Harry Tanfield had het gevoel dat Katusha-Alpecin een spelletje met hem speelde. Dat vertelt de Britse renner, die na dit seizoen aan de slag gaat bij AG2R La Mondiale, tegen Cyclingnews. “Het voelt alsof je aan het lijntje gehouden wordt. Je denk veilig te zijn, zekerheid voor het volgende jaar, en dan krijg je dit”, zegt hij over de overname van Israel Cycling Academy.

Bij Tanfield kwam het nieuws hard aan dat Israel Cycling Academy, dat de licentie kocht van Katusha-Alpecin, niet alle renners met een doorlopend contract wilde overnemen. In juli kregen Tanfield en co te horen dat niemand hoefde te wanhopen. Eind september volgde de mededeling dat door het akkoord met Israel Cycling Academy de helft van de renners met een doorlopend contract tóch weg moest.

“Bedankt om mij dat te laten weten als het bijna oktober is, fantastisch”, dacht Tanfield toen sarcastisch. “Er kwam niets direct via de ploeg, ik hoorde alles via mijn manager. Er was geen reden, maar enkel een lijst met renners die ze wel en niet wilden. That’s it. Er werden geen vragen gesteld en een antwoorden gegeven.”

Salaris
De 25-jarige Brit vond snel onderdak bij AG2R La Mondiale. Die ploeg wilde hem een jaar eerder ook al hebben. “Het heeft goed uitgepakt, want ik heb een ploeg gevonden en krijg het salaris waar ik voor getekend heb”, aldus de transfervrije Tanfield, die nog deels betaald zal worden door Katusha.

Het grootste deel van het salaris is vanaf 2020 voor de Fransen, maar Israel (of Katusha) betaalt vijfduizend euro bij omdat Tanfield een tweejarig contract getekend had bij zijn komst. Dat bevestigt AG2R-manager Vincent Lavenu tegen Cyclingnews. Tanfield is de manager dankbaar voor de kans die hij krijgt. “Had ik die kans maar eerder gegrepen”, doelt de Brit op de interesse die eind 2018 al was voor hem.