Tiesj Benoot: “Je kan maar beter mét, dan tégen Wout van Aert koersen”
foto: Cor Vos
Nico Dick
dinsdag 18 januari 2022 om 08:00

Tiesj Benoot: “Je kan maar beter mét, dan tégen Wout van Aert koersen”

Interview Tiesj Benoot is één van de nieuwe gezichten bij Jumbo-Visma. De 27-jarige Belg is aangetrokken om in de klassiekers kopman Wout van Aert bij te staan. Wat hij met plezier gaat doen, zegt hij. “En als er zich een situatie voordoet waarin ik mijn eigen kans kan gaan, zal het wellicht een grotere zijn dan ik ooit gekregen heb.” 

Het was eind oktober, tijdens een gesprek met het management van Team DSM over de toekomst, toen bleek dat Tiesj Benoot en Team DSM niet meer op dezelfde golflengte zaten. “Onze visies lagen te ver uiteen”, vertelt Benoot. “Zij waren strikt wat hún visie betreft, ik evenzeer over die van mij. Dan is het moeilijk om overeen te komen. Het is alleen maar goed dat we daar hebben kunnen over praten en er als volwassen mensen zijn uitgekomen.”

Waarop hun wegen scheidden. En veel meer wil Benoot daar niet meer over kwijt. Een aantal teams toonde interesse in de diensten van de Belgische allrounder, maar van meet af aan was duidelijk dat Jumbo-Visma zijn voorkeur genoot. Hij kijkt er naar uit om samen met Wout van Aert aan te treden in de klassiekers.

“Ik heb dat vaak gemist in mijn carrière, deel uitmaken van een ploeg met een van de grote favorieten, of met een snelle man waar niemand mee naar de finish wil. Bij Team DSM hoopte ik dat dat zou lukken met Michael Matthews, maar in dat ene voorjaar dat we samen reden, koerste ik na Parijs-Nice niet veel meer. En Wout is nog een trapje hoger dan Matthews.”

Waar en wanneer is die vriendschap met Van Aert ontstaan?
“We maakten samen deel uit van de Belgische ploeg tijdens het WK in Imola, al hadden we daar niet super veel individueel contact. Dat kwam er pas vorige zomer tijdens de Spelen in Tokio, waar we kamergenoten waren. Nadien trokken we ook samen op stage naar Zwitserland. Deels in Livigno, deels in het Diavolezza-skigebied, op 3.000 meter hoogte. Het bleek te klikken. Wout praatte toen ook over de manier van werken bij Jumbo-Visma en dat sprak me wel aan. Al was toen van een transfer in de verte nog geen sprake.”

Van Aert en Benoot in Parijs, net voor de afreis naar Tokio – foto: Cor Vos

Was de aanwezigheid van Van Aert doorslaggevend in jouw keuze voor Jumbo-Visma?
“Neen. Al heb ik hem wel gebeld voor ik uiteindelijk de knoop heb doorgehakt. Ik wilde zeker zijn dat hij er ook achter stond, maar eigenlijk was dat niet meer dan een bevestiging. Eerder had ik me ook geïnformeerd bij Laurens De Plus (in 2019 en 2020 bij Jumbo-Visma, red.) en ploegleider Maarten Wynants, goede vrienden van me.”

Intussen zie je ook van de binnenkant hoe het er bij de ploeg aan toe gaat. Word je nog verrast?
“Ik krijg vooral bevestiging van wat ik eerder al wist. Ik ben overtuigd dat het de ploeg is die het beste uit mij kan halen als renner. Als ik hier een paar jaar gereden heb, kan ik zeggen dat ik het maximum uit mijn carrière gehaald heb. Dan heb ik het niet over het financiële aspect, maar over de begeleiding.”

Kan je daar een paar concrete voorbeelden van geven?
“Hier in Alicante (op de intussen afgebroken stage, red.) zijn vier chefs aanwezig voor twintig renners. In alles wordt naar elk detail gekeken. Het voedingsprogramma staat op punt. Op alle gebieden worden experts van wereldniveau geconsulteerd.”

Ook bij Team DSM wordt toch professioneel gewerkt?
“Natuurlijk. Maar hier gaat dat – zonder dat ik daar dieper op inga – toch op een andere manier.”

