Primož Roglič werd gisteren in de koninginnenrit van de Ronde van Romandië flink onder vuur genomen door naaste belager Egan Bernal. De Colombiaan – die voor aanvang van de etappe op slechts zes seconden stond in het klassement – probeerde op flanken van de slotklim zijn Sloveense rivaal uit het wiel te rijden.

De kopman van LottoNL-Jumbo pareerde de versnellingen echter zonder blikken of blozen, om aan de streep nog naar zes bonificatieseconden te sprinten. Na afloop bevestigde Roglič dat hij op geen enkel moment in gevaar was. “Ik ben nooit in paniek geweest. Als hij nog harder had gekund, weet ik zeker dat hij dat had gedaan.”

Ploegleider Sierk-Jan de Haan zag zijn protegé evenmin in de problemen komen. “De ploeg heeft fantastisch werk geleverd. Vooral Stef (Clement) en Bram (Tankink) hebben berenwerk verricht. Zij waren echt goud waard. In de finale zaten Primož en Steven (Kruijswijk) vervolgens goed in het treintje van Sky. Bernal probeerde het meerdere keren, maar Primož kwam nooit in de problemen”, zo vertelt hij op de ploegsite.

De Sloveen wist aan de finish naar een tweede plek én de zes bijbehorende bonificatieseconden te sprinten, maar zag de Deen Jakob Fuglsang solo zegevieren. “Dit was voor ons echter een ideaal scenario”, aldus De Haan. “Hierdoor hoefde Primož zich alleen maar te richten op de boni’s. Het geeft vertrouwen dat we vandaag nooit in de problemen zijn geraakt.”

“Morgen lonkt uiteraard het gevaar, maar we moeten van onze eigen kracht uitgaan en vertrouwen hebben dat het goed komt”, aldus De Haan.