Interview Remco Evenepoel begint vandaag aan de Ronde van Turkije. WielerFlits had in Istanbul een uitgebreid gesprek met het 19-jarige talent. Over zijn doelen in Turkije en komende zomer, over zijn programma en – hoe kan het ook anders? – over zijn gewicht. “Na de opmerking van teammanager Patrick Lefevere let ik er iets meer op, ja. Weliswaar niet obsessief, daarvoor is het veel te vroeg.”

Het is alweer bijna vier weken geleden dat Remco Evenepoel aan de start van een wielerwedstrijd stond. Toen maakte hij zijn Belgisch profdebuut met Nokere Koerse en Bredene Koksijde Classic. Twee wedstrijden waarin het Belgische toptalent voor het eerst in zijn loopbaan als knecht mocht opdraven. “Dat was nieuw, ja. Maar het is goed gegaan”, vertelt de Vlaams-Brabander. “De ploeg was tevreden, ik kreeg complimenten. Al moet ik toegeven dat Bredene-Koksijde in de kleren was gekropen.”

Waar heb je de voorbije weken uitgehangen?
“Na een paar dagen recuperatie ben ik voor een tiendaagse stage naar Calpe vertrokken. Ploegmakker Pieter Serry was er toevallig ook, waardoor we een tweetal keer samen konden fietsen, maar ik heb toch hoofdzakelijk in mijn eentje getraind. Een paar duurtrainingen, maar de focus lag deze keer vooral op het iets kortere en intensievere werk. Vanaf nu sta ik af en toe aan de start van een tijdrit. Of ik rijd wedstrijden met aankomsten bergop, zoals hier in Turkije. In de aanloop ernaartoe mocht de intensiteit wat omhoog. Ik wilde goed voorbereid zijn.”

Hoe ziet je programma voor deze lente en zomer er uit?
“Na Turkije volgt de Ronde van Romandië (30 april tot 5 mei, red). Dan volgen respectievelijk de Hammer Series in het Noorse Stavanger (24-26 mei), de Ronde van Noorwegen (28 mei tot 2 juni),  de Hammer Series in Nederlands Limburg (7 tot 9 juni) en de Baloise Belgium Tour (11 tot 16 juni).  In de Hammer Series rijd ik zowel de vlakke -, de klim- als de tijdritten. In de Ronde van België kijk ik uit naar de tijdrit in Grimbergen, dicht bij huis. En dat is meteen een laatste test voor mijn grootste doel deze zomer: de Belgische kampioenschappen. Vooral het BK tijdrijden is een absoluut doel.”

Dat is een goed gevuld programma!
“Klopt. Alleen na Romandië volgt nog een korte rustperiode. Maar ik wil echt opbouwen richting die kampioenschappen. De wegrit in dienst van de ploeg, voor alle duidelijkheid. Logisch met kleppers als Philippe Gilbert en Yves Lampaert in de ploeg, al weet je natuurlijk nooit. Een BK is onvoorspelbaar. Maar over die aanloop naar dat BK: het is niet omdat ik aan het opbouwen ben, dat ik niet wil presteren. Integendeel, als je als renner ergens naartoe werkt, wil je zo snel mogelijk bevestiging dat de conditie goed is. Eigenlijk moet ik nu al een behoorlijk vormpeil hebben om daarna nog beter te worden. Dat is ook zo. Ik ben nu in elk geval al beter dan in Argentinië of de Emiraten.”

Remco Evenepoel na Nokere Koerse – Cor Vos © 2019

Hoe weet je dat zo zeker?
“Je ziet de waarden die je duwt op training. Ik stond ook in continu overleg met mijn coach. Als je met hem communiceert na bijvoorbeeld een intervaloefening en hij vertelt je dat de waarden meer dan op niveau zijn, weet je dat het goed zit. En – zonder ziekte – kan dat alleen maar beter worden.”

Waar wil je met deze vorm uitkomen in deze Turkse zesdaagse?
“Ik hoop iets deftig neer te zetten. Dan spreek ik niet over winnen, maar ik wil toch een mooi klassement rijden. Als er tussendoor een goed resultaat inzit, des te beter. Maar ik behoed me van straffe uitspraken. Als je pech hebt, kan het na één dag voorbij zijn. Maar als alles goed gaat, hoop ik wel iets te forceren op dag vijf, wanneer de koninginnenrit wordt verreden.”

Je heb het parcours al eens bekeken?
“Ik heb het roadbook goed bestudeerd, ja. Als je aan een wedstrijd begint, moet je voorbereid zijn. Dat is deel van mijn job. Er zijn een paar aankomsten met een kort hellinkje en er is die vijfde rit met een klim van 17 kilometer. Die col is het sluitstuk van een afmattende rit. Een slotklim met grote stijgingspercentages en dat ligt me. Maar vooral in de vlakke etappes kan Deceuninck-Quick-Step hier scoren. Met Jakobsen, Richeze, Hodeg en Morkov zijn we voor dat werk zeer goed gewapend.”

