Gesink: “Op papier hebben we de ploeg om deze Vuelta te dragen”
foto: Cor Vos
zaterdag 24 augustus 2019 om 08:00

Gesink: “Op papier hebben we de ploeg om deze Vuelta te dragen”

Nadat hij begin deze maand de competitie hervatte in de Ronde van Polen, is Robert Gesink klaar om in de Vuelta kopmannen Primož Roglič, Steven Kruijswijk en George Bennett bij te staan. In een openhartig gesprek met WielerFlits praat de Gelderlander honderduit over zijn rol in de ploeg in deze Ronde van Spanje, de komst van Tom Dumoulin en de dood van Bjorg Lambrecht in Polen. “Emotioneel was dat. Schokkend ook. Oneerlijk. En toch werd de knop weer zo snel omgedraaid…”

Gesink was dit voorjaar goed op dreef. Na winst met Primož Roglič in Tirreno-Adriatico startte hij in de Ardennenklassiekers als laatste opstapje richting Giro. Maar tijdens Luik-Bastenaken-Luik liep het grondig mis. Gesink kwam ten val, met een bekken- en sleutelbeenbreuk tot gevolg. “Dat ik een kruis over de Ronde van Italië kon maken, was snel duidelijk”, begint hij. “Ik hoopte op een vlot herstel, eventueel richting Tour de France. Maar dat was tegen beter weten in.”

“Ik moest bijvoorbeeld opnieuw leren lopen met krukken. Dan weet je dat het moeilijk wordt om op tijd klaar te zijn. De Tour rijden was misschien wel mogelijk geweest. Maar Jumbo-Visma is niet meer die ploeg waar je met die ingesteldheid van start kan. Je trekt alleen naar Frankrijk als je echt goed genoeg bent. Ach, iedereen heeft wel eens tegenslag. En ik kan er tientallen opnoemen waarbij de gevolgen erger zijn. Dan focus ik liever op het positieve. In het verleden knokte ik meermaals met succes terug na blessures. Ja, het blijft balen om je daar overheen te zetten.  Maar zodra je weer iéts kan, ga je er in simpele opbouwmodus weer tegenaan.”

Eerst focus op ploegentijdrit
Dus is Robert Gesink blij dat hij er in deze Vuelta opnieuw bij is. Op het terras van Hotel Jardin del Milenio in Elche staat hij ons enthousiast te woord. Over de ambities en de sterkte van zijn team, bijvoorbeeld. “Ik was zelf onder de indruk toen ik de deelnemerslijst onder ogen kreeg. Op papier moeten we in staat zijn om deze wedstrijd te dragen. Bergop hebben we er in elk geval de power voor. Eigenlijk hebben we zes jongens die heel goed klimmen, aangevuld met twee mannen die ondersteunend zijn. Al moet je uiteraard voorzichtig zijn met zulke dingen. Haalt iedereen zijn niveau? Wat gebeurt er nog onderweg? Maar we starten met twee toppers (Roglič en Kruijswijk, red) die allebei al het podium haalden in een grote ronde. Dat kunnen niet veel teams zeggen.”

foto: Cor Vos

“Een tactische meeting hebben we (donderdagmiddag, red) nog niet gehad. Voorlopig lag de focus op de ploegentijdrit van zaterdag. Maar we komen hier in eerste instantie met Primož als leider, met Steven, met toch de Tour de France in benen, een iets vrijere rol. Maar we hebben vorig jaar gezien dat Kruijswijk zo taai is dat hij dat niveau gewoon kan doortrekken. En dan is er nog George Bennett, die zich in de Tour de France helemaal wegcijferde. Omdat de rest van de ploeg zo goed bergop rijdt, kan George misschien lang gespaard blijven en zo ook zijn ding doen. Dat zou mooi zijn. Maar nog eens: in een grote ronde gebeuren zoveel dingen… Laten we eerst maar focussen op die belangrijke ploegentijdrit.”

Martin zorgt voor rust
Donderdag, aan het begin van de middag, werd nog een training richting die openingstijdrit ingelast. “Niet op het parcours in Torrevieja, maar hier ergens in een of ander woestijnlandschap. We legden de volgorde vast. Zo moet ik aan de bak met Tony Martin voor mij en Primož Roglič achter mij. De druk is er meteen”, lacht Gesink. “Ook in de Tirreno reed ik de ploegentijdrit in die positie. Enerzijds is dat een relaxte plek, anderzijds… die Martin doet altijd zulke lange beurten.”

“Dan denk je: komaan Tony, ga nu maar van de kop af. Nu wil ik. Je weet dat dat pijn gaat doen. Maar als hij dan uiteindelijk toch aan de kant gaat, is jouw eigen beurt best kort en valt het allemaal mee. Mooi om zien trouwens hoe Tony die hele ploeg op sleeptouw neemt, al zijn ideeën meepakt, de leiding neemt in besprekingen. Dat geeft ook rust in zo’n groep. Je weet dat Tony iemand is die weet wat we aan het doen zijn.”

Over zijn rol in de rest van de Vuelta is Gesink duidelijk. “Ik denk puur collectief. Kijk, voor een grote ronde krijgen we per persoon uitgeschreven wie welke rol invult. En dat kan iedereen van iedereen lezen. Mijn rol in deze Vuelta is de kopmannen ondersteunen. Vooruitgestuurd worden in functie van? Me een dagje laten uitzakken om daags nadien fris te zijn? Ik ben tot alles bereid. Vrijheid? Ik moet realistisch zijn. Jumbo-Visma is zo gegroeid als ploeg.”

foto: Cor Vos

Waarbij we zomaar bij de komst van Tom Dumoulin zijn aanbeland. Gesink windt er geen doekjes om. Dat de Limburger eind dit jaar de overstap maakt, beroert iedereen in de ploeg. “Natuurlijk wordt er over gepraat. Het zal voor ons allen ook een grote verandering zijn, denk ik. Omdat je echt een verdeling moet gaan maken. Het is nu nog te vroeg om daarover na te denken. Je kan bijvoorbeeld niet van iemand die net derde is geworden in de Tour verlangen om stil te staan hoe we het in 2020 gaan aanpakken. Maar in de winter zal dat wel moeten gebeuren. Knopen zullen moeten doorgehakt worden. Wie rijdt waar? Wie heeft wat als prioriteit? Je haalt een van de beste ronderenners van de wereld. Dat dat veranderingen met zich meebrengt en dat daar over gepraat wordt, lijkt me logisch.”

