• donderdag 9 juni 2022 om 19:55

Sanne Cant op longlist Ronde van Frankrijk: “Zou een droom zijn die uitkomt”

Interview Het vrouwenpeloton telt stilaan de dagen af tot de start van hun eerste echte Ronde van Frankrijk. De kans is reëel dat ook drievoudig wereldkampioene Sanne Cant van de partij is. “Ik maak inderdaad deel uit van de voorselectie van acht bij Plantur-Pura, maar het achttal moet nog herleid worden tot zes. Ik wil er de komende weken alles aan doen om erbij te zijn.”

Het was in een korte reportage deze week op Eurosport dat zowel Sanne Cant als de Duitse Laura Süßemilch gepolst werden naar hun deelname aan de Tour de France. Navraag bij de ploeg leert ons echter dat het opvoeren van beide vrouwen geen garantie is dat ze binnen anderhalve maand ook echt aan de start staan in Parijs.

Momenteel blijkt er een voorselectie van acht rensters te zijn. En daar maakt Sanne Cant deel van uit, net als Laura Süßemilch, Justine Ghekiere, Julie Van De Velde, Julie De Wilde, Kim De Baat, Christina Schweinberger en collega-veldrijdster Yara Kastelijn. Die laatste lijkt ons sowieso een certitude, want ze bewees de voorbije maanden de beste klimster van de ploeg te zijn.

Ook jij reed, vooral in dienst van de ploeg, een goed voorjaar, Sanne.
“Dat is zo. Mijn tweede voorjaar op de weg is een stuk beter verlopen dan mijn eerste. Hoe dat komt? Ik heb er niet echt een verklaring voor. Ik heb corona gehad na het WK veldrijden. Misschien hebben die tien dagen extra rust me goed gedaan? Vorig jaar was ook mijn eerste voorjaar, dus heb ik wat meer ervaring. Ook dat kan een rol gespeeld hebben.”

Hoe moeilijk is het voor jou om in dienst van een ploeg te rijden? Jij die al anderhalf decennium voor jezelf rijdt?
“Oh, maar ik vind dat gewoon bijzonder leuk. Omdat er een geweldige sfeer in de ploeg heerst. En daarnaast voelt het helemaal niet slecht om, in tegenstelling tot in het veldrijden, niet zelf alle druk op de schouders te voelen. Ik was bijvoorbeeld oprecht heel blij deel uit te maken van de ploeg toen Julie De Wilde tweede werd in Dwars door Vlaanderen.”

Daardoor rijd je niet altijd zelf de allerbeste resultaten…
“Persoonlijke resultaten zeggen niet alles. Zo was ik 11de in Gent-Wevelgem, maar had ik meer voldoening van mijn prestatie in de Strade Bianche, waar ik nochtans geen goede uitslag reed. Maar ik draaide er wel lang mee in een van de lastigste wedstrijden uit het vrouwencircuit, met 2.400 hoogtemeters notabene. Nee, Plantur-Pura wilde zich dit jaar als ploeg laten zien. We zetten stappen en dat is belangrijker dan een individueel resultaat.”

Na je Covidbesmetting reed je eind februari het laatste crossweekend. Hoeveel rust nam je daarna nog?
“Geen. Ik trok met ons mama naar Spanje voor een weekje stage. Onmiddellijk daarna stond de Strade al op de agenda, gevolgd door een reeks eendagswedstrijden. Ik heb ervan genoten om al die klassiekers te kunnen rijden. Eerlijk? Toen de broers Roodhooft me een paar jaar geleden vertelden dat er een wegploeg kwam, had ik niet verwacht dat we nu al zo ver zouden staan. Ik denk dat we al een aantal mensen verbaasd hebben.”

Ik kan me voorstellen dat je zelfs even gevreesd heb voor jouw plek, want er kwam best wat versterking.
“Ik was wel overtuigd dat ik als veldrijdster sowieso de kans zou gekregen hebben om me via een mooi programma voor te bereiden op het crossseizoen. Maar inderdaad, ik geef toe dat ik er wel een keer aan heb gedacht. Dat ik in de mooiste klassiekers naast de kern kon belanden. Maar uiteindelijk heb ik snel bewezen dat de conditie goed was en ik mijn plaats in de ploeg had. Ik ben toch meer dan een crossertje die wat op de weg komt rijden.”

En daar kan deze zomer de kers op de taart bijkomen met een deelname aan de Ronde van Frankrijk.
“Dat zou echt geweldig zijn. Noem het gerust een droom die zou uitkomen. Een van de weinige dingen die ik nog niet gedaan heb in mijn carrière. Op het WK en de Olympische Spelen na heb ik anders alles gereden wat kon, denk ik. Tot voor een paar jaar achtte ik de Tour ook onmogelijk. Hij bestond ook niet, natuurlijk.”

Geeft dit een beetje een extra schwung aan jouw carrière?
“Het is vooral het nieuwe en het leuke hé. Sinds de opstart van Plantur-Pura kan ik wedstrijden rijden die vroeger onmogelijk waren. Ik was beperkt tot de BeNe Ladies Tour, een aantal kleinere eendagskoersen in België en nog een rittenkoersje in Frankrijk. Nu koersen we op het hoogste niveau. En daar is de Tour toch het summum van.”

Hoe wordt die Tour ingeschat in het vrouwenpeloton?
“Heel hoog! Wij kijken ook al jaren naar onze mannelijke collega’s op tv. Nu hebben we onze eigen Ronde van Frankrijk en dat wordt meteen ook de belangrijkste koers van het jaar. De media-aandacht zal enorm zijn. Als ik de uiteindelijke selectie haal, zal het ook voor mij de belangrijkste wedstrijd van het jaar zijn.”

“Hopelijk ben ik er bij, maar ik moet me behoeden om me nu al ‘rijk’ te rekenen. Ik kan nog afvallen. Als ik de selectie van acht hoorde, moest ik zelfs even slikken. Sowieso zullen er twee steengoede rensters moeten thuisblijven.”

Even in de voorwaardelijke wijs dan. Als je mee mag, kan zoiets jou nog nerveus maken?
“Dat denk ik wel. Ik voelde al een kriebel in de buik toen ik mijn naam in de voorselectie zag staan. Ook bij de start kan ik me voorstellen dat er wel wat gezonde stress bij zal komen kijken.”

Het is nog anderhalve maand. Hoe ziet de voorbereiding eruit?
“Dit weekend rijd ik nog twee wedstrijden in eigen land: Dwars door het Hageland en Nijlen. Daarna staat het BK in Middelkerke op de agenda en op 28 juni vertrekken we op hoogtestage voor twee weken. Met alle acht de vrouwen. Pas daarna vallen er twee ploeggenotes af.”

Mannelijke collega-veldrijders die jouw programma op de weg rijden, beginnen later aan hun veldritseizoen. Hoe zal dat met jou gaan?
“Anders. Ik start mijn veldritseizoen zoals gewoonlijk heel vroeg. Na de Tour de France – als ik mee mag – gaat de focus echt weer naar het veld. Mijn voorbereiding zal er uiteindelijk niet veel anders uitgezien hebben dan anders. Alleen zal ik grotere wedstrijden gereden hebben. Ik kan er in de winter misschien wel de vruchten van plukken.”