Sep Vanmarcke wikt BK-omloop in Binche: “Wie kan mee als Evenepoel en Van Aert koers maken?”
Interview De Henegouwse stad Binche is zondag gastheer van het Belgisch kampioenschap wielrennen. Wie daar een knaplastig Ardennenparcours verwacht, komt echter bedrogen uit. Binche lijkt de sprinters gunstig gezind te zijn, maar er zit wel een addertje onder het gras. Dat merkt ex-renner Sep Vanmarcke op, die eerder deze week op verkenning ging.
Eén keer eerder waren de Belgische kampioenschappen te gast in Binche: in 2018 kroonde Yves Lampaert zich tot houder van de driekleur, ten koste van lokale favoriet Philippe Gilbert. Strandde toen op plaats vijf: Sep Vanmarcke. “Maar je herkent bijna niets meer van het parcours van toen”, is de West-Vlaming meteen duidelijk. “Alleen de laatste anderhalve kilometer is nog dezelfde. Voor de rest is het een volledig andere omloop.”
Na de start op de Grand Place in Binche werken de renners ditmaal eerst een lus van 115 kilometer in zuidelijke richting af, die zelfs flirt met de Franse grens, vooraleer Binche het decor mag zijn van zeven lokale rondjes voor de mannen eliterenners en eentje bij de dames. De rondes zijn 16,4 kilometer lang, en volgens Vanmarcke niet eens al te lastig.
Weinig hellingen, wel kasseien
De enige échte hindernis? De kasseien van de oplopende Rue de la Pépinière, de intussen al iconische slotkilometer van najaarsklassieker Binche-Chimay-Binche. Die begint steil op de kasseien, vooraleer op zo’n 400 meter van de finish een bocht naar rechts wacht. Richting finish blijft het vervolgens licht oplopen, met in de laatste 200 meter opnieuw kasseien op de Grand Place én de finish na een flauwe bocht.
“Het is geen slotkilometer die telkens voor grote verschillen kan zorgen, maar wel eentje die een eventuele sprint grondig ontregelt. Steil wordt het eigenlijk ook nooit”, vindt Vanmarcke na zijn verkenning.

De Lie won eind vorig jaar nog in Binche – foto: Cor Vos
In het centrum van Binche begint de lokale ronde vervolgens met nog meer hindernissen. “Waar we in het BK van 2018 en Binche-Chimay-Binche meteen gingen klimmen, lijkt het nu alsof ze elk stukje met kasseien er absoluut wilden uitpeuteren. Aan het station van Binche liggen in totaal 500 meter kasseien, verdeeld over enkele kleine strookjes en enkele technische bochtjes.”
Nadien is het gedaan met de pret. “Tien kilometer lang krijg je alleen maar lange brede wegen, met weinig bochten. Onder andere langs de gebouwen van Wanty, een van de grote sponsoren. Dat blijft duren, tot de renners op 5,5 kilometer van de meet een smal, bovendien licht oplopend baantje worden opgestuurd. Dat is een heel belangrijk ijkpunt. Wie daar ideaal in positie zit, zal ook goed aan de slotkilometer beginnen. Vanaf daar blijft het smal en voor je het weet ben je aan de kasseibeklimming.”
Volop koers of toch een sprint?
Cru gezegd, stelt de omloop volgens Vanmarcke niet meer voor dan een goede drie kilometer uitdaging in het centrum van Binche. “Al de rest is best goed controleerbaar, maar dat wil niet zeggen dat je zomaar een sprint zal krijgen. Een BK is altijd een vreemde koers. Op het kampioenschap in Antwerpen (in 2017, red.) zou het met zekerheid een massasprint worden, maar daar gingen we met vijf sterke renners naar de finish. In Ingooigem (2020, red.) verwachtte iedereen dan weer een lastige finale, maar reed de beslissende vlucht al op 150 kilometer van de meet weg. Ik durf hier niet zeggen welke kant het op valt”, lacht Vanmarcke.
“In theorie is het wel een parcours voor sprinters. Fysiek gezien kun je hier zeker een sprint van maken. Maar je moet eens goed naar de ploegen van de favorieten kijken. Bij Soudal Quick-Step heeft Tim Merlier ook Remco Evenepoel in de ploeg. Ook Jasper Philipsen kan met Alpecin-Deceuninck verschillende manschappen inzetten om in de aanval te gaan. Gaan die ploegen écht willen controleren voor een sprint? Jordi Meeus heeft bij Red Bull-BORA-hansgrohe dan weer maar één ploeggenoot en ook bij Lotto zullen de kaarten verdeeld worden tussen Jenno Berckmoes en Arnaud De Lie. Die laatste gaat wellicht ook afwachten.”
Vanmarcke verwacht toch een zeer attractieve koers. “Bij Visma | Lease a Bike heb je een pakketje renners die willen koersen. En als Wout van Aert en Remco Evenepoel in orde zijn en koers maken, moet je echt niet verwachten dat het hele peloton kan volgen. Als ook mannen als Thibau Nys, Maxim Van Gils, Tim Wellens en Florian Vermeersch zich ermee bemoeien, kan dat tot iets moois leiden. Maar even goed komt daarna alles opnieuw samen, omdat één van de grote blokken de slag heeft gemist. Dat is het mooie van een BK.”

Om te reageren moet je ingelogd zijn.