoofd al honderd keer! In het echt één keer, gisteren. En deze namiddag een tweede keer. Ik ken ondertussen de bochten, ik weet hoe zwaar de klimmetjes zijn… Dat is belangrijk in een eendagskoers. Het is alles of niets. In een rittenkoers kan je nog iets rechtzetten, in een klassieker niet. Ik heb alvast nog nooit een wedstrijd zo goed voorbereid als deze.”

Is dit een beetje te vergelijken met de Clásica San Sebastián die je vorig jaar won?
“Absoluut niet! Daar was Julian Alaphilippe de vooruitgeschoven man in de ploeg. Enric Mas en ikzelf waren ‘plan B’. Toen wilde ik ook goed presteren, maar het resultaat was eerder bijkomstig. Zaterdag wordt het anders. Dit is mijn eerste piekmoment en ik wil er staan. Dat is het grootste verschil.”

“Ook de ploegmaats hebben hier naartoe gewerkt, trouwens. Ik heb woensdag in Piemonte gezien dat ook zij er klaar voor zijn. Ik heb vertrouwen in hen, zij in mij. Dat is de sleutel tot succes, denk ik.”

Wat maakt deze wedstrijd zo speciaal voor jou?
“Het is mijn eerste monument en – samen met Luik-Bastenaken-Luik is het mijn favoriete eendagskoers. Ik heb deze wedstrijd al veel gezien op tv, maar na mijn eerste verkenning ben ik nog enthousiaster geworden. Dit past me echt: een zware koers met amper herstel in de laatste drie uur.”

Je kan de jongste naoorlogse winnaar ­worden sinds Jean-Pierre Monseré in 1969. Is dat een extra motivatie?
“Ik las het in de krant. Het is in geen geval een obsessie, maar ik kan niet ontkennen dat ik dit wel leuk vind, ja. Ik kan zo blijkbaar in nog een aantal wedstrijden de jongste winnaar ooit worden. Dat gegeven heb ik wel in mijn hoofd zitten en het geeft me zeker een kleine extra boost.”

Wie zie jij als grootste concurrenten?
“Eerlijk? Ik heb de startlijst nog niet bekeken. Maar uiteraard denk ik aan Vincenzo Nibali. Die kent het parcours als zijn broekzak en heeft ook ervaring. Hij kent elk gevaarlijk punt. En zijn ploegmaat Mollema won vorig jaar, dus die is ook favoriet. Al zitten we nu in een andere periode, renners hebben een ander vormpeil. Ik gok erop dat ze bij Trek-Segafredo de kaart-Nibali trekken. En dan heb je jongens al Fuglsang en zo. De toppers die hier zijn, zijn favoriet, hé. Maar ik moet de startlijst nog even checken.”

Een deel rijdt uiteraard het Critérium du Dauphiné op hetzelfde tijdstip. Jammer?
“Ja. Ik vind het altijd leuker als de allerbesten aan de start staan, maar dat is nu eenmaal het gevolg van de hertekende kalender. Het kan wel tactisch een invloed hebben. Normaal ga je misschien met vijftien de finale in. Nu met vijf. Dat is het grootste verschil. Maar om te winnen moet je even hard duwen, hoor.”

Evenepoel na zijn winst in de Ronde van Polen – foto: Cor Vos

Nog even terug naar de Ronde van Polen. Wat heb je daar geleerd dat je meeneemt naar zaterdag?
“Ik heb er mezelf overtuigd dat ik ook op de kortere explosieve klimmetjes sterk ben. Bij inspanningen van tien minuten, te vergelijken met Lombardije en Luik-Bastenaken-Luik. En ik heb er bevestiging van mijn vorm gekregen, uiteraard.”

Als concurrenten gepolst worden naar hun favoriet, horen we maar één naam.
“(lacht) Mijn eigen schuld, zeker? Na mijn prestaties van de voorbije weken. Ik voelde me ook goed. Ik hoopte in topvorm te zijn in deze periode en ben daarin geslaagd. Dat moét ook, als je in een klassieker van meer dan zes uur met veel klimwerk wil presteren, moet je in heel goede conditie zijn. Prima job, samen met mijn team en coach.”

Van druk lijk je weinig last te hebben…
“Dat is mijn persoonlijkheid, denk ik. Van nature uit voel ik sowieso al weinig druk. Al leg ik die mezelf wel op. Ik hou nu eenmaal van uitdagingen, net zoals ik ervan hou om toe te werken naar een doel. Als ik een doel heb, wil ik er honderd procent klaar voor zijn. Dat is geen garantie, want er zijn nog factoren zoals geluk en koersverloop.”

“Maar ik probeer zo weinig mogelijk druk te voelen en daar helpt de ploeg me ook bij, hoor. Gezonde nervositeit is er dan weer wel. Zeker voor mijn eerste monument. Maar die geeft alleen maar positieve energie, dat is geen echte stress. Bovendien went dat ook wel. Ook het WK junioren was ik topfavoriet. Dan is het wat gekalmeerd, maar nu gebeurt dat opnieuw. Het is niet dat ik kick op die krantenkoppen, maar het motiveert wel.”

Motiveren de prestaties van Wout van Aert jou ook?
“Zeker weten. Als je ziet hoe Wout zijn wedstrijden wint, met welke kracht hij die sprints doet. Geweldig. Die sprint van hem is toch een pluspunt. Die punch, gisteren in de Dauphiné of zondag in San Remo… Dan kan je alleen maar trots zijn dat hij een landgenoot is. Super voor het Belgische wielrennen.”

Slotvraag. Wat deed het met jou om Fabio Jakobsen zelfstandig het vliegtuig te zien opstappen? 
“Ohh, geweldig! Dat nieuws is bij ons zo snel rondgegaan. Wat een sterke beer. Dat heeft ook een impact op ons, dat kan je niet beschrijven. De nacht na het ongeval hebben Dries Devenyns (kamergenoot van Evenepoel, red.) en ik maximum twee uur geslapen. Je ligt in bed, doet je ogen dicht, maar om de tien minuten doe je die weer open met dat beeld op je netvlies.”

“In mijn geval niet het beeld van de val, want ik zat er net achter. Wel van de chaos. Ik zag alles opnieuw rondvliegen. Wat een opluchting dat hij na zo’n doodsmak er is doorgekomen. Respect voor de manier waarop en hoe hard hij gevochten heeft.”

Evenepoel met een steunbetuiging aan Jakobsen bij zijn ritzege – foto: Cor Vos

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.