Toon Aerts nog niet top, maar wint wel eerste klassieker: “Dankzij grote vermogen”
foto: Cor Vos
Nico Dick
maandag 25 oktober 2021 om 09:56

Toon Aerts nog niet top, maar wint wel eerste klassieker: “Dankzij grote vermogen”

Interview Na zijn zege in Gieten liep het niet echt naar wens voor Toon Aerts. Vooral op de omlopen waar veel explosiviteit mee gemoeid is, kwam hij er niet aan te pas. Maar zie, het is wel Aerts die de eerste echte klassieker van het seizoen wint na een late uitval. En zijn zevenmijlslaarzen…

Na een matige start in Lokeren (7de), die hem zowaar met een aantal vraagtekens opzadelde, kon Toon Aerts zichzelf een weekje later al geruststellen in Beringen, waar alleen pech hem van het podium hield. Nog twee weken later was het prijs. In Gieten troefde hij zowel Quinten Hermans als Eli Iserbyt, toch dé mannen van het seizoensbegin, af.

“Ik wilde er staan tegen begin oktober”, vertelde de kopman van Baloise-Trek ons toen. “Mooi dat dat lukt. Laten we die lijn nu doortrekken in de Verenigde Staten.” Maar de Amerikaanse trip werd een tegenvaller van formaat. In 2018 won Aerts zowel in Waterloo als Iowa. Een jaar later werd hij twee keer tweede. Dit jaar waren er zelfs drie wereldbekermanches, maar de Kempenaar slaagde er geen enkele keer in het podium te halen.

Oké, in Waterloo – uitgerekend in het hoofdkwartier van sponsor Trek – was er pech mee gemoeid. Na een plots regenbui kwam een aantal renners ten val op een glibberige asfaltstrook. En die was de ploeg niet gunstig gezind: zowel Thibau Nys (sleutelbeenbreuk) als Toon Aerts gingen onderuit. In Fayetteville kwam Aerts te kort in het laatste wedstrijdkwart, in Iowa knokte hij zich een paar keer in de koers, maar moest hij passen toen Iserbyt versnelde.

Minder explosief
Voor de start in Zonhoven spraken we er uitgebreid over met Sven Nys, Aerts’ teammanager. “Toon is niet slecht, maar ook nog niet top”, gaf Nys toe. “En ja, hij is minder explosief dan Iserbyt, Hermans of Van der Haar om maar die te noemen, maar in Fayetteville zakte hij er ook door. Dat was toch wel een cross voor de grotere motoren. Ik zie hem ook hier in Zonhoven net iets te kort komen…”

Oeps. Ook Sven Nys kan het wel een keertje fout inschatten. Al was er in de eerste 45 minuten van de wedstrijd ook niets dat er op wees dat Toon Aerts na een uur de handen in de lucht zou mogen steken. Toen Sweeck in de eerste koershelft aanviel, had hij geen antwoord. Toen later de kopgroep van zes uiteenviel in drie duo’s, zat hij niet voorin. “Ik had ook echt niet het gevoel dat ik de beste was”, vertelde Aerts daarover. Aerts is overigens een eerlijke jongen. Zegt meestal waar het op staat.

Aerts met een tweede seizoenszege in Zonhoven – foto: Cor Vos

“Ik kon volgen. Maar niet meer dan dat. Ik ging ook een keer in de fout. Dat wordt moeilijk vandaag, bedacht ik me. Toch bleek snel dat we met zijn zessen aan elkaar gewaagd waren. Niemand geraakte echt weg.” Iserbyt prikte in de finale tot drie keer toe. Maar zijn laatste aanval – in de voorlaatste ronde – werd gecounterd door… Toon Aerts.

Opvallend was zijn (loop)vermogen tijdens de zandpassages. “Met explosieve versnellingen heb ik het best moeilijk, maar als het lastiger wordt, komt mijn vermogen inderdaad meer tot zijn recht. Ik had de ronden ervoor al gevoeld dat ik tijdens de looppassages wat overschot had. Komt daarbij dat je ook wat geluk nodig hebt. Achter mij werden in de finale een paar foutjes gemaakt in cruciale zones. Ik kwam op het juiste moment op kop.”

“Klassement? Afwachten”
Door zijn zege tankt Aerts niet alleen vertrouwen voor komend weekend (reken hem, samen met Iserbyt, Hermans en Van der Haar, maar bij de favorieten voor Overijse en de Koppenbergcross), hij doet ook een gouden zaak in het klassement van de Wereldbeker, waarin hij van plek vijf naar plek drie opschuift. Toch geeft Aerts niet aan dat hij van die Wereldbeker een doel maakt.

“Dat is te vroeg. Zeker met de aparte puntentelling in de Wereldbeker. Als je een keer zesde wordt, verlies je twintig punten tegenover de winnaar. Laat ons nog een paar weken afwachten en het eerst even cross per cross bekijken. Ik won de Wereldbeker al twee keer. Ik vind het ook het meest prestigieuze regelmatigheidscriterium. Maar de prijzenpot is niet hoger dan die van de Superprestige of X2O Trofee, terwijl je er wel zestien wedstrijden moet voor betwisten. Dus zijn die twee andere klassementen voor mij niet minderwaardig.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.