dinsdag 5 juli 2022 om 12:45

Tour 2022: Voorbeschouwing etappe 4 naar Calais

Video Op dinsdag 5 juli staat de eerste Franse etappe in de Tour de France 2022 op het menu. Een lastige rit die voor de intrinsiek snelste mannen van het peloton wel eens als een molensteen om de nek kan hangen. Gezien de vele kuitenbijters en het open einde van deze rit, is er van alles mogelijk. Met andere woorden: kapers op de kust voor de sprinters. WielerFlits blikt vooruit!

Na een rust- en reisdag strijkt het Tourpeloton op dinsdag 5 juli neer in Duinkerke. De stad ligt in het uiterste noordwesten van Frankrijk, tegen de grens met België. Het ligt aan de Noordzee en ze heeft, na Marseille en Le Havre, de op twee na grootste haven van heel Frankrijk. De stad staat dan ook bekend om de (zware) industrie én haar verwoeste verleden. Duinkerke was in de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw vooral berucht vanwege de kaapvaart. De befaamde Duinkerker Kapers maakten in de geschiedenis furore; onder de Franse zeeheld Jan Baert (die er nu een standbeeld heeft) kende het hoogtijdagen. 

In die tijd bouwde de bekende vestingbouwer Vauban een citadel en verdedigingsmuur om Duinkerke. Die historische bouwwerken werden in de eerste helft van de twintigste vrijwel helemaal van de kaart geveegd. De havenstad was namelijk zowel in de Eerste Wereldoorlog (voor de geallieerden) en de Tweede Wereldoorlog (voor de Duitsers) een zeer strategische plek. Na de capitulatie in mei 1945 bleek er vrijwel niets meer over te zijn. De vestingtoren Toren van de Leughenaer is een van de weinige overblijfselen. De stad werd opnieuw opgebouwd en door de groei van het havengebied kwam Duinkerke weer snel tot bloei. 

Groenewegen (links) en Teunissen heersten in de Vierdaagse van Duinkerke 2019 – foto: Cor Vos

In het wielrennen is Duinkerke vooral bekend dankzij de Vierdaagse van Duinkerke, die bij de laatste editie in mei 2022 grappig genoeg uit zes etappes bestond. Mike Teunissen won de editie van 2019, waarna hij twee maanden later de eerste gele trui in de Tour de France veroverde. Brengt ons meteen bij het bruggetje: Duinkerke was al negentien keer eerder startplaats in La Grande Boucle. In 2001 was de havenstad zelfs het decor voor het Grand Départ, met een openingstijdrit van 8,2 kilometer. De Fransman Christophe Moreau zorgde toen voor een Franse feestdag door de tijdrit te winnen en dus het geel aan te trekken.

Finishplaats Calais heeft een veel minder diepgaande wielergeschiedenis, al komt Félix Goethals wel uit deze regio. Hij was een van de betere coureurs na de Eerste Wereldoorlog en – toeval of niet – de Fransman won drie keer de Touretappe Metz-Duinkerke (in 1920, 1921 en 1923). Afstand: liefst 433 kilometer. Enfin, terug naar Calais. Dat kennen we vooral dankzij haar haven, vanwaar de meeste passagiersschepen naar de witte krijtrotsen van Dover in Groot-Brittannië vertrekken. Ook kun je hier met de auto de Eurotunnel inrijden, die je onder Het Kanaal naar Engeland brengt. Calais huisvestte twee keer een etappestart.


Parcours

De eerste rit in lijn op Frans grondgebied vertrekt in het noordoostelijke deel van Duinkerke, op steenworpafstand van Koksijde. De eerste dertig kilometer lopen vrijwel parallel aan de Belgische grens, tot en met de eerste beklimming van de dag. Dat is de met kasseien bezaaide Kasselberg, die in het verleden ook vaak deel uitmaakte van Gent-Wevelgem en toebehoort aan dezelfde heuvelkam als de Kemmelberg. Daarna gaat het in zuidwestelijke richting, waar het peloton tientallen kilometers door het Regionaal Natuurpark van de Kapen en Opaalmoerassen zal rijden. Ze passeren er ettelijke dorpjes én klimmetjes.

Want wie denkt dat deze rit vlak is, heeft het allesbehalve bij het rechte eind. Vooral ten westen van Longuenesse is het dik bezaaid met hellingen. Er liggen in een tijdsbestek van zo’n 50 kilometer liefst vier gecategoriseerde beklimmingen, al zullen ze alle vier geen angst inboezemen bij de sprinters. Daarna zet het peloton weer koers naar de Noordzeekust, waarbij ze onder andere de steengroeves van Boullonais passeren. Na de boog van de laatste twintig kilometer buigen de renners rechtsaf, waarna het tot aan Calais langs de zee gaat.

