Toon Aerts over de eerste helft van het veldritseizoen: “Ik kies voor regelmaat”
foto: Cor Vos
donderdag 12 december 2019 om 13:01

Toon Aerts over de eerste helft van het veldritseizoen: “Ik kies voor regelmaat”

Interview Belgisch kampioen Toon Aerts (Telenet-Baloise) mocht vorige zondag voor de tweede keer dit seizoen het zegegebaar maken. Wellicht hadden zijn supporters op meer gehoopt, maar Aerts maakt zich geen zorgen. “Ik kies voor de regelmaat over het volledige seizoen”, vertrouwt hij WielerFlits toe.

Vóór Zonhoven ging Aerts twee weken op stage naar Spanje. Samen met zijn broer Thijs trainde er hard in de Spaanse zon, om klaar te zijn voor het tweede deel van het seizoen. Enkel voor de veldrit van Kortrijk, waarin hij derde werd, kwam hij even terug naar België. “Deze week doen we het wat rustiger aan. Er staan uiteraard nog trainingen op het programma, maar de focus ligt toch op rusten. Het zal ook nodig zijn, want er staat ons nog een hele zware periode te wachten”, zegt de winnaar van de Wereldbeker vorig seizoen.

Hoe evalueer je zelf de eerste helft van het veldritseizoen?
“Ondanks dat Mathieu pas later aan zijn seizoen begon, heb ik bewust niet naar het begin van het seizoen gepiekt. Ik kies echt voor de regelmaat en ik denk dat je dat ziet terugkomen in de tussenstand van de klassementen. Momenteel sta ik op kop in de Superprestige, ben ik tweede in de Wereldbeker en vierde in de DVV Verzekeringen Trofee. Dan kan je moeilijk zeggen dat het een slecht seizoen is geweest tot nu toe, zeker als je weet dat ik twee keer materiaalpech had. Eigenlijk had ik nog dichter kunnen staan in de klassementen.”

“Het klopt wel dat ik niet in mijn allerbeste doen was. Ik ben nog geen 105% geweest en dat is nodig om een groot aantal wedstrijden te kunnen winnen. Zeker Eli Iserbyt heeft een heel grote stap gezet. Hij was in het begin van het seizoen echt in topvorm. De andere renners rijden volgens mij op hetzelfde niveau als vorig jaar, dus ik denk niet dat ze mij voorbijgestoken zijn in de hiërarchie. Michael Vanthourenhout en Laurens Sweeck waren de mannen tegen wie ik vorig jaar ook dikwijls moest strijden, en dat is dit jaar niet anders.”

Je hebt een tijdje gesukkeld met het materiaal.
“We zijn overgeschakeld van Shimano naar SRAM en het probleem was dat we dat niet uitgebreid hebben kunnen testen bij slecht weer. In de zomer kan je onmogelijk de omstandigheden creëren die je soms in de winter tegenkomt. In de crossen in Amerika, maar ook in bijvoorbeeld Boom en Bern, was er veel slijk aanwezig en het was afwachten hoe het materiaal daar zou op reageren. Er zijn dan enkele problemen geweest. Eigenlijk nog best dat we zo vroeg op het seizoen al enkele slijkcrossen hebben gehad. Nu weten we hoe we het materiaal daarop moeten afstellen en zou het probleem verholpen moeten zijn voor de rest van het seizoen.”

Is de Superprestige je grootste doel nu je daar op kop staat in het klassement?
“De Superprestige samen met de Wereldbeker. In dat klassement sta ik tweede en zie ik zeker nog mogelijkheden. Er komen een aantal omlopen aan die me goed liggen, denk maar aan Namen en Nommay. Uiteraard heb ik nu in de Superprestige een uitstekende uitgangspositie en ik hoop die eerste plaats vast te houden. Het geeft me in ieder geval motivatie dat ik een zandcross als Zonhoven kon winnen. Ik denk dat het de eerste keer is in mijn carrière dat ik een echte zandcross heb gewonnen.”

Zie je jezelf dan niet als een van de favorieten voor het BK in Antwerpen? Dat is ook een zandcross.
“Antwerpen is inderdaad niet een van mijn favoriete parcoursen, maar ik heb nu goed getraind dus aan de conditie zou het dan niet mogen liggen. Wat de favorieten betreft, schuif ik vooral Laurens Sweeck en Tim Merlier naar voren. Die laatste heeft al bewezen in goede conditie te zijn dit seizoen, en in Koksijde was hij indrukwekkend. Hij kwam ten val in de start, maar wist er toch nog negende te worden. Dan zijn je zandskills meer dan behoorlijk.”

Wout van Aert zal tegen dan ook terug in het veld te zien zijn, maar met hem hou ik voorlopig geen rekening. Niemand zal verrast zijn als hij toch Belgisch kampioen wordt, maar het zou wel heel straf zijn als hij op twee weken tijd al kan winnen. Voor hem is de grootste overwinning dat hij dit seizoen al terug aan veldritten kan deelnemen na zijn zware blessure. Daar heb ik immens veel respect voor.”

foto: Cor Vos

Je nam niet deel in Essen. Was dat een gemiste kans?
“Nee, want ik kon wel in Zonhoven winnen. Ik denk dat het voor bijvoorbeeld Laurens Sweeck met twee keer een tweede plaats frustrerender is. Spijt dat ik er in Essen niet bij was, heb ik dus zeker niet. Anders had ik misschien in Zonhoven niet gewonnen.”

“In de media wordt er dan gezegd dat we crossen ‘laten schieten’, maar dat vind ik verkeerd uitgedrukt. Als je niet deelneemt aan een kampioenschap, dan laat je het schieten. Maar niet deelnemen aan losse crossen zoals Essen, Bredene of Sint-Niklaas noem ik investeren in de toekomst en in de klassementen. Dat is een groot verschil. We zijn ook niet verplicht om daar te starten.”

Quinten Hermans en Corné van Kessel zoeken na Nieuwjaar andere oorden op (allebei naar Tormans CX, red). Wat vind je ervan dat de ploeg kleiner wordt?
“Het kwam dikwijls voor dat we met een aantal van de ploeg streden voor dezelfde plaats en dat zorgde af en toe voor wrevel. Langs de andere kant konden we elkaar uiteraard helpen tijdens de wedstrijd. Die beide aspecten vallen nu wat weg. De ploeg is misschien kleiner geworden, maar zeker niet minder in kwaliteit. Lars (van der Haar, red) en ik zijn kopman, maar daarnaast zijn er nog Jim Aernouts en mijn broer Thijs die regelmatig meestrijden voor een top-10-notering. Quinten zal ik wel missen. We komen goed overeen en hadden op ploegstages en tijdens de zomer op de weg altijd een leuke tijd samen.”

Het woord is gevallen: de weg. Heb je zelf dromen op de weg in navolging van Van Aert en Van der Poel? Je werd onder andere tweede in de Flèche du Sud.
“Eigenlijk niet. Ik denk zelfs dat het beter zou zijn de wegcampagne wat af te bouwen. Een supergoede zomer resulteert niet noodzakelijk in een supergoede winter. In de toekomst ga ik misschien meer focussen op resultaten in enkele wedstrijden, dan goed proberen zijn in elke wedstrijd vanaf mei tot begin augustus. Dat zal me denk ik beter uitkomen in de winter.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.