Volgens ploegleider Van Slycke moet jij je niet bemoeien met die sprints. Je krijgt een compleet vrije rol.
“In de tweede en vierde rit maak ik toch enig voorbehoud. Afwachten hoe de ploegmaats de finale overleven. Als er nog een sprinter bij is, trekken we uiteraard zijn kaart en wie weet kan ik daar mijn steentje toe bijdragen. Maar tezelfdertijd hoop ik daar geen tijd te verliezen met het oog op het klassement. Zijn ze er niet meer bij, dan kan ik misschien zelf mijn kans gaan. Maar die vrije rol voor mij is inderdaad voorzien.”

Hoe schat je jezelf in tegenover de rest van het deelnemersveld?
“Dat is een moeilijke. Er staan een aantal teams aan de start waar we zelden tegen koersen. Dan kan er zomaar eentje tussenzitten die de pannen van het dak rijdt, maar dan later positief bevonden wordt. Daar mag je uiteraard niet aan denken. Los daarvan zijn hier nog goede (klassements)renners. Anderzijds zie ik op de deelnemerslijst wel dat veel teams rond hun sprinter gebouwd hebben. Dus denk ik dat het richting het eindklassement eerder een individueel gevecht wordt. Dan wordt er meestal vroeger koers gemaakt en dat is niet in mijn nadeel.”

Vraagje die we jou moéten stellen, Remco. Hoeveel kilogram ben je de voorbije maand afgevallen? (Vraag naar aanleiding van een uitspraak van Patrick Lefevere in weekblad HUMO, red)
“Haha. Ik heb het daar achteraf met Patrick over gehad. Die uitspraak was uit zijn context getrokken. Ik kan je ook zeggen dat ik geen vier kilogram te dik was. Maar dat Patrick graag zijn renners af en toe eens prikkelt, weten we ook. En hij is onze baas, dus dat mag hij. En als ik dan toch eerlijk ben: ik heb het ook opgepikt en ik hou mijn gewicht nog iets beter in de gaten. Ik denk meer na. Zo heb ik intussen zelfs een aantal – kleine – dingen veranderd aan mijn eetgewoontes.”

“Op het WK was ik té mager” – Cor Vos © 2018

Vertel…
“Ik eet bijvoorbeeld een paar sneetjes brood minder. En ik doe wat minder noten in mijn havermout. Ik mijd overtollige vetten. Het zijn echt kleine dingen die het verschil kunnen maken. En het moet gezegd: ik heb een gestel dat vatbaar is voor gewichtsschommelingen. Ik ben van nature uit absoluut niet mager, dus is een beetje opletten geen overbodige luxe. En om op jouw vraag te antwoorden, ik ben op stage één kilogram afgevallen. Ik weeg nu tussen de 62 en 63 kilogram. Dat mag ook niet veel minder zijn, want mijn lichaam is nog niet helemaal volgroeid. Het heeft nog bepaalde vetten nodig om stoffen aan te maken die mijn spieren versterken.”

Vorig jaar, tijdens het WK in Innsbruck, woog ik 60, 61 kilogram. Dat was echt te weinig. Het gevolg was dat ik een paar weken daarna goed ziek geworden ben. Dus is het kwestie van een gezond evenwicht te vinden. Pas binnen een paar jaar, als ik er ook wil staan in de grote rondes, mag het nog iets scherper. Maar voorlopig wil ik zeker niet overdrijven of limieten gaan opzoeken.”

Nog even terug naar je programma. Is de Toekomstronde (een prestigieuze beloftenwedstrijd, red) een optie? Dankzij jouw jonge leeftijd kan dat nog.
“Nee. We hebben dat besproken en besloten om geen beloftenkoersen meer te rijden. Behalve misschien het WK, maar ook dat staat nog niet vast.”

Waarom geen andere beloftenkoersen?
“Het is eigenlijk mijn eigen keuze. Ik ben prof en ik heb reeds ervaren dat ik het niveau aankan. Dan heeft het nog weinig zin om bij de beloften te gaan rijden. Dan krijg je wellicht hetzelfde verhaal als bij de junioren. Dat iedereen naar mij kijkt, dat ik de hele dag de koers moet dragen. Dat is niet de bedoeling. Ik wil ook beter worden en dat kan alleen door moeilijke momenten te doorspartelen. En die moeilijke momenten kan ik toch best ervaren door zware wedstrijden bij de profs te rijden? Dat lijkt me in elk geval het slimste met het oog op de toekomst.”

Aan welke wedstrijden denk je dan?
“Dat is nog iets te ver weg. Ik focus nu op de komende weken en maanden, met dat BK tijdrijden als hoogtepunt. Daarna blijf ik een lange tijd uit competitie. Wat in de laatste helft van het seizoen volgt, moet nog besproken worden. Maar in elk geval geen Toekomstronde, dus. En nee, ook van de Vuelta is absoluut geen sprake. Alles op zijn tijd…”