Cap Blanc-Nez – foto: Office de Tourisme Calais Côte d’Opale

Als de wind hier goed staat, ligt het gevaar voor waaiers altijd op de loer. Bovendien ligt op elf kilometer voor het einde nog de Cap Blanc-Nez (1,1 kilometer aan 6,5%) van vierde categorie. Wellicht kunnen de sterke sprinters hier de pure snelheidsduivels een hak zetten en hen uitschakelen voor de dagzege. Aanvallen lijkt zinloos, omdat de laatste tien kilometer in een rechte weg naar Calais gaan. Alleen bij rugwind in de finale zou een inspanning iets kunnen opleveren. In de laatste twee kilometer liggen nog twee grote rotondes, voordat het afsprinten is op de Avenue Pierre de Coubertin ter hoogte van de Citadelle de Calais.

Officieuze start: 13.15 uur
Officiële start: 13.30 uur
Finish: tussen 17.15 en 17.35 uur
Afstand: 171,5 kilometer

Tijdschema belangrijke passages:
Passage Kasselberg: tussen 14.10 en 14.15 uur
Tussensprint Lumbres: tussen 14.50 en 15.00 uur
Passage Côte de Remilly-Wirquin: tussen 15.05 en 15.15 uur
Passage Côte de Nielles-lès-Bléquin: tussen 15.35 en 15.50 uur
Passage Côte de Harlettes: tussen 15.45 en 15.55 uur
Passage Côte de Ventus: tussen 16.10 en 16.25 uur
Passage Côte de Cap Blanc-Nez: tussen 17.00 en 17.20 uur


Favorieten

De laatste twee etappes op Deens grondgebied waren de sprinters zeer gunstig gezind, maar voor de vierde rit van Duinkerke naar Calais, in het uiterste noorden van Frankrijk, zou zelfs Nostradamus moeite hebben om een topfavoriet aan te wijzen. Op het eerste gezicht lijkt het een etappe voor de rappe mannen, maar dan wel voor de sprinters met de nodige fond in de benen. Wie nog eens goed kijkt naar het parcours, ziet toch wat beren op de weg voor de Fabio Jakobsens en Dylan Groenewegens van deze wereld. Het zal niet evident worden om alles bij elkaar te houden, en om überhaupt te overleven.

Het zal een nerveuze boel worden, met passages door ontelbare dorpjes en over verraderlijke wegen en korte klimmetjes. Want wie denkt dat deze rit vlak is, heeft het allesbehalve bij het rechte eind. Vooral ten westen van Longuenesse is het dik bezaaid met hellingen. En dan komt ook nog eens de factor wind om de hoek kijken. Mocht die dinsdag goed staan voor het trekken van waaiers, dan kan het weleens spoken op weg naar de finish. Gezien de vele kuitenbijters onderweg is er dus van alles mogelijk in deze etappe. Het doet ons een beetje denken aan een voorjaarskoers, en in een voorjaarskoers zijn er 1001 scenario’s te bedenken.

Is het dinsdag, na drie tweede plaatsen, dan eindelijk raak voor Van Aert? – foto: Cor Vos

Op pure snelheid is Fabio Jakobsen moeilijk te kloppen, maar dinsdag heb je meer nodig dan alleen maar snelle benen. De aanloop naar de (eventuele) spurt is zeker geen abc’tje voor de rappe mannen en de vermoeidheid zal onderweg absoluut in de benen kruipen. Dit speelt alleen maar in het voordeel van Wout van Aert. De alleskunner van Jumbo-Visma is weliswaar nog op zoek naar zijn eerste dagzege in deze Tour, maar heeft al iets overgehouden aan zijn driedaagse trip door Denemarken. Van Aert gaat na drie etappes aan de leiding in het algemeen klassement en koerst dinsdag dus in de gele trui.

Van Aert zal in Calais maar wat graag willen zegevieren in het geel en is ook onze topfavoriet voor de bloemen. De polyvalente Belg beschikt over de intrinsieke snelheid om een gooi te doen naar de zege, dat bleek wel in de eerste Tourritten, en zal die naar Calais met rood hebben omcirkeld in zijn agenda. Pure sprinters zullen afzien op weg naar de streep, maar een klasbak als Van Aert kan zich naar hartenlust uitleven in een dergelijke ‘heuvelrit’. Misschien geeft hij in de finale wel een seintje aan zijn ploeggenoten om de koers hard te maken, in de hoop de pure sprinters overboord te gooien. Het is een opgave, maar zeker niet onmogelijk.

