Toptalent Arnaud De Lie trefzeker in Elzas: “Massasprints totaal anders dan bij de junioren”
foto: Touralsace.fr
Niels Bastiaens
dinsdag 27 juli 2021 om 19:00

Toptalent Arnaud De Lie trefzeker in Elzas: “Massasprints totaal anders dan bij de junioren”

Interview Arnaud De Lie had al sinds het omstreden Europees kampioenschap voor junioren van vorig jaar – waarin hij dacht dat hij won, maar nipt het brons pakte – geen massasprint voor de eerste plaats meer gereden. Toch was het in de Tour Alsace deze week meteen tweemaal prijs. “Wat een verschil met de junioren was dit…”, aldus de toekomstige Lotto Soudal-prof aan WielerFlits.

Voor wie de Tour Alsace weinig zegt: onderschat het niveau in de Franse vijfdaagse vooral niet. Dankzij haar UCI 2.2-status verenigde het de afgelopen jaren steeds de betere beloftenploegen met enkele ProTeams. Een gedroomde formule, die etappewinnaars als John Degenkolb, Arnaud Démare, Thibaut Pinot, Caleb Ewan, Mathieu van der Poel, Jasper Philipsen, Fabio Jakobsen en Tom Pidcock opleverde. Niet slecht, toch? Nu ook in dat rijtje: de amper 19-jarige Arnaud De Lie.

“Eigenlijk ben ik maar last minute aan de startlijst toegevoegd”, lacht De Lie. “De ploeg was niet voorzien om hier te rijden, omdat Luik-Bastenaken-Luik U23 in hetzelfde weekend gepland stond. Die is intussen verplaatst naar september, en dus belde Kurt Van de Wouwer mij in laatste instantie nog op met de vraag of ik zin had om hier deel te nemen. Ik moest niet lang nadenken, want dit was een koers die op mijn lijf geschreven was. Een rondje voor een complete coureur.”

De Lie had de Tour Alsace ook de afgelopen jaren al op de voet gevolgd. “Ik ken dit rondje sinds ik tien jaar ben en het heeft me altijd wel geïntrigeerd. Ik ga nu niet zeggen dat dit de wedstrijd van mijn dromen is, maar ik wilde er sowieso ooit aan de start staan. Dat ik dan meteen twee ritten win is ongelooflijk en onverwachts. Je eerste UCI-overwinning op profniveau is altijd een mijlpaal.”

Baby Giro als eyeopener
Eerder dit seizoen maakte de Luxemburgse Waal al indruk in de GP Vermarc, een sterk gestoffeerde kermiskoers. In zijn allereerste confrontatie met de profs haalde hij meteen het podium. Achteraf sprak De Lie zijn ambitie uit over de Giro voor beloften, maar daar kwam hij niet verder dan drie noteringen laag in de top-10.

Foto: Touralsace.fr

“We hebben daar toch wat tegenslag gehad, vind ik”, vertelt De Lie. “De koerssituatie pakte niet altijd uit in ons voordeel en er is zelfs geen enkele massasprint voor de zege geweest. Achter een groepje vluchters heb ik wel een sprint voor plek negen gewonnen, maar dat is niet hetzelfde als een massasprint voor de zege.”

Toch was de Italiaanse beloftekoers een eyeopener voor De Lie. “Ik heb geleerd dat ik op mijn sprint kan vertrouwen. Dat ik op dit niveau bij de beteren ben en een kans op winnen heb. Bij de junioren zat ik vaak in ontsnappingen en won ik wel eens een sprint in een groepje, maar zo’n massasprint had ik nog nooit gedaan. Het is wennen als ploegen als Groupama-FDJ en Jumbo-Visma komen wringen met een trein van drie, vier, vijf renners. Ook de aanloop naar de sprints is sneller. Dat was zeker overweldigend, maar ik had die ervaring wel nodig om hier te schitteren.”

Uitkijken naar Le Samyn
Intussen heeft de Waalse alleskunner zekerheid voor de komende twee jaar: vlak voor de Giro mocht hij zijn handtekening zetten onder een tweejarig profcontract bij Lotto Soudal. Niet echt een moeilijke keuze, zo blijkt.

“Vorig jaar in oktober hadden ze al gezegd dat er kansen zouden komen om prof te worden in 2022. Daarna ben ik nog mee op stage geweest in januari en daar heb ik mijn grote idool Philippe Gilbert ontmoet. Die aanpassing ging allemaal heel vlot. Er zijn nog wel andere aanbiedingen gekomen, maar mijn visie was altijd duidelijk: in deze ploeg wil ik blijven.”

“En dus kijk ik uit om mij volgend jaar eens te meten in wedstrijden van het genre Le Samyn. Dat is zo’n typische koers in eigen streek die me heel goed zou moeten liggen. Verder weet ik alleen zeker dat er nog geen grote rondes op de planning zullen staan. Het wordt een aanpassingsjaar en ik zal nog wat sterker moeten worden. Ook dit jaar nog, trouwens. Daarom rij ik nog de Tour de l’Avenir met de nationale ploeg, voor ik begin te denken aan het WK op de weg in Leuven.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.