Team Sunweb na Dumoulin: “Je doet huidige renners te kort door te stellen dat we opnieuw beginnen”
Hoe moet het met Sunweb naar het vertrek van Dumoulin? - foto: Cor Vos
zondag 22 september 2019 om 08:30

Team Sunweb na Dumoulin: “Je doet huidige renners te kort door te stellen dat we opnieuw beginnen”

Interview Team Sunweb zit dit jaar in de hoek waar de klappen vallen. De polemiek rond de knie van Tom Dumoulin, zijn uiteindelijke vertrek, geblesseerde kopmannen en het geringe aantal overwinningen. In de hoop daar verandering te brengen, legde de Duitse ploeg tot nu toe negen nieuwe renners vast. Daarvan zijn er zes eerstejaarsprof. Een heuse verjongingskuur en een nieuw begin? “Nee, zo zit het niet in elkaar”, vertelt ploegleider Marc Reef in een uitgebreid interview met WielerFlits.

Teleurstellend seizoen

De Duitse formatie van teammanager Iwan Spekenbrink beleeft qua overwinningen niet het meest florissante seizoen. De zegeteller staat tot op heden ‘slechts’ op acht. Trek-Segafredo staat op hetzelfde aantal, alleen Dimension Data (zeven), CCC (zes) en Katusha-Alpecin (vijf) doen het slechter. Vorig jaar stokte het voor Team Sunweb weliswaar bij elf overwinningen, maar daar kwamen wel tweede plekken in de eindklassementen van de Giro d’Italia en de Tour de France bij. En hoewel het seizoen nog niet over is, deed de ploeg het alleen in 2005, 2007, 2008 en 2009 minder. Toen spraken we nog over Skil-Shimano en leek de ploeg in de verste verte niet op de topploeg die het nu is. Of zou moeten zijn.

De zeges dit seizoen tellen echter wel. Zes van de acht zijn op WorldTour-niveau geboekt, waarvan eentje in de Giro d’Italia (Chad Haga), eentje in de Vuelta a España (Nikias Arndt) en de GP Cycliste de Québec (Michael Matthews). “We zijn nog bezig met het analyseren van een aantal zaken”, vertelt Reef. “Het is natuurlijk niet zo dat we alleen naar resultaten kijken. We bestuderen ook hoe jongens zich hebben ontwikkeld. Het is een beetje dubbel. We zijn met hoge verwachtingen aan het seizoen begonnen. De jaren 2017 en 2018 zijn voor ons heel goede jaren geweest, met mooie resultaten en daar probeer je op voort te borduren. Eigenlijk kun je nu wel stellen dat dit jaar niet is wat we ervan gehoopt hadden.”

Team Sunweb omringt gevallen kopman Dumoulin in de Giro – foto: Massimo Paolone/LaPresse

De ploegleider stelt vast dat de doelstellingen van dit seizoen niet behaald zijn. Team Sunweb zette vol in op de Giro d’Italia. Door een vroege valpartij van Tom Dumoulin viel dat plan in duigen en ook de Tour de France liep niet zoals de technische staf had gewild. “Je kunt er niet voor weglopen dat Michael hard in Parijs-Nice valt en in de klassiekers niet helemaal tot zijn recht komt”, vindt Reef. “Søren Kragh Andersen was in de Volta ao Algarve heel goed in vorm, maar daarna is hij lang ziek geweest en heeft hij ook zijn niveau niet gehaald. Sam Oomen reed een heel goede Tirreno-Adriatico, vervolgens valt hij in de Giro uit en daarna moet hij zijn seizoen beëindigen met een beknelde liesslagader.”

Ook Wilco Kelderman kende een ongelukkig jaar. Hij kwam hard ten val in de Ronde van Catalonië, waarbij hij een nekwervel brak. Via de Ronde van Zwitserland probeerde hij zich klaar te stomen voor de Tour, maar die kwam te vroeg. Hij moest opgeven met een pijnlijke rug. “Daarna zijn we weer op de goede weg geraakt”, vindt Reef. “Marc Hirschi eindigt als derde in Clásica San Sebastián en vijfde in de Binck Bank Tour. Jai Hindley en Chris Hamilton die in de Ronde van Polen top-10 rijden. Michael pakte de GP de Québec en in de Vuelta tonen Nikias (ritzege) en Nicolas Roche (paar dagen rode trui) zich. En dan finisht Wilco ook nog eens als zevende in het eindklassement, terwijl zijn voorbereiding niet optimaal is geweest.”

Tweede lijn moet sterker

Toch werd dit jaar duidelijk dat Team Sunweb een magere tweede lijn had. Na het wegvallen van de vijf kopmannen, bleek de spoeling dun. Neoprofs Cees Bol en Hirschi waren de enige lichtpuntjes. “Als je het zo zou willen omschrijven, dan zou dat kunnen”, stelt Reef over de tweede lijn. “Maar is dat alleen bij ons? Als je beste vijf renners en dragende krachten problemen hebben, dan heb je niet meteen de jongens klaarstaan die voor resultaten kunnen zorgen in de grootste wedstrijden. Volgens mij is dat bij meerdere teams het geval. De afgelopen jaren hebben we heel succesvolle seizoenen gehad. Misschien dat we het hoge verwachtingspatroon rondom onze ploeg daarmee zelf hebben gecreëerd.”

Voorafgaand aan het huidige seizoen werden er vijf eerstejaars profs aangetrokken in de personen van Bol, Hirschi, Max Kanter, Joris Nieuwenhuis en Florian Stork. Komende winter komen er niet minder dan zes (!) bij: Thymen Arensman (vanaf augustus 2020), Alberto Dainese, Mark Donovan, Nils Eekhoff, Felix Gall en Martin Salmon. Nu heeft Team Sunweb al jarenlang een van de jongste selecties van de WorldTour. Een bewuste keuze, stelt Reef – zelf aandachtig volger van het U23-circuit. “Wij zijn er altijd op gericht om talenten op te leiden. En daar willen we ons ook weer meer op toeleggen. Vandaar dat we vanuit dat oogpunt een aantal jonge jongens hebben aangetrokken.”

Lichtpuntjes dit seizoen: Cees Bol en Marc Hirschi (in het wit) – foto: Cor Vos

“We willen jongens jong bij de ploeg krijgen, om dan samen door te ontwikkelen en alles uit die jongens te halen”, gaat de kersverse vader uit Oldenzaal verder. “We proberen ze op te leiden tot een wereldtopper. Zes is misschien wel een uitzonderlijk aantal. Het is ook een uitdaging. Dat geldt wanneer je toppers in de ploeg hebt, maar ook wanneer dit jonkies betreft. Het is wel zo dat de ploeg al sinds 2008 bezig is om talenten te ontwikkelen. We hebben op dat vlak inmiddels behoorlijk wat ervaring. Dat moet je heel breed zien: ervaring op sprintgebied, ervaring met de klassiekers en ook ervaring met het rondewerk. Niet iedereen zal doorstoten naar de top, maar we proberen er wel het maximale uit te halen.”

Uiteindelijk hoopt Team Sunweb de pareltjes van de sport binnen te halen. “Van de jonge jongens die in 2020 bij ons rijden, zullen er maar twee of drie zijn die de wereldtop halen”, denkt Reef. “Alleen daarachter creëer je wel een bredere basis dan vroeger. Toen hadden we een of twee wereldtoppers en daarachter was het gat misschien iets groter naar de tweede lijn. Maar door nu zo’n hele rits talenten aan te trekken, staat die tweede lijn binnen twee of drie jaar korter op de kopmannen. Daardoor krijg je in de breedte een veel sterkere ploeg, op ieder vlak. Dan hebben we het over én sprinten én klassementen én klassiekers. Dat is waar we in de toekomst naartoe willen.”

Vertrek Dumoulin biedt kansen

Na het vertrek van Tom Dumoulin bouwt de ploeg achter de schermen dus aan de toekomst. Toch wil Reef daar niet volledig in meegaan. “Ik denk dat je daarmee onze huidige selectie misschien iets tekort doet”, vindt hij. “Natuurlijk is het zo dat we blijven opleiden, zowel in ons WorldTour-team als bij de opleidingsploeg. Maar daarnaast hebben we Wilco Kelderman, die ook dit jaar in de wedstrijden die hij gereden heeft, heeft laten zien dat hij een super hoog niveau kan halen. We beschikken ook over Michael Matthews, die dit jaar eveneens weer heel mooie dingen heeft laten zien. Hen doe je tekort met het feit door te zeggen: ‘We zetten er een streep onder en we beginnen weer opnieuw te bouwen’.”

Huidige kopmannen naast Dumoulin

De programma’s en de doelstellingen krijgen pas komende winter vorm, maar Reef legt alvast uit wat de pijlers voor Team Sunweb in 2020 zijn. “Voor de klassiekers hebben we een behoorlijk sterk blok. Denk aan Michael Matthews, Søren Kragh Andersen, Cees Bol, Tiesj Benoot, Jasha Sütterlin, Nikias Arndt en dan vergeet ik er ook nog een paar”, lacht hij. “We willen ons ook weer meer gaan richten op de sprinttrein, daarmee willen we terug naar de wereldtop. Met Max Kanter, Alberto Dainese en Cees Bol hebben we de beschikking over drie echt goede, jonge sprinters. Zij lieten op het U23-niveau zien dat ze met de wereldtop kunnen wedijveren. We zien zeker de potentie dat ze dat ook binnen afzienbare tijd op WorldTour-niveau kunnen laten zien.”

Reef vraagt het publiek om geduld op te brengen. “Als je puur kijkt naar onze prestaties van de afgelopen twee jaren, dan is het heel moeilijk om dezelfde successen als in 2017 en 2018 te behalen. In de toekomst is dat echter wel weer het streven. Daar zijn we van overtuigd. Maar dat we in 2020 niet meteen gaan meedoen voor de eindzege in de Giro of het podium in de Tour, lijkt me logisch. In de klassiekers en de sprints ligt dat anders. Daardoor kunnen we in meerdere koersen ook dagsuccessen najagen. We willen wat meer overwinningen behalen dan dat we dit jaar gedaan hebben. Niet een must, maar dat is wel het streven. En met Wilco, Michael en Sam hebben we de ambitie om het beter te doen dan dit seizoen.”

De doelstellingen in de grote rondes stelt het management het komende jaar dus naar beneden bij. “Tom Dumoulin is niet zomaar te vervangen”, concludeert de ploegleider. “Maar nu hij gaat, biedt dat mogelijkheden voor anderen. Voor Wilco en Sam natuurlijk, maar ook aan de lijn daarachter. Denk vooral aan Chris Hamilton en Jai Hindley. Over Marc Hirschi is iedereen lyrisch. Die zitten er alle drie aan te komen. Zij gaan meer hun kans krijgen. Misschien hebben wij voor de toekomst de nieuwe Tom Dumoulin dus al in huis. Maar dat zouden straks ook zo maar Andreas Leknessund (die vanaf 2021 bij de ploeg komt, red.) of Thymen Arensman kunnen zijn. Hoe dan ook: wij hebben het vertrouwen dat we met onze ploeg en de begeleiding deze jongens op een heel hoog niveau gaan krijgen.”

Toekomstige kopmannen?

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.