Nog een Milaan-San Remo-debutant bij Alpecin-Fenix: Senne Leysen (24). De zoon van ploegleider Bart start zonder persoonlijke ambitie. Zo gaat dat als je een topfavoriet in je rangen telt. “Bovendien ben ik realistisch genoeg. Ik kan de toppers – nog – niet volgen op de Poggio.”

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

De honger was groot, deze morgen bij Senne Leysen. De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix heeft hij al gereden. Vandaag debuteert hij in een derde monument. “De Ronde en Parijs-Roubaix staan nog ietsje hoger op mij lievelingslijstje”, vertelt hij. “Maar Milaan-San Remo heeft ook wel iets. De makkelijkste om te rijden, de moeilijkste om te winnen, hoor ik steeds weer. Dat spreekt me wel aan.”

Al stond Leysen vanmorgen uiteraard niet aan de start met persoonlijke ambities. “Ik ben blij dat ik deze kans krijg van de ploegleiding. Ik wil die ook benutten en mijn steentje bijdragen om Mathieu van der Poel zo fris mogelijk af te zetten in de finale. Hij moet aan de voet van de Cipressa geraken zonder enige energieverspilling.”

Slijtageslag
Senne Leysen verwacht wel dat het een slijtageslag wordt. “De hitte zal zijn rol spelen. Iets meer hoogtemeters dan de voorbije edities. Het vernieuwde parcours ook. Smallere wegen, waardoor het sneller en meer op een lint zal getrokken worden. Dan verspeel je sowieso extra krachten. Het zal er volgens mij voor zorgen dat er sneller geschift wordt.”

“Toch moet je in de finale geen andere namen verwachten dan normaal”, gaat hij voort. “Het peloton dat de Poggio bestormt zal kleiner zijn, maar wel met de jongens die je verwacht en uiteindelijk zal daar een groep wegrijden die voor de overwinning sprint. Mannen met punch, zoals altijd. En ja, daar moet Mathieu bij zijn.”