Sep Vanmarcke heeft ambitie om José De Cauwer op te volgen: “Ook een manier van performen”
Interview Wordt Sep Vanmarcke op termijn de opvolger van commentatorlegende José De Cauwer? Als het van de 36-jarige West-Vlaming zelf afhangt, wél. Na jaren in het peloton te hebben vertoefd als renner en ploegleider, heeft de ex-winnaar van de Omloop Het Nieuwsblad nu een nieuwe uitdaging op het oog in de rol van analist.
Dat Vanmarcke er niet de meest gemakkelijke jaren heeft opzitten, is een stevig understatement. Maar we kunnen wel stellen dat hij intussen weer volledig is opgekrabbeld. In de zomer van 2023 kreeg Vanmarcke te horen dat hij per direct moest stoppen met koersen vanwege hartproblemen. De ex-renner mocht wel bij Israel-Premier Tech blijven in de rol van ploegleider, maar dat contract leverde hij aan het einde van wielerseizoen 2024 eigenhandig in. Een nieuwe domper.
“Dat was voor mijn gevoel toch noodzakelijk”, vertelt Vanmarcke daarover. “Ik heb beseft dat ik in mijn hoofd nog topsporter was, terwijl ik de job van ploegleider uitvoerde. Pas op, ik deed mijn job wel goed, vind ik zelf. Maar het is niet correct als je constant met de gedachte ‘pff, die andere jongens hebben meer geluk dan ik’ speelt. Ik moest volledig uit het wereldje stappen om definitief afstand te kunnen nemen van het renner zijn. Het gaat momenteel goed met mij, intussen heb ik al kunnen ervaren dat ik geen coureur meer ben, maar ik mis het nog wel. Het is een deeltje van mijn leven dat ik niet zelf heb afgesloten, maar ik klaag er niet meer over. Dat is een groot verschil.”
“De klassiekers komen eraan en ik ben voor het eerst in twintig jaar niet op een of andere manier deel van ‘het wereldje’. Zeker in december speelde dat op, want dan was het altijd de eerste stage. Toch wil ik juist dat gemis aangrijpen om nieuwe kansen te zoeken, te creëren en te grijpen. Ik wil een nieuwe uitdaging aangaan en hopelijk vind ik daar mijn weg in. Momenteel zoek ik die in de buitenrand van de koers.”

Vanmarcke tijdens de voorjaarsklassiekers – foto: Cor Vos
Tv-commentaar geven!
“Dat is iets waar ik uiteindelijk wel naartoe wil. Momenteel vul ik mijn tijd met keynotes geven in bedrijven, maar analist en commentator zijn, is een van de dingen waar ik grote ambitie voor heb. Ik weet niet of ik het kan bereiken, maar ik wil het wel graag. Ik weet intussen dat ik toch een aantal keer aan de tafel bij Maarten Vangramberen de klassiekers mag analiseren. Daar mag ik in maart en april een aantal keer over de koers gaan praten, net als vorig jaar. Hopelijk komen daar een aantal momenten als commentator bij.”
De posities als co-commentator zijn wel schaars, maar de vaste VRT-commentator José De Cauwer noemde jou al als een van zijn potentiële opvolgers.
“Het is leuk dat José dat zegt, dat is heel eervol. José is iemand met oneindig veel ervaring en hij doet zijn werk nog altijd fantastisch. Ondanks dat hij stilaan gaat beginnen minderen, is hij een vaste waarde en een stem die moeilijk te vernieuwen of te vervangen is. Maar als ik eerlijk ben: mochten er een paar kansjes komen, dan zou ik heel blij zijn om die te grijpen. Ik vind het heel leuk om met dat idee rond te lopen.”
Waarom denk je dat die rol jou zo goed ligt?
“Ik ben natuurlijk nog niet zo vaak commentator geweest, volgens mij alleen in de Brussels Cycling Classic en het Kampioenschap van Vlaanderen. Maar ik heb het voordeel dat ik me goed kan inleven in de koers. Ik heb jarenlang zelf gekoerst, en ik denk dat ik mijn eigen ervaringen goed kan vertalen naar de mensen thuis. Zelfs als het heel moeilijke onderwerpen zijn, probeer ik die goed verstaanbaar te maken.”
Als je ambities zo stellig daar liggen, sluit je een terugkeer als ploegleider dan op middellange termijn uit?
“Dat sluit ik niet uit, maar momenteel beloop ik een andere weg. Als commentator kun je vanuit een andere invalshoek je kennis delen, naar een veel breder publiek, wat ik leuk vind. Ik heb het ploegleiderschap niet zomaar opzij gezet, maar echt omdat ik afstand moest nemen van mijn vroegere bestaan en nieuwe uitdagingen wil vinden. Ik zie in dat analistenwerk een nieuwe vorm van ‘performen’ voor mezelf. Al is werken met topsporters ook mooi, alleen mag ik dan in mijn eigen hoofd geen topsporter meer zijn.”

Als renner won Vanmarcke ooit de Omloop – foto: Cor Vos
Het bloed van de topsporter kruipt waar het niet gaan kan?
“Echt waar! Ik ben álles aan het volgen, echt heel veel koers aan het kijken. En ik schrijf het ook allemaal op. Zie het als een vorm van studeren, waarbij ik meer dan ooit van alles up-to-date wil blijven. Als ploegleider ben je bezig met je eigen ploeg en de directe tegenstanders, maar nu moet je overkoepelend van alle wedstrijden en de verschillende renners veel weten.”
“Koers blijft mijn grote passie, dus dat kost me totaal geen moeite. Maar ik voel me wel verantwoordelijk voor wat ik op televisie ga zeggen. Als ik zo’n nieuwe uitdaging aan ga, dan wil ik goed voorbereid zijn en alles perfect kunnen uitleggen. Als de mensen dat dan goed vinden en de hoofdanalist ook, dan krijg ik daar voldoening van. Het is een prestatie die je aflevert, net als een sporter dat doet. Omgekeerd, als je de dingen niet goed verwoordt, dan zal je niet meer teruggevraagd worden. Mijn leven draait om presteren, maar in de positieve zin. Het motiveert mij. Dus als er ruimte is, wil ik in dit vak steeds verder gaan.”
Ook vorig jaar mocht je enkele wedstrijden analyseren, maar toen was je terwijl nog ploegleider. Ga je nu meer vrijuit kunnen praten?
“Daar ben ik wel van overtuigd. Ik wist altijd wel eerlijk en rechtuit te zeggen hoe het was, maar als ploegleider moest je altijd wel wat opletten. Je kon niet volledig tegen iemand ingaan of tegen iemand zijn schenen schoppen. Een week later kon je die persoon immers tegenkomen in koers en dan wil je met elke tegenstander een coalitie kunnen vormen. Ik zal nooit de man zijn die koste wat kost aan grootspraak wil doen of chaos creëren, maar ik zal nog meer vrijuit praten. Ik hang simpelweg nergens meer aan vast.”
Tot slot: is er al beter nieuws te melden over je gezondheid?
“Ik ben in november geopereerd aan voorkamerfibrillatie, en sindsdien moet ik elke vorm van sport laten liggen. Ik mag nog wandelen, maar verder niets. Gelukkig maar tijdelijk. Verschillende cardiologen hebben overlegd en binnen een paar maanden heb ik nieuwe onderzoeken. Als die goed verlopen, mag ik nadien weer wat beginnen sporten. Dat zou mij een heel gelukkige mens maken, ook al gaat het enkel over recreatieve sport. Eerst moet mijn hart rust krijgen om te herstellen van de operatie.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.