Een paar jaar geleden gaf je aan ooit een keuze te maken tussen het klassieke en het rondewerk. Hoe staat je daar nu in?
“Het wielrennen is veranderd. Toppers rijden vandaag alles. Tourwinnaar Tadej Pogačar won Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije en wil nu de Ronde van Vlaanderen rijden. Klassiekerspecialist Wout van Aert wint vorig jaar bijna de Tirreno en rijdt een sterke Tour de France. Vroeger werden renners in hokjes gestoken. Nu gaan ze zelfs over de disciplines heen en combineren ze de weg met het veld en het mountainbiken.”

“Met de huidige trainingsleer en de wetenschap die voorhanden is, is er veel mogelijk. Zolang het maar gebalanceerd gebeurt en er geen sprake is van overdaad. Dat geldt ook voor mij. Ik haal er trouwens energie uit om na het voorjaar ook nog grote doelen te stellen. Als dat in de Tour de France zou zijn, uiteraard in een andere rol. Als ik met Roglič of Vingegaard aan de start sta, moet ik geen klassementsambities hebben.”

Benoot met Primoz Roglic tijdens de eerste trainingsdag in Alicante – foto: Cor Vos

Wat dat voorjaar betreft, schuif je ook daarin je eigen ambities opzij?
“Niet helemaal. Ik besef maar al te goed dat er veel wedstrijden gaan zijn waarin ik mijn eigen kansen zal moeten opofferen. Maar als er zich een situatie voordoet waarin ik mijn eigen kans kán gaan, dan zal dat een grotere kans zijn dan ik vroeger ooit gekregen heb. Dan is het aan mij om die te pakken.”

“Kijk, Gent-Wevelgem kent een vlakke finale. Als Wout daar mee is, probeer je als team de boel samen te houden en trek je altijd zijn kaart. Maar in de Ronde van Vlaanderen is het niet de bedoeling met zes man op kop te zitten met Wout in het wiel. Daar moeten we met een zo groot mogelijk blok in de finale geraken om dat dan uit te spelen. Zowel Wout, Christophe (Laporte, red.) als ikzelf eindigden vorig jaar in de top twaalf van de Ronde. Dan was Mike er nog niet bij. Dat opent voor iedereen perspectieven.”

Zo denken ook Laporte en Teunissen erover. Als dat maar niet tot conflicten leidt…
“Dat denk ik niet. Wout is een kopman die daar zeer goed mee om kan. En wij hebben allemaal bijzonder veel respect voor hem. En iedereen kan snel de klik maken indien nodig. Of indien er orders vanuit de volgwagen komen. Maar het blijft een feit dat het vorig jaar in de monumenten net niet was. Wout zat dan alleen tegen vier man van Quick-Step. Dat mag niet meer gebeuren.”

Een concreet voorbeeld: je geraakt in de Ronde van Vlaanderen voorop met Asgreen, die vorig jaar Van der Poel klopte in de sprint. Wat doe je?
“Dat is een makkelijke. Ik moet vooraan niet rijden en Wout daarachter ook niet. Dat is alleen maar goed. Dan is de vraag wie Wout gaat terugbrengen? Lampaert? Sénéchal? Nee, hé.”

Dan ga jij naar de streep met iemand die sneller is dan jou.
“Ik zal maar best wat meer aan mijn sprint gaan werken (lacht)… Nee, dat zien we dan wel. Maar ik ben zeker: je kan maar beter mét dan tégen Wout van Aert rijden. En dat geldt nog meer voor bijvoorbeeld Christophe Laporte, want dat is nog meer hetzelfde type renner als Wout. Hoeveel ploegen hebben overschot in zulke wedstrijden?”

Hoe ziet jouw programma er exact uit?
“Ik begin met Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne. Voorts Stade Bianche en Tirreno Adriatico, die laatste als voorbereiding op de klassiekers. Daarna volgen E3 Harelbeke, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Eventueel kan daar nog Dwars door Vlaanderen bijkomen. Daar is nog geen uitsluitsel over.”

Tot slot: zit hier opnieuw een gelukkige Tiesj Benoot voor ons?
“Zeker weten. Ik ben in december trouwens ook vader geworden. En ik ben iemand die energie krijgt van verandering. Eén plus één is drie.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.