Fabiok Jakobsen won de eerste sprintconfrontatie in deze Tour – foto: Cor Vos

Als we het over pure sprinters hebben, denken we natuurlijk meteen aan Fabio Jakobsen. Na een indrukwekkende versnelling in de laatste meters in de etappe naar Nyborg was één ding duidelijk: Fabio Jakobsen is in topvorm en momenteel misschien wel de snelste renner op aarde. De sprintbom van Quick-Step Alpha Vinyl is een grote favoriet als het aankomt op een sprint, maar krijgen we wel een sprint in Calais? En zo ja, is dat een sprint mét Jakobsen? Het parcours is hem misschien niet op het lijf geschreven, maar de 25-jarige Nederlander is wel in bloedvorm en zal elke kans willen aangrijpen.

De kansen voor sprinters zijn namelijk schaars, weet ook Caleb Ewan. Intrinsiek is Ewan een van de snelsten van het peloton en de renner van Lotto Soudal heeft ook de inhoud om lastige parcoursen te overleven. En toch is er een maar: voor de laatste ritzege van Ewan in een grote ronde moeten we namelijk terug naar vorig jaar. In de Giro d’Italia van 2021 was hij nog succesvol als sprinter, maar sindsdien staat The Pocket Rocket droog in koersen over drie weken. Is het dinsdag wel prijs voor Ewan? In de eerste Touretappes was het – mede door pech – nog niet veel soeps met de Australiër, maar een klasbak als Ewan mag je nooit, maar dan ook nooit afschrijven.

Peter Sagan lijkt weer iets van zijn oude topsnelheid te hebben teruggevonden – foto: Cor Vos

Peter Sagan afschrijven is eveneens een slecht idee. Natuurlijk, de hoogtijdagen van de drievoudige wereldkampioen lijken nu wel achter ons te liggen, maar Sagan liet in de voorbije Ronde van Zwitserland zien dat hij nog altijd kan winnen op het hoogste niveau. Na enkele moeizame jaren en een barslecht voorjaar in dienst van zijn nieuwe werkgever TotalEnergies, hoopt Sagan in de Tour te laten zien dat hij absoluut nog niet is versleten. In het verleden was hij de eerste naam die we noteerden voor een etappe als die naar Calais. Dat is nu niet het geval, maar met zijn intrinsieke klasse moet hij alsnog ver kunnen komen. In de eerste sprintritten maakte hij alvast een goede indruk.

Sagan zal dan wel moeten afrekenen met de eerder genoemde Van Aert, Jakobsen en Ewan, maar ook met iemand als Mads Pedersen. De Deen was erop gebrand om in eigen land, voor eigen volk, een etappe te winnen en de gele trui te pakken. Dat lukte nét niet, maar Pedersen liet in de eerste dagen zien dat het met de vorm wel snor zit. In de openingstijdrit door Kopenhagen werd de ex-wereldkampioen zesde, een dag later eindigde hij als derde in de eerste sprintersaangelegenheid in Nyborg. Pedersen is misschien niet de snelste van het pak, maar komt zeker na een zware koers bovendrijven. Dat maakt hem extra gevaarlijk voor de rit van dinsdag.

Is dit een rit die Mathieu van der Poel heeft aangekruist? – foto: Cor Vos

Een andere gevaarlijke klant rijdt voor Alpecin-Deceuninck en heet Jasper Philipsen. De ereplaatsen stapelen zich op voor Philipsen, maar na een tweede, derde, tweede, derde, derde, tweede, vijfde en derde stek snakt hij toch wel echt naar die nog ontbrekende Tourzege. De snelheid is er en Philipsen heeft naar eigen zeggen de benen om te winnen. “Ik denk niet dat ik voor die mannen onder moet doen in de sprint, maar het moet allemaal meezitten”, is de sprinter van mening. Het is voor Philipsen te hopen dat de puzzelstukjes dinsdag wel in elkaar vallen. Voor de vele klimmetjes hoeft de Belg in ieder geval niet bang te zijn.

De ploeg van Philipsen, Alpecin-Deceuninck, heeft echter nog een ijzer in het vuur voor de etappe naar Calais. En dat is niet zomaar iemand: we hebben het natuurlijk over alleskunner Mathieu van der Poel. De Nederlander begon de Tour met een keurige vijfde plaats in de tijdrit door Kopenhagen en staat er altijd nog goed voor in het algemeen klassement. Als de nummer vijf in de stand, op exact twintig tellen van zijn eeuwige sportieve rivaal Wout van Aert, zal MVDP nog stiekem dromen van de gele trui. Van der Poel zal dan echter wel een keer een etappe moeten winnen, of in elk geval wat bonificatieseconden moeten sprokkelen.