Posterboy
Dat dat praten bij sommige collega’s met een bang hartje is, ontkent Gesink ook niet. “Schrik voor ons plekje? Tja, je mag gerust ook voor mij spreken (lacht). Ik praatte er onlangs nog over met Daisy, toen we op een bank in het park zaten, de kinderen iets verderop spelend. Voorheen was mijn programma makkelijk: de Tour als hoofdbrok en kijken hoe we daarnaast ons seizoen invulden. Maar nu? Laurens (De Plus, red) had net de BinckBank Tour gewonnen. ‘Het kan zomaar eens zijn dat ik er volgend jaar in de Tour niet bij ben’, zei ik. Dylan Groenewegen met twee man rond zich en dan de vier beste jongens bergop… Nu, ik ga er vanuit dat ik zelf ook weer op niveau ben, hoor. En dat wil ik de komende drie weken zelfs al laten zien. Kansen genoeg om dat te bewijzen. Maar je kan er niet onderuit dat dit een heel sterke ploeg geworden is.”

Gesink was op stage in de Verenigde Staten toen Merijn Zeeman hem belde met het nieuws van de komst van Dumoulin. “Netjes van Merijn dat hij me op de hoogte hield. Ik heb hem gefeliciteerd met wat ik zelf een heel sterke zet vind. We blijven een Nederlandse ploeg, ook in het hart. Dan was het een buitenkans om een immens populaire Nederlander, een posterboy, erbij te halen. Grappige anekdote trouwens: voor de Tour was ik in Andorra aan het trainen met Bennett, toen de geruchten opdoemden over de mogelijke komst van Kittel. Wat moet dat balen zijn voor Dylan, zeiden we toen. Na de Tour zagen we elkaar weer en rakelden we de conversatie op. ‘En dit dan voor jou’, gekscheerde ik tegen George. Al kan je Tom en George natuurlijk moeilijk vergelijken.”

foto: Cor Vos

Voor Gesink zelf ligt de komst van Dumoulin iets gemakkelijker, zegt hij zelf. “Ik heb die stap een tijdje geleden al gezet. Trouwens, ik weet ondertussen dat dat krampachtig vasthouden aan een resultaat rijden in een grote ronde mij niet honderd procent ligt. En daarbij, ik ben al lang blij dat ik weer kan fietsen. Maar voor jongens die daadwerkelijk zelf klassementsambities hebben, zal het meer gevolgen hebben. Los daarvan ben ik overtuigd dat Tom zijn plaats heeft in dit geheel. Die past hier wel. En hij haalt het hele team naar een hoger niveau. Daar wordt iedereen beter van. Het kan geen toeval zijn dat in een omgeving waarin gewonnen wordt, ook andere jongens beginnen te winnen. Dat is wat die omgeving met je doet. In dat opzicht lijkt het me gaaf om van zo’n winnaarsploeg nog een aantal jaren deel uit te maken.”

“Dood van Bjorg Lambrecht zorgde voor emoties”

Ook Robert Gesink koerste in Polen toen Bjorg Lambrecht zijn dodelijke val maakte. “Bjorg zat vooraan in het peloton. Ook ik zag hem vallen. Akelig. Toen ik hem zag liggen, besefte ik dat het ernstig was. Hij lag er echt niet fijn. Ik dacht in eerste instantie aan een arm- of sleutelbeenbreuk, maar toen de mensen eromheen om een arts riepen en schreeuwden, besefte ik dat het ernstiger was.”

“Vervolgens zit je niet comfortabel meer op je fiets. Na de etappe had ik dopingcontrole. Het was de chaperonne die bij mij was die bevestiging kreeg dat Bjorg overleden was. Ik dacht aan mijn vader. Hij overleed een paar dagen nadat hij met de fiets op zijn hoofd was gevallen. Die emoties kwamen weer boven. Later zag ik de ellende in het hotel van Lotto Soudal. Je kan je op dat moment niet voorstellen dat je een dag later weer gaat koersen.”

“En toch deden we het”, vertelt Gesink. “Op dat moment voel je je bezwaard dat je nog fietst. Toch draai je die knop weer om. Eerst de etappe in peloton, een rouwstoet als het ware. Ik praatte met de jongens van Lotto Soudal. Ze wilden fietsen als afleiding. Met een schouderklopje ook. Beter dat dan thuis op de bank te zitten treuren. Ongelofelijk hoe we – zij het op automatische piloot – toch weer de draad opnemen.”

“Ook bij ons in de ploeg merkte je de emoties. Sommige – jongere – renners kende Bjorg best goed. Kamergenoot Antwan Tolhoek had er die dag nog een praatje mee gemaakt. Dan gebeurt zoiets. Zo oneerlijk! Wij bij Jumbo-Visma kregen ook vrijgeleide van de ploeg. Gaat het niet, dan koers je morgen gewoon niet, kregen we te horen. Goed dat er zo mee omgegaan is. Maar voor de familie, ploegmaats en vrienden van Bjorg is dit ontzettend erg. Ja, dan wil ik niet klagen na die val in Luik.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.