Tadej Pogacar heeft Parijs-Roubaix niet zomaar binnen: “Op kasseien kan hij Van der Poel nooit lossen”
Interview Tadej Pogacar en Parijs-Roubaix, wordt dat een geslaagd huwelijk of helemaal niet? Heeft Parijs-Roubaix er meteen een nieuwe topfavoriet bij of gaat die status voor een debutant te ver? Wij vroegen het aan ex-winnaar Mathew Hayman (in 2016) en Sep Vanmarcke (tweede in 2013).
Na de meest amusante Milaan-San Remo in decennia, waar Pogacar samen met Mathieu van der Poel hoogstpersoonlijk voor verantwoordelijk was, wordt ook zijn deelname aan Parijs-Roubaix alleen maar met enthousiasme onthaald. “Dit is wat elke wielerliefhebber wilde zien”, zegt Vanmarcke. “Het is een extra factor die de wedstrijd nog een beetje specialer gaat maken. Ik ben zeker dat de aandacht, die voor Parijs-Roubaix sowieso al groot is, nog eens dertig procent zal groeien met zo’n fenomeen aan de start.”
Een verrassing is zijn deelname echter niet. Begin februari hintte de wereldkampioen zelf via een video op sociale media op de Helleklassieker. “Als je ziet hoe graag hij koerst en grote koersen afvinkt, dan komt dit niet onverwachts”, aldus Hayman. “Ik weet zeker dat zijn ploegleiders dit helemaal niet leuk vinden, maar toch steekt hij zijn eigen ambities niet onder stoelen of banken. Ik ben een man van de klassiekers, en dat hij hier wil zijn, is een mooi compliment voor onze koersen. Ik zie het andere klassementsmannen niet doen.”
Maar Pogacar is natuurlijk niet zomaar ‘iemand’. Als drievoudig Tourwinnaar wordt er sowieso naar hem gekeken. Terecht? “In principe wel. Je ziet in de kasseiritten in de Tour de France ook telkens dat de klassementsmannen goed uit de voet kunnen op diezelfde kasseistroken. Als je een goede renner bent, dan kun je op alle terreinen uit de voeten. Dus ook op de kasseien van Parijs-Roubaix”, zegt Hayman.
Enkele bedenkingen
Fysiologisch kunnen we echter niet onder enkele zaken uit die niét in het voordeel van de Sloveen spelen. “Zijn gewicht”, noemt Hayman meteen. Dat ligt rond de 66 kilogram, wat vrij licht is voor een Parijs-Roubaix-kandidaat. “Ik kan niet ontkennen dat hij daarmee een nadeel heeft. Hij kan veel goedmaken op klasse, maar ik denk dat hij gaat botsen op de Mathieus, Wouts en Gannas van deze wereld. Misschien zorgt zijn lichte gewicht ervoor dat hij op het eind van de wedstrijd minder pure wattages kan trappen. Dat kan opspelen.”
Vanmarcke beaamt: “Dat is ook exact de reden waarom ik niet geloof dat Tadej gaat winnen. Op de vlakke wegen en op de kasseien gaat hij nooit wegrijden van Van der Poel. Qua wattage per kilogram kunnen zijn concurrenten nooit tegen hem op, maar dat telt dus niet op het vlakke. Parijs-Roubaix is een wedstrijd die wordt beslist met het absolute vermogen en dat hebben de anderen meer. En in de sprint is hij normaal gezien ook geklopt.”
“Daarnaast hebben Van der Poel en Van Aert zo veel feeling met de kasseien en de ondergrond, omdat ze altijd crossers zijn geweest. Ik verwacht dat zij zuiniger over de kasseien kunnen rijden. Pas op, hij kan rap rijden, omdat hij zo veel talent heeft. Maar zijn passage die hij heeft gefilmd in Wallers vond ik nu niet bepaald heel ‘smooth’ of vlotjes gaan. Het was echt werken op de fiets. Terwijl iemand die de perfecte feeling over de kasseien heeft, er bijna vanzelf over vliegt. Dat heb ik hem niet zien doen.”
Tactiek?
Hoe zouden de twee de wedstrijd dan aanpakken in de positie van Pogacar? “Voorin zitten”, zegt Hayman meteen. “Ik zou met zijn ploeg snel de verantwoordelijkheid nemen, zeker naar die eerste kasseistrook toe. En vanaf daar volle bak rijden. Dat kan Pogacar natuurlijk als de beste. Het kan niet snel genoeg gaan voor hem. Ze moeten het hard en snel maken. Op de kasseistroken zelf mist hij nog de ervaring, maar dat kan hij oplossen door recht over de kasseien te rijden en niet de zijkanten op te zoeken. Zeker niet in het begin.”

Zet Pogacar de rest ook in Roubaix onder druk? – foto: Cor Vos
“Gelukkig heeft hij een goede techniek”, pikt Vanmarcke in. “Hij heeft een van de beste stuurmanskunsten van het hele peloton. Vaak als klimmers over de kasseien rijden, zijn ze bang en beginnen ze achterin. Maar dat ga je bij Pogacar niet snel zien. Je zag al in de kasseiritten die hij in de Tour de France heeft gereden, dat hij niet terugdeinst om het initiatief te nemen en zich volop te geven.”
Hayman: “De trui van wereldkampioen en zijn sterke ploeg doen ook veel. Hij kan veel gemakkelijker door een peloton rijden dan veel van zijn concurrenten, wordt sneller doorgelaten en kan zo beter positie kiezen. Zo blijf je uit het gevaar. Maar het is een illusie dat je een risicoloze Roubaix kunt rijden. Als je daarmee begint, is dat vragen voor problemen. Zijn ploegleiders en ploeggenoten zullen hem daarbij goed moeten begeleiden. Renners die jaar na jaar meedoen hebben sowieso een voordeel, terwijl hij voor het eerst start.”
Conclusie: in de rol van topfavoriet moeten we de Sloveen nog niet meteen duwen. “Puur op talent en inhoud zal hij ver komen. Hij heeft zot veel kwaliteit, maar met het podium zal hij al heel blij mogen zijn. Die mannen kloppen op hun terrein, dat zie ik nog niet direct gebeuren”, besluit Vanmarcke. Hayman: “Pogi zal sowieso iets onverwachts willen doen en ik vind het leuk dat hij het probeert. Maar er staan nog andere favorieten boven hem.”

Om te reageren moet je ingelogd zijn.