Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Toon Aerts voor eerste wegcampagne bij Lotto: “Het spreekt me meer aan dan ik altijd wilde toegeven”
Interview Toon Aerts rijdt komende zondag in de Rund um Köln voor het eerst in een truitje van de Lotto-ploeg. Dat is een gevolg van een samenwerking die zijn crossteam Deschacht-Hens-FSP aanging met de formatie van Stéphane Heulot, maar het is vooral een gouden kans om zijn grenzen op de weg eens af te tasten. Dat is ook exact wat de 31-jarige Aerts van plan is. In de toekomst staat hij niet weigerachtig tegenover een nog uitgebreider wegprogramma, als alles goed verloopt.
Is deze stap iets waar je zelf hard achteraan zat?
“Ik ben altijd vragende partij geweest voor een goed wegprogramma. Als je een goede winter wil rijden, is het heel belangrijk om een goede zomer af te werken met kwalitatieve koersen. Wat we vorig jaar hebben gedaan, was best oké. Maar dat dreigde een beetje weg te vallen, omdat de GP Jef Scherens en de Druivenkoers niet meer doorgaan. Er was een mindering in het aantal koersen, maar nog zonder dat ik daar iets van had gezegd, was de ploegleiding in actie geschoten in de contacten met Lotto. Superfijn!”
Waarop jijzelf in gesprek ging met Kurt Van de Wouwer over de sportieve ambities. Hoe groot ziet hij jouw rol?
“Dat is af te wachten, we willen toch eerst zien hoe de komende weken eraan toegaan. In principe kent Kurt mijn kwaliteiten al langer dan vandaag. Meer dan tien jaar geleden deed ik al koersen waar hij aanwezig was als ploegleider van de jeugdploeg van Lotto. Hij is ervan overtuigd dat ik in de ploeg mijn steentje kan bijdragen, en dat is leuk om te horen.”
Heb je dan meer wegambities dan in het verleden?
“Toch wel, ja. Ik heb altijd al een beetje wegambities gehad in de maand juni met een paar mooie Belgische wedstrijden, en dat zal nu nog iets meer zijn. Met momenten wordt het wellicht iets minder voor mezelf, maar meer om de ploeg te helpen. Ik ga er toch een punt van maken om mezelf deze zomer niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. Ofwel door mijn steentje bij te dragen aan ploeggenoten die mooie prestaties leveren, ofwel door zelf eens te presteren. Deze kans wil ik met beide handen grijpen.”
Toon Aerts blijft voorlopig wel crosser – foto: Cor Vos
Je werd al eens vierde in de Baloise Belgium Tour. Ligt daar dan je limiet op de weg?
“Dat was misschien ooit mijn limiet, maar omdat ik nu veel meer zware koersen kan doen, moeten we nog zien waar die limieten in de toekomst gaan liggen. Binnenkort staat bijvoorbeeld de Ronde van Noorwegen op mijn programma. Dat is vijf dagen volle bak, vaak op en af, en dan ook nog eens in slecht weer. Dat is toch iets anders dan de Belgium Tour, waar je over vijf dagen twee vlakke ritten en een tijdrit hebt. Dit gaat me sowieso een betere wegrenner maken, maar ik ben er nog nooit op deze manier mee bezig geweest.”
Omdat je motor daarvan vergroot?
“Dat geloof ik in ieder geval wel. Ik heb vorig jaar het WK Gravel gereden, waar ik tiende was tussen allemaal renners die dat jaar minstens één grote ronde hadden gereden. Dat zit er voor mij in 2025 nog niet in, maar je ziet toch een verschil bij die mannen als je vaker grotere, meer lastige en langere wedstrijden rijdt. Dat kan me trouwens ook alleen maar ten goede komen in de cross, zeker bij de opeenvolging van crossen.”
Ben je geïnspireerd geraakt door de mannen die de twee disciplines al langer succesvol combineren?
“Nee, ik zet die stappen echt niet omdat het Quinten Hermans en Gianni Vermeersch goed is bevallen. Zij hebben van de weg een hoofddoel gemaakt, en dat is bij mij dit jaar zeker nog niet aan de orde. Het wordt aftasten, en dan zien we wel wat de toekomst brengt.”
Heb je geen spijt dat je die stap niet vroeger in je loopbaan hebt gezet. Je bent nu 31.
“Nee. Ik heb mooie crossen gewonnen en ik ga er in de toekomst hopelijk nog meer winnen. Na mijn comeback lukte het mij meteen om mijn plaats weer op te nemen en ik sta tweede op de UCI-ranking. Dat wil zeggen dat het crossen een kwaliteit is die ik niet verleerd heb na die twee jaar afwezigheid, dat ik mijn plek heb in het crosspeloton. Ik moet er ook niet over liegen dat het mij al een aardig centje heeft opgeleverd.”
Heb je daar dan nooit eerder over nagedacht?
“Ooit hebben we de ambitie gehad om met Baloise Trek Lions een project op te zetten zoals Thibau Nys doet; wedstrijden bij Lidl-Trek in de zomer afwerken. Niet zo uitgebreid als Thibau, eerder wat Pim Ronhaar vorig jaar deed. Maar dat is er toen niet van gekomen. Daarna heb ik gezegd: we laten de weg voor wat het is, ik wil focussen op mijn crossen en in het veldrijden mijn wedstrijden winnen. Maar goed, nu krijg ik de kans en merk ik dat de weg me toch meer aanspreekt dan ik altijd wilde toegeven.”
Aerts (rechts) sprintte al tegen Philipsen in de Belgium Tour – foto: Cor Vos
In die mate dat het écht veel groter kan worden in de toekomst? Mogen we jou in 2026 verwachten in een klassieker of een grote ronde?
“Dat zijn dingen waar ik zeker en vast open voor sta. Op dit moment willen we nog het stap per stap doen. Het is allemaal nieuw voor mij, dus laten we eerst afwachten hoe het gaat.”
Waar kijk je het meeste naar uit?
“Ik ben heel benieuwd hoe zo’n wedstrijdweekend eraan toe gaat. In een crossploeg moest je op zaterdag je fiets zelf poetsen en zondagochtend vertrekken naar de koers. Nu word je de dag voordien al opgepikt door de ploegbus en rijd je door naar het hotel, waar op en top voeding klaarstaat. Dat is toch een groot verschil.”
Geeft dat je stress in aanloop naar je eerste koers?
“Dat valt wel mee. Ik ben nog niet op mijn beste niveau, dus je mag niet verwachten dat ik zondag meteen tot diep in de finale een belangrijke rol speel. Misschien valt het allemaal wel mee, maar daar ga ik op dit moment niet vanuit. Richting begin juni wil ik naar mijn beste vorm toegroeien en na de Ronde van Noorwegen een aantal weekends op rij goed presteren. Ik merk wel dat het me nog meer motivatie geeft, dan voor de zoveelste keer naar dezelfde koersen van het tweede niveau gaan. We moeten bekijken of dat voor mij werkt en over een aantal weken volgt na het Belgisch kampioenschap een eerste evaluatie.”
Je wordt in een geoliede machine gegooid. Ken je je gloednieuwe ploeggenoten al?
“Nee, ik word er eigenlijk droogweg ingesmeten (lacht). Dat is wél net iets spannender, maar ik ben ook geen gastje van 18 jaar die niet goed weet wat hij moet zeggen tegen dat soort mannen. Ik heb met die jongens al in een peloton gereden en al eens een paar woorden gewisseld. Maar het is ook niet dat ik al renners persoonlijk ken, eigenlijk bijna niemand van de ploeg.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.