In de eerste sprintetappes op Deense bodem bekeek Van der Poel het vooral vanaf de tweede rij. De 27-jarige showman zette zich in de finale naar Sønderborg nog wel in de trein van Jasper Philipsen, maar het is geen geheim dat Van der Poel niet houdt van het vele gedrum en gekwak in de laatste kilometers naar een massasprint. De vraag is dan ook of we hem dinsdag in de finale zullen zien bikkelen om de zege. Als we met een voltallig peloton naar de laatste kilometers denderen, zal de kaart-Philipsen worden getrokken. Mocht er zich een ander scenario voltrekken richting de streep, noteren we de naam van Mathieu van der Poel met stip.

Is de etappe wel of niet te zwaar voor Dylan Groenewegen? – foto: Cor Vos

Dat doen we ook met de namen van Michael Matthews en Dylan Groenewegen. Bij die eerste twijfelen we er niet aan dat hij zal overleven richting de finish, voor Groenewegen zal het toch wat meer kantje boord worden. Na zijn overwinning in de derde etappe naar Sønderborg zal het vertrouwen tot aan de bomen reiken, maar je moet op het moment suprême ook over de benen beschikken om de vele klimmetjes te overleven. Mocht Groenewegen er na de laatste klim nog bijzitten, dan is hij zeker een van de mannen om naar uit te kijken. Plan-B voor BikeExchange-Jayco? Sprinten met Matthews.

Onze laatste ster gaat naar de voor BORA-hansgrohe uitkomende Danny van Poppel. De Nederlander, die bij afwezigheid van Sam Bennett zijn eigen kans mag gaan, maakte de eerste dagen een prima indruk. In de tweede rit naar Nyborg spurtte hij naar een vierde plek, een dag later werd hij tiende in Sønderborg. Van Poppel weet zich dus goed te plaatsen in de pure massasprints, maar kijkt toch vooral naar de wat zwaardere spurts. De rit van dinsdag is nu een echte ‘Danny van Poppel-etappe’. “Ik kijk meer uit naar de volgende dagen, naar later deze week. Als de andere sprinters wat moe zijn”, liet hij zondag nog weten.

Danny van Poppel zal zich graag willen mengen in de strijd om de ritzege – foto: Cor Vos

We zijn tot slot aangekomen bij de outsiders, renners die op een goede dag en met een portie geluk wellicht kunnen verrassen. Alberto Dainese is de man om in de gaten te houden bij Team DSM. De rappe Italiaan heeft dit jaar een stap gezet als wielrenner, is in staat om lastige parcoursen te overleven en liet in de voorbije Giro d’Italia zien dat hij ook de wereldtop kan verslaan in een sprint. Intermarché-Wanty-Gobert zal dan weer hopen op een uitschieter van oudgediende Alexander Kristoff of Andrea Pasqualon. B&B Hotels-KTM heeft met Luca Mozzato en Jérémy Lecroq dan weer twee rappe mannen in de gelederen.

Arkéa-Samsic kan met Hugo Hofstetter en Amaury Capiot wellicht een vuist maken op weg naar Calais. Andere namen om in de gaten te houden zijn Christophe Laporte (Jumbo-Visma, mocht er iets gebeuren met Van Aert), Florian Sénéchal (als mogelijke stand-in van Jakobsen), Max Walscheid (Cofidis), John Degenkolb (Team DSM), Jasper Stuyven (Trek-Segafredo) en Luka Mezgec (BikeExchange-Jayco). Nog een naam om met potlood te noteren: Tom Pidcock. Mocht de etappe uitdraaien op een slagveld en een strijd tussen de puncheurs.


Favorieten volgens WielerFlits:

Tour 2022: Deelnemerslijst


Weer en TV

Dinsdag, op weg van Duinkerke naar Calais, is de kans dat de renners de etappe droog doorkomen groot. Het is vrij rustig weer met niet veel wind en daarbij wisselen zon en stapelwolken elkaar af. Met 20 à 21 graden is het niet al te warm voor de renners. De wind komt met windkracht 3 uit het noordwesten.

Vanaf 12.55 uur hoef je via de online kanalen van de Eurosport Player en GCN+ niets te missen. Om 13.00 zijn er ook beelden op Eurosport 2Sporza (Eén) en de NOS (NPO 1) schakelen respectievelijk vanaf 13.30 en 14.30 uur in met livebeelden.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.