Afgelopen maandag werd bekend dat Domenico Pozzovivo is aangereden op training. Uit de eerste medische onderzoeken is gebleken dat de Italiaan een arm en been heeft gebroken, maar de schade blijkt nog groter dan aanvankelijk gedacht. “En toch geloof ik dat hij als renner kan terugkeren”, zo vertelt zijn ploegarts Emilio Magni in gesprek met TuttoBiciWeb.

Het ongeluk gebeurde op een kruispunt in de buurt van het gehucht Laurignano. De 37-jarige Pozzovivo werd geschept door een auto. De bestuurder van de wagen belde vervolgens onmiddellijk de ambulance, die enkele minuten later arriveerde. De klimmer werd uiteindelijk gestabiliseerd en afgevoerd naar het ziekenhuis in Cosenza.

De ongelukkige Pozzovivo verloor op geen enkel moment het bewustzijn, maar al snel werd duidelijk dat hij een arm en been heeft gebroken. De renner van Bahrain Merida blijkt echter ook zijn sleutelbeen en scheenbeen te hebben gebroken. Daarnaast heeft hij last van een gekneusde long. Verder vrezen de artsen voor enkele gebroken ribben.

“Moeilijke maar niet onmogelijke opgave”
En dus is het maar de vraag of Pozzovivo ooit nog op niveau zal terugkeren, zeker gezien zijn gezegende leeftijd. Volgens ploegarts Magni is het nog te vroeg om definitieve uitspraken te doen. “Ik weet alleen dat we te maken hebben met een geweldige persoonlijkheid. Het zal een moeilijke, maar niet onmogelijke opgave worden”, aldus Magni.

Pozzovivo was zich aan het voorbereiden op de Vuelta a España, waar hij als klassementskopman zou worden uitgespeeld. Het is overigens niet de eerste keer dat de gevleugelde klimmer de Ronde van Spanje mist vanwege een zware valpartij. Dit overkwam hem ook al in 2014, toen hij op training moest uitwijken voor een overstekende kat. Hij liep toen een gecompliceerde breuk aan het rechterscheen- en kuitbeen op.