Interview 2019 was niet het seizoen van Sean De  Bie. Het is nog maar de vraag of de ondertussen 28-jarige Kempenaar volgend jaar nog deel uitmaakt van het profpeloton. “Ik blijf hoopvol, maar op de dag van vandaag is er nog niets”, vertelt hij. Er staan voorlopig nog drie wegwedstrijden op zijn programma. Daarna gaat hij veldrijden.

In het voorjaar werd de renner van Roompot-Charles gelimiteerd door rugproblemen, waardoor hij nooit zijn normale niveau benaderde. Alsof dat niet erg genoeg was, belandde hij half mei in het ziekenhuis na een frontale botsing met een auto tijdens een trainingsrit op stage in het Italiaans Brescia. De diagnose was hard: meerdere gebroken ribben, een barst in het borstbeen, breuken in zijn schouderblad, een gekneusde long en milt én een bekkenbreuk.

Nog drie wegwedstrijden
Na vier weken intensive care en een lange revalidatie, hervatte hij pas eind augustus de competitie. Voorlopig zonder succes. Bijkomend probleem: Roompot-Charles houdt op te bestaan. De Bie zucht: “Ik ben zes jaar prof. Ik heb drie mooie en drie slechte jaren gehad. Dit is er een van die slechte. Ik zal blij zijn als het wegseizoen achter de rug is. Vrijdag ga ik van start in Zwevezele Koers, zaterdag staat de Tacx Pro Classic op de agenda en zondag sluit ik af in de Memorial Van Steenbergen.”

“Of ik volgend jaar nog prof ben, weet ik niet. Ik heb voorlopig niets. Er ligt zelfs niets op tafel. Laat me zeggen dat ik er rekening mee houd dat ik zondag mijn laatste wegwedstrijd uit mijn carrière rijd. Ik heb ook geen zin om aan het minimumloon rond te fietsen. En ik als ik nog ergens terecht zou kunnen, mik ik toch op een ploeg met een degelijk programma en dito begeleiding”, is De Bie overtuigd. “Ik heb die begeleiding nodig.”

Motivatie
Hij refereert daarbij naar 2018. “Met voorsprong het meest plezante seizoen uit mijn carrière”, zegt hij. “En dat had vooral te maken met de omkadering. Michiel Elijzen (ondertussen bij Team Sunweb, red) en Kristof De Kegel (nu bij Corendon-Circus, red) speelden kort op de bal. Er was een plan, een professionele aanpak. Dan haal je als renner ook je beste rendement, vind ik.”

“Maar als ik niet meer in een fatsoenlijk team terechtkom, dan ga ik me liever wat amuseren in het bos. Een eind weg van de gevaren van de weg. Maar we zien wel. Zover is het zeker nog niet. Ik blijf gemotiveerd en hoop nog op een kans. Dit is hoe dan ook een gemist jaar en het zou fijn zijn om te tonen dat mijn resultaten van 2018 geen toeval waren. Alleen moet ik ook realistisch durven zijn…”

Baskenland en Catalonië
In afwachting van wat zijn toekomst brengt, heeft Sean De Bie zich in elk geval al een drietal crossfietsen aangeschaft. Want de komende weken heeft hij een aantal veldritten in zijn programma opgenomen. “Ik heb daar al langer zin in, maar na een lang zomerseizoen is dat er té veel aan. En in december is de vorm ook nog niet optimaal. Nu kan het wel. Dat is dan het enige voordeel van een seizoen met minder dan twintig koersdagen. Ik voel me nog fris.”

Op donderdag 17 oktober zal hij aan de start van de Kermiscross in Ardooie staan. “Daarna trek ik naar Spanje. In een periode van tien dagen rijd ik twee crossen in het Baskenland en drie in Catalonië. Ook Niel (op 11 november, red) staat al op het lijstje. Dat is het voorlopig. Afhankelijk van wat mijn eventueel toekomstig team wil, kan het zijn dat ik rond de kerstperiode ook nog een aantal wedstrijden rijd.”

Explosiviteit
De Bie was als jongere een goed veldrijder. “Maar het is zes jaar geleden dat ik nog croste. Het veldrijden is veranderd. Het is zoveel explosiever geworden. Net daarom is het niet slecht dit te doen in functie van volgend jaar. Toch kies ik er vooral wat meer ‘ouderwetse’ crossen uit. Wedstrijden die iets minder technische vaardigheden vergen. In welk shirt ik rijd? Normaal in dat van Charles, net als Lars